Regeling vervallen per 01-08-2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2009

Geldend van 30-04-2009 t/m 31-07-2014

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2009

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;Nr. C.1gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2009;gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen deVERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF 2009

Titeldeel 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder

- een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);- een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);- een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512).

de ouders, voogden of verzorgers van de leerling.

een leerling van een school bedoeld onder a.

een leerling bedoeld onder c, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.

de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.

de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg.

openbaar vervoer, eigen vervoer of aangepast vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt.

voor een ieder openstaand personenvervoer per trein, metro, tram, veerdienst, bus of auto volgens dienstregeling.

vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets.

vervoer van besloten (school-)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi.

de totale reisduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning.

- voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs:de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbareschool; - voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voorvoortgezet onderwijs:de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen.

het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor vergoeding van de vervoerskosten wordt gevraagd.

plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer.

de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden.

- voor wat betreft het openbaar vervoer: een vergoeding in geld;- voor wat betreft het eigen vervoer: een vergoeding in geld;- voor wat betreft het aangepast vervoer: een vergoeding in geld,het zelf verzorgen van vervoer, dan wel het doen verzorgen van vervoer.

een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeent verzorgt of doet verzorgen.

de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs.

s. samenwerkingsverband

het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs.

de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs.

orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaalonderwijs.

de commissie zoals bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtst¬bijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte vergoeding.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop de bekostiging wordt toegewezen niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van de wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging, die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op vergoeding en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een bekostiging is verstrekt, vervalt de bekostiging van de vervoerskosten terstond en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe.Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van een vergoeding.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging van een vergoeding op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titeldeel 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijk speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs of het advies van een andere deskundige.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg of een andere deskundige die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 11 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt een bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes, respectievelijk meer dan twee kilometer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kent het college de ouders een bekostiging toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11 bedoelde bekostiging, vergoedt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger dan 9 jaar is of door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 13 Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

    • a.

      de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, 1½ uur of meer onderweg is en de reistijd met eigen vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

    • b.

      het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 2. Indien aanspraak bestaat op bekostiging voor de vervoerskosten op basis van eigen vervoer, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van:

    • a.

      een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland indien openbaar vervoer niet aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid.

  • 3. Indien de ouders meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostigingvergoeding verleend.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 14 Bekostiging op basis van aangepast vervoer

Het college kent bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

  • a.

    eigen vervoer ontbreekt en de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, anderhalf uur of meer onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt en de leerling met gebruikmaking van eigen vervoer naar school of terug, anderhalf uur of meer onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per eigen vervoer kan worden teruggebracht;

  • c.

    de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer of eigen ver¬voer naar school of terug, anderhalf uur of meer onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar of eigen vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • d.

    het openbaar vervoer én eigen vervoer ontbreken, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Titeldeel 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN NAAR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 15 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, een bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien:

    • a.

      de leerling een school voor speciaal onderwijs bezoekt en de afstand van de woning naar dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan 2 kilometer bedraagt;

    • b.

      de leerling een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan 4 kilometer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kent het college de ouders een bekostiging toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 15A Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie isverbonden.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 2. Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde bekostiging, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruikte maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen hierbij betrokken te worden.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Het college verstrekt een bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en

    • a.

      de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer gebruik te maken, of

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan 1½ uur onderweg is en de reistijd met eigen vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • c.

      het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Het college vraagt het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen, alvorens op de in het eerste lid, onder a of c, bedoelde aanvraag te beslissen.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging voor de vervoerskosten op basis van eigen vervoer, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van:

    • a.

      een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland indien openbaar vervoer niet aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid.

  • 4. Indien de ouders meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland, dan wel openbaar vervoer voor zover deze aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vijfde lid.

  • 5. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland dan wel openbaar vervoer voor zover deze aanwezig is, wordt door het college geen bekostiging verleend.

  • 6. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college kent bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandcriterium van artikel 15 en

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer of eigen vervoer gebruik te maken of

    • b.

      eigen vervoer ontbreekt en de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, anderhalf uur of meer onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht of

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt en de leerling met gebruikmaking van eigen vervoer naar school of terug, anderhalf uur of meer onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per eigen vervoer kan worden teruggebracht of

    • d.

      de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer of eigen vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar of eigen vervoer kan worden teruggebracht, of

    • e.

      het openbaar vervoer én eigen vervoer ontbreken, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding en eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

  • 1. Indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is, verstrekt het college eveneens een bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer of aangepast vervoer aan ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15.

  • 2. Indien het college de, in het vorige lid bedoelde, aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 18 van toepassing.

Titeldeel 4 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs, in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid, bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b., artikel 18, tweede lid en artikel 20.

Titeldeel 5 EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT

Artikel 23 Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 22.050,00 wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. Voor het derde en volgende kind uit hetzelfde gezin is geen drempelbedrag verschuldigd.

  • 3. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 22.500,00.

  • 4. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die gebaseerd is op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 5. Het bedrag van € 22.500,00, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 22.500,00.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerlingen die een speciale school voor basisonderwijs bezoeken en voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24 Financiële draagkracht

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2. Ingeval het college, in plaats van een bekostiging in geld toe te kennen, het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer bedraagt dan 20 km, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

    0 – 30.500

    nihil

    30.500 – 36.500

    120

    36.500 – 42.000

    505

    42.000 – 48.000

    940

    48.000 – 54.500

    1.375

    54.500 – 60.500

    1.810

    Bij € 60.500,00 en verder per € 4.500,00 extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 445,00.

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,00.

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,00.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titeldeel 6 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS.

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Met in achtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2. Indien het college, de in het vorige lid bedoelde, aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 26 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

    • a.

      de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, anderhalf uur of meer onderweg is en de reistijd met eigen vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht of

    • b.

      het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 2. Indien aanspraak bestaat op bekostiging voor de vervoerskosten op basis van eigen vervoer, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van:

    • a.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland indien openbaar vervoer niet aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid.

