Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening klachtenregeling seksuele intimidatie

Geldend van 21-06-1995 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening klachtenregeling seksuele intimidatie

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. 10.gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 juni 1995;overwegende dat het ter uitvoering van de ARBO-wet gewenst is een procedure vast te stellenvoor de behandeling van klachten over seksuele intimidatie die plaatsvindt binnen degemeentelijke organisatie van Ooststellingwerf;b e s l u i t :vast te stellen de volgendeVerordening klachtenregeling seksuele intimidatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    klacht: een klacht over seksuele intimidatie waaronder valt ongewenste, seksueel getinte aandacht tot uiting komend in verbaal, fysiek en/of ander non-verbaal gedrag, dat zowel opzettelijk als onopzettelijk kan zijn;

  • c.

    klager: de natuurlijke persoon die een klacht heeft ingediend;

  • d.

    vertrouwenspersoon: een functionaris, zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

  • e.

    klachtencommissie: de commissie, zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening;

  • f.

    medewerker: degene die is aangesteld danwel op arbeidsovereenkomst in dienst is genomen door de gemeente Ooststellingwerf alsmede degene die als stagiair, uitzendkracht of anderszins tijdelijk aldaar werkzaam is en het onderwijs personeel.Overal waar van de mannelijke persoonsvorm gebruik is gemaakt, dient ook de vrouwelijke vorm gelezen te worden.

Artikel 2 Het indienen van een klacht

  • 1. Een klacht kan door medewerkers, de burgemeester, raadsleden en niet-ambtelijke leden van gemeentelijke commissies worden ingediend bij één van de vertrouwenspersonen.

  • 2. Het indienen van een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk gebeuren. Van de schriftelijk ingediende klacht krijgt de klager binnen 7 dagen een bericht van ontvangst, toegezonden door degene bij wie de klacht is ingediend. Van de mondeling ingediende klacht wordt proces-verbaal opgemaakt. De klager en de ontvanger van de klacht ondertekenen het proces-verbaal. De klager krijgt binnen 7 dagen nadat het proces-verbaal is opgemaakt, een afschrift daarvan toegezonden door degene bij wie de klacht is ingediend.

  • 3. Een anoniem ingediende klacht wordt niet in behandeling genomen. In bijzondere gevallen kan de vertrouwenspersoon hiervan afwijken. Een klacht kan tot vijf jaar nadat de veronderstelde seksuele intimidatie zich heeft voorgedaan, worden ingediend.

Artikel 3 De vertrouwenspersoon

  • 1. Het bestuursorgaan stelt twee vertrouwenspersonen aan en een vervanger.

  • 2. De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van zijn taken uitsluitend verantwoording schuldig aan het bestuursorgaan.

  • 3. Het bestuursorgaan stelt de vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taken naar behoren te vervullen.

Artikel 4 Taken van de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon heeft de volgende taken:

    • a.

      na ontvangst van een klacht de klager direct bij te staan en van advies te dienen;

    • b.

      door bemiddeling te trachten tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen;

    • c.

      de klager op diens verzoek te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie;

    • d.

      voor zover nodig en gewenst, betrokkene te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties;

    • e.

      wanneer er sprake is van een vermoedelijk strafbaar feit, de klager te wijzen op de mogelijkheid van strafrechtelijke stappen en te begeleiden ingeval van aangifte;

    • f.

      het onderhouden van contact met de klager om te bezien of het indienen van de klacht niet leidt tot repercussies voor de klager en om te bezien of, nadat de klacht is afgehandeld, de aanleiding van de klacht daadwerkelijk is weggenomen;

    • g.

      het registreren van de aard en de omvang van de klachten die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, bij de vertrouwenspersoon zijn ingediend;

    • h.

      het verzorgen van voorlichting over seksuele intimidatie aan medewerkers;

    • i.

      het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen aan het bestuursorgaan over de werkzaamheden van de vertrouwenspersoon.

  • 2. De vertrouwenspersoon onderneemt geen stappen zonder toestemming van de klager, behoudens het gestelde in artikel 5, lid 3 van deze verordening.

Artikel 5 Bevoegdheden van de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen bij de klager, degene tegen wie de klacht gericht is, evenals bij getuigen en anderen, voor zover de uitvoering van zijn taken daartoe noodzaakt. Hij neemt daarbij de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy van de direct-betrokkenen.

