Regeling vervallen per 02-05-2013

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

Geldend van 01-01-2008 t/m 01-05-2013

Intitulé

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr.gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2207;gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;overwegende dat, in de op 23 augustus 1995 vastgestelde Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen) het intrekken van een toegekend huisnummer niet was geregeld.;b e s l u i t :vast te stellen deVERORDENING op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen,complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

  • c.

    Woonplaats: een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

  • d.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • e.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • f.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex, etc.).

  • g.

    Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

  • h.

    Ligplaats: een deel van het openbare water dat is bestemd voor het permanent afmeren van een (woon)schip of een woonark.

  • i.

    Standplaats: een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop (nuts)voorzieningen aanwezig zijn.

  • j.

    Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers.

  • k.

    Object: een gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

  • l.

    Rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

  • m.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1. Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2. Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1. Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2. Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3. Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1. De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Het is eenieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerborden aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1. De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2. Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4. Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Het college kan toezichthouders aanwijzen die met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking na bekendmaking in de Nieuwe Ooststellingwerver en Griffioen op 1 januari 2008.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening van 23 augustus 1995.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens dezeverordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigen van een naam of nummer, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7, eerste lid (facultatief).

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening naamgeving en nummering (adressen)'

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 november 2007].
, griffier.                     , voorzitter.

Technische uitvoeringsvoorschriften 1

Nummer: ……………../PBZ                                                 Technische uitvoeringsvoorschriften                 (als bedoeld in artikel 7 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen)                                   Het college van de gemeente Ooststellingwerf;                                   gelet op artikel 3 en artikel 7 van de Verordening naamgeving en nummering                                  (adressen);                                   b e s l u i t :vast te stellen de volgende:Technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummeringArtikel 1De wijze van toekenning van de nummers gebeurt overeenkomstig systeem A uit deNederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.Artikel 2 Plaatsing van de nummerdragersNummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.Artikel 3 Afmetingen en vormgeving nummerdragers1. Nummerdragers moeten voldoen aan het gestelde inzake afmetingen en vormgeving in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.2. Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste lid.Artikel 4 Materiaalkeuze voor de nummerdragersHet materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerdragers, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de dragers gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.Artikel 5 NaamdragersDe naamdragers moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden, zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 1992.Aldus vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf in de vergadering van 30 oktober 2007,de secretaris,                                                              de burgemeester,

Toelichting 1 Technische uitvoeringsvoorschriften

Artikel 1Lid 1. Ook voor nieuwe wijken of buurten verdient het aanbeveling om een systeem van nummering te kiezen dat zo veel mogelijk aansluit bij het systeem dat van oudsher in de gemeente gangbaar is. In de Nederlandse norm 1773 (uitgave: Nederlands Normalisatieinstituut, Delft, herziene uitgave, 1983), hoofdstuk 3, zijn de in gemeente gangbare systemen van nummering nader gedefinieerd: Systeem A: de hoofdregel van dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend vanuit het centrum van de gemeente (of vanaf het (oude) gemeentehuis). Systeem B: de hoofdregel van dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend van noord naar zuid en van west naar oost. Systeem C: de nummering vindt in dit systeem plaats gerekend vanaf hoofdwegen naar het einde van (doodlopende) zijwegen of woonerven. Voor elk systeem bevat de norm detailregels voor situaties waarin de hoofdregels niet onverkort toepasbaar zijn, alsmede nadere regels over etagewoningen en dergelijke. Tevens zijn toelichtende tekeningen opgenomen.Lid 2. De in het onderhavige lid bedoelde plattegrond van de gemeente is slechts vereist indien in de gemeente meer dan één nummersysteem gangbaar is. In dat geval moet immers de aanwijzing van een van de omschreven systemen ten behoeve van een bepaalde wijk of buurt plaatsvinden. Tevens moeten dan de grenzen tussen die wijken of buurten worden gedefinieerd.Artikel 2Met het oog op de zichtbaarheid vanaf de openbare weg bevat de Nederlandse norm NEN 1773, hoofdstuk 4, maatvoorschriften voor de plaats van de nummerdragers, gerekend vanaf het maaiveld en de bijbehorende voordeur. Tevens worden regels gegeven voor de verzamelen verwijsbordjes die nodig zijn bij de ligging van meer dan één woning (of bedrijf) inhetzelfde gebouw, respectievelijk bij de ligging binnen een complex of op grote afstand van de weg.Lid 1. In de Nederlandse norm NEN 1774 zijn tekeningen voor nummerdragers opgenomen met volledige maatvoering. Uitgegaan is van een hoogte van de cijfers van 88 millimeter. De breedte van de nummerdragers varieert, afhankelijk van het aantal cijfers waaruit een bepaald nummer bestaat. Het opgenomen cijferontwerp is van een schreefloos, op grote afstand leesbaar type.Lid 2. Bij de beoordeling van een gelijkwaardige leesbaarheid verdient het in elk geval aanbeveling om geen cijfers van een geringere hoogte dan circa 9 cm te accepteren.Artikel 3De overigens globaal omschreven uitvoeringseisen in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959, zijn gericht op de keuze van materialen die duurzaam bestand zijn tegen weersinvloeden. Te verlichten nummerdragers bestaan in de regel uit zogenaamde transparanten, waarachter bij duisternis een lampje brandt. (De bovenstaande tekst is een beschrijving gebaseerd op de in gemeente van oudsher gehanteerde werkwijze die later in NEN-normen zijn neergelegd. Gemeenten worden aangeraden uit te gaan van de genoemde NEN-normen, waarin de voornoemde werkwijze is gecodificeerd. De NEN-bladen zijn verkrijgbaar bij het NEN, Vlinderweg 6, postbus 5059, 2600 GB Delft, telefoon (015) 269 03 90, fax (015) 269 01 90.)Artikel 4Dit artikel regelt de afmeting en vorm van nummerdragers. De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.Artikel 5Dit artikel regelt de functionele eisen voor naamborden en naamverwijsborden.