  • 3. Indien de ouders meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland dan wel openbaar vervoer indien deze aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen vergoeding verleend.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 27 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt indien

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding- van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg , de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Titeldeel 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 29 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30 Intrekking oude regeling

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na uitgifte van de Nieuwe Ooststellingwerver waarin ze is geplaatst.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2009.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 21 april 2009. , griffier. , voorzitter.

1

Aanvullende beleidsregels Verordening Leerlingenvervoer Ooststellingwerf 2009 voor het vervoer van leerlingen naar een (speciale) school voor basisonderwijs en speciaal/voortgezet speciaal onderwijs

Uitzonderingen op de indicatiestellingIn de volgende gevallen zal er geen onafhankelijke indicatieadvies worden gevraagd:- Kinderen die afhankelijk zijn van een rolstoel- Kinderen die afhankelijk zijn van een rollator- Kinderen die zwaar meervoudig gehandicapt zijn- Kinderen met zware lichamelijke beperkingenBij twijfel of verschil van mening betreffende de ernst van de handicap zal altijd een indicatieadvies worden gevraagd.Berekening enkele reistijd artikel 1Voor de enkele reistijd wordt uitgegaan van maximaal anderhalf uur. Dit is inclusief het traject van huis naar de bushalte, wachttijden bij busstations en de looptijd van de bushalte naar school. Voor berekening van de enkele reistijd wordt uitgegaan van de reistijd voor het kind. Hierbij wordt niet gekeken naar de extra tijdsinvestering voor een eventuele begeleider.Begeleiding in het openbaar vervoer artikel 2Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het begeleiden of het laten begeleiden van hun kind in het openbaar vervoer. Alleen als “genoegzaam” wordt aangetoond, bij de aanvraag voor het vervoer, dat begeleiding niet mogelijk is of tot onredelijke tijdsinvestering zou leiden , kan dit resulteren in een indicatie voor aangepast vervoer. Genoegzaam aantonen kan door middel van bewijsstukken omtrent werk- en schooltijden van ouders/verzorgers, dat er niet kan worden deelgenomen aan een roulatiepoule met andere ouders, er geen oppas beschikbaar is voor kinderen jonger dan 4 jaar uit het eigen gezin en er geen andere begeleider kan worden ingezet.Maximale afstand bushalte van huis naar bushalte artikel 3De afstand tussen huis en de bushalte mag maximaal 2 kilometer bedragen. Dit is tevens de grens voor indicatie SBO/SO (voor voortgezet speciaal onderwijs is dit 4 kilometer) voor een vervoersindicatie. Deze afstand valt onder de eigen verantwoordelijkheid en rekening van de ouders. Als deze afstand groter is resulteert dit, onder voorbehoud, in een indicatie voor aangepast vervoer. Kinderen die het SBO/SO bezoeken maken gebruik van een centrale opstapplaats, tenzij anders geïndiceerd.Maximale afstand van de bushalte naar school artikel 4De school moet zich binnen maximaal 500 meter bevinden van de aankomst- en vertrekhalte van het openbaar vervoer. Hoewel dit een verantwoordelijkheid van de ouders betreft, kan een grotere afstand in principe leiden tot een indicatie voor aangepast vervoer. Maximale en minimale wachttijd bij bushalte bij overstap artikel 5 Als er een overstap moet worden gemaakt bedraagt de maximale wachttijd tussen de 2 verbindingen 10 minuten. De minimale overstaptijd tussen 2 verbindingen bedraagt 5 minuten.Maximale wachttijd bij school artikel 6Landelijk wordt een maximale wachttijd op school van 15 minuten gehanteerd. Hierbij geldt als uitgangspunt dat kinderen die maximaal een kwartier eerder (of later) op school zijn dan de aanvangstijd (of sluitingstijd) onder de verantwoordelijk van de school vallen.In gevallen waarbij deze norm wordt overschreden kan de gemeente een collectieve oplossing instellen op kosten van de gemeente (norm pauzebegeleiding)Aantal keer overstappen artikel 7Uitgangspunt is dat er maximaal twee keer mag worden overgestapt per enkele reis. Richtlijnen externe indicatiestelling artikel 8Als uitgangspunt wordt een eenmalige externe indicatie gehanteerd. Tenzij de onafhankelijke indicatieadviseur, gezien de ontwikkeling van het kind, aangeeft dat er voor een bepaalde periode een vervoersadvies wordt afgegeven.Vergoedingen artikel 9Wanneer een leerling recht heeft op een vergoeding op basis van openbaar vervoer –met of zonder begeleiding- kan de ouder kiezen voor een abonnement in natura of een financiële vergoeding gelijk aan de kosten van een abonnement. De vervoerskosten van de begeleider(s) worden betaald in de vorm van een financiële vergoeding op basis van het dagtarief openbaar vervoer. De ouder is vrij om de ze bijdrage te gebruiken voor een alternatieve vorm van vervoer en begeleiding . Dit laat onverlet dat ouders verantwoordelijk blijven voor het schoolbezoek van hun kinderen.Gradatie toekenningen en oefenen artikel 10De gradatie van de toekenningen zijn als volgt: Men kan een vergoeding in de kosten van vervoer aanvragen voor de volgende wijzen van vervoer:- Fietsen- Fietsen met begeleiding- Openbaar vervoer- Openbaar vervoer met begeleiding- Aangepast vervoerOuders/verzorgers wordt bij toekenning van openbaar vervoer, bij twijfel of hun kind hiertoe in staat is, aangeboden om 10 keer (5 keer heen en 5 keer terug) te oefenen met hun kind op kosten van de gemeente.