  • 2. Personen die door de vertrouwenspersoon uit hoofde van de in het voorgaande lid gegeven bevoegdheid worden benaderd, zijn ver¬plicht te verschijnen en de gevraagde informatie te verstrekken. Omtrent dit verzoek en informatieverstrekking dienen zij geheim¬houding in acht te nemen.

  • 3. De vertrouwenspersoon is, na overleg met de klachtencommissie, bevoegd te besluiten dat een door de klager ingetrokken klacht als anonieme klacht als bedoeld in artikel 2, derde lid van deze verordening in behandeling wordt genomen.

  • 4. De vertrouwenspersoon is bevoegd gevallen van sexuele intimidatie aan de klachtencommissie voor te leggen, met inachtneming van artikel 4, lid 2 van deze verordening.

Artikel 6 Werkwijze van de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn werkzaamheden als vertrouwenspersoon ter kennis komt. Deze plicht geldt niet ten opzichte van het bestuursorgaan, de klager, degene tegen wie een klacht is ingediend, externe deskundige ondersteuning en artsen.De geheimhoudingsplicht vervalt niet na beëindiging van de aanstelling als vertrouwenspersoon.

  • 2. Indien dit noodzakelijk wordt geacht, kan de vertrouwenspersoon zich laten ondersteunen door een externe deskundige.

  • 3. De vertrouwenspersoon houdt van de door hem behandelde klachten een archief bij. Vijf jaar na de afsluiting van een dossier, wordt dit vernietigd.

Artikel 7 Klachtenprocedure bij de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon stelt degene, tegen wie een klacht is ingediend, in de gelegenheid te worden gehoord. Het horen gebeurt zo snel mogelijk, doch binnen 4 weken nadat de klacht overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 bij de vertrouwenspersoon is ingediend.

  • 2. De klager en degene tegen wie een klacht is ingediend kunnen zich door een raadsman of raadsvrouw laten bijstaan. De kosten hiervan komen voor rekening van degene die zich laat bijstaan. De klager en degene tegen wie een klacht is ingediend kunnen tijdens de behandeling van de klacht door de vertrouwenspersoon inzage krijgen in de op de klacht betrekking hebbende stukken.

  • 3. Van het horen bedoeld in het eerste lid stelt de vertrouwenspersoon een verslag op dat door de gehoorde en de vertrouwenspersoon wordt ondertekend. Weigert een gehoorde de ondertekening, dan wordt daarvan, zo mogelijk onder vermelding van de redenen, door de vertrouwenspersoon op het verslag melding gemaakt. De gehoorde ontvangt binnen 7 dagen na het horen een afschrift van het verslag van de vertrouwenspersoon.

  • 4. Indien de klacht door de vertrouwenspersoon niet kan worden afgehandeld, verwijst hij de klager naar de klachtencommissie, de andere vertrouwenspersoon of een andere instantie. De klager kan verzoeken dat de klacht direct door de commissie wordt behandeld.

  • 5. De klager kan tijdens de procedure bij de vertrouwenspersoon op ieder moment de klacht intrekken door dit schriftelijk of mondeling aan de vertrouwenspersoon mede te delen. Van een mondelinge mededeling wordt terstond door de vertrouwenspersoon een procesverbaal opgemaakt dat door de klager en de vertrouwenspersoon wordt ondertekend. De klager ontvangt van de vertrouwenspersoon binnen 7 dagen nadat het proces-verbaal is opgemaakt een afschrift daarvan.

Artikel 8 De klachtencommissie

  • 1. Het bestuursorgaan stelt een klachtencommissie in.

  • 2. De klachtencommissie bestaat uit tenminste drie leden en bij voorkeur voor tweederde maar minimaal voor eenderde deel uit vrouwen.

  • 3. De klachtencommissie heeft een externe voorzitter.

  • 4. In de commissie is juridische deskundigheid en deskundigheid op het gebied van het bestrijden van seksuele intimidatie aanwezig.

  • 5. De vertrouwenspersoon, het bestuursorgaan en de gemeentesecretaris kunnen geen lid zijn van de klachtencommissie.

  • 6. De leden van de klachtencommissie worden door het bestuursorgaan benoemd en ontslagen.

  • 7. De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Zij treden na hun zittingsperiode af en zijn terstond herbenoembaar.

  • 8. In tussentijdse vacatures wordt door het bestuursorgaan, op voor¬dracht van de klachtencommissie voorzien.

  • 9. Het bestuursorgaan stelt de klachtencommissie in de gelegenheid haar taken naar behoren te vervullen.

