Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen 2012

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. B.3

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2011;

gelet op gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

overwegende dat,

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING KABELS EN LEIDINGEN 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    maand: een kalendermaand;

  • b.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomentoestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op ofboven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een rechtheft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperktrecht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszinsrechtens moeten worden gedoogd;

  • d.

    buizen in de grond ten behoeve van de inzameling, het transport en de lozing van afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt voor het hebben van leidingen, kabels en buizen per strekkende meter per jaar€ 2,04 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als eenvolledige strekkende meter aangemerkt.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. 

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 50,00.

  • 4 Belastingbedragen van minder dan € 50,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2 Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient voor de in het eerste lid genoemde twee gelijke termijnen drie gelijke termijnen te worden gelezen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De "Verordening Precariobelasting 2011", vastgesteld bij besluit van 19 april 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting Kabels en Leidingen 2012".

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 13 december 2011.
                                        ,griffier.                                                               , voorzitter.