  • 10. De leden van de commissie mogen niet direct betrokken zijn (geweest) bij het feit waarover de klacht is ingediend. Is dit wel het geval dan maakt het betreffende lid bij de behandeling van de klacht geen deel uit van de klachtencommissie.

  • 11. De klachtencommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, zijnde één van de andere vertrouwenspersonen.

  • 12. Externe commissieleden ontvangen een vergoeding gelijk aan andere externe commissieleden van de gemeente.

Artikel 9 Taken van de klachtencommissie

De klachtencommissie heeft tot taak:

  • a.

    het onderzoeken van de door tussenkomst van de vertrouwenspersoon ontvangen klachten en het daaromtrent rapporteren en adviseren aan het bestuursorgaan;

  • b.

    het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het bestuursorgaan over een beleid inzake seksuele intimidatie en;

  • c.

    het jaarlijks schriftelijk verslag uitbrengen aan het bestuursorgaan over haar werkzaamheden. De anonimiteit van de direct betrokkenen wordt daarbij gewaarborgd.

Artikel 10 Werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie

Werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie:

  • 1.

    Het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is van overeenkomstige toepassing op de werkwijze van de klachtencommissie.

  • 2.

    De commissie besluit zo mogelijk unaniem. Indien dit niet mogelijk is, beslist de meerderheid. Bij het staken der stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 11 Klachtenprocedure bij de klachtencommissie

  • 1. Het bepaalde in artikel 7, behoudens het vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de klachtenprocedure bij de klachtencommissie.

  • 2. Van haar bevindingen brengt de klachtencommissie schriftelijk rapport uit aan burgemeester en wethouders, uiterlijk binnen 30 dagen nadat het horen van de klager, degene tegen wie een klacht is ingediend en eventueel van getuigen en anderen is afgesloten. Zij kan deze termijn met ten hoogste 30 dagen verlengen, na de belanghebbenden hiervan op de hoogte gesteld te hebben.

  • 3. De klachtencommissie geeft in het rapport een gemotiveerd oordeel over de klacht.

  • 4. Indien de klachtencommissie de klacht gegrond acht, brengt zij in het rapport tevens advies uit omtrent andere dan personele maatregelen die in eerste instantie gericht zijn op het beëindigen c.q. het voorkomen van herhaling van seksuele intimidatie door degene tegen wie een klacht is ingediend.

  • 5. Werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie:

    • 1.

      Het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is van overeenkomstige toepassing op de werkwijze van de klachtencommissie.

    • 2.

      De commissie besluit zo mogelijk unaniem. Indien dit niet mogelijk is, beslist de meerderheid. Bij het staken der stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 6. De voorzitter van de commissie geeft de gemeentesecretaris met een mondelinge toelichting het rapport van de commissie.

  • 7. Het rapport is geheim.

Artikel 12 Besluitvorming door het bestuursorgaan

  • 1. De gemeentesecretaris zendt het rapport van de commissie aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Voordat het bestuursorgaan naar aanleiding van het rapport van de klachtencommissie tot besluitvorming overgaat, stelt hij de klager en degene tegen wie een klacht is ingediend op de hoogte van de conclusies van de klachtencommissie.

  • 3. Binnen 4 weken na ontvangst van het rapport van de klachten¬commissie neemt het bestuursorgaan een gemotiveerd besluit terzake.

  • 4. Een afschrift van de beslissing van het bestuursorgaan wordt naar de klachtencommissie, de klager en degene tegen wie een klacht is ingediend gezonden.

Artikel 13 Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het bestuursorgaan.

Artikel 14

Deze regeling zal een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden.

Artikel 15 Wijziging van de verordening

Het bestuursorgaan vraagt over elk voorstel tot wijziging van deze verordening advies aan de klachtencommissie voordat hij het voorstel tot wijziging ter vaststelling aan de gemeenteraad voorlegt.

Artikel 16 Inzage en uitreiking van de verordening

Een exemplaar van deze verordening wordt aan de Medezeggenschapscommissie uitgereikt, en een folder waarin de inhoud van deze ver¬ordening uiteen wordt gezet, wordt aan iedere werknemer overhandigd. De verordening ligt ter inzage bij de vertrouwenspersoon.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Klachtenregeling seksuele intimidatie gemeente Ooststellingwerf".

  • 2. Zij treedt in werking op.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 juni 1995., secretaris.                            , voorzitter.