Regeling vervallen per 01-01-2013

Toeslagenverordening 2012

Geldend van 01-07-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Toeslagenverordening 2012

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. B.5

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 maart 2012;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, en artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB);

overwegende dat, de gemeenteraad bij verordening regels moet vaststellen voor welke categorieën van belanghebbenden de bijstandsnorm wordt verhoogd of verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald;

b e s l u i t :

vast te stellen de

TOESLAGENVERORDENING 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      gezinsnorm: norm bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet;

    • c.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3, zesde lid van de wet;

    • e.

      woonkosten:1. als een huurwoning wordt bewoond; de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;2. als een eigen woning wordt bewoond; de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 2 Doelgroep

De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar. Ingeval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend als alle gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn en twee gezinsleden tenminste 21 jaar of ouder zijn.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3 Toeslagen

  • 1. De toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 van de wet, bedraagt voor een alleenstaande of alleenstaande ouder:

    • a.

      20 procent van de gezinsnorm als in de woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

    • b.

      10 procent van de gezinsnorm als één of meer anderen het hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval niet wor-den gedeeld met een inwonend studerend kind dat aanspraak maakt op studiefinanciering of een tege-moetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt aan de alleenstaande van 21 jaar geen toeslag verstrekt.

  • 4 In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 22 jaar:

    • a.

      10 procent van de gezinsnorm als in de woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

    • b.

      5 procent van de gezinsnorm als één of meer anderen het hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

  • 5 Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing als artikel 6 van toepassing is.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4 Verlaging gezinsnorm

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gezinsnorm als in de woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind dat aanspraak maakt op studiefinanciering of een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 5 Verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

  • a.

    20% van de gezinsnorm als een woning wordt bewoond waaraan voor de belanghebbende geen aantoonbare woonkosten zijn verbonden;

  • b.

    10% procent van de gezinsnorm als geen woning bewoond wordt.

Artikel 6 Verlaging schoolverlaters

De verlaging bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 20 procent van de gezinsnorm, gedurende zes maanden.

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Toeslagenverordening 2012’.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

  • 2 De verordening ‘Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010’, vastgesteld op 20 april 2010, wordt ingetrokken per 1 juli 2012.

  • 3 Artikel II. Wijziging Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010 van de Verordening tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand 2012, wordt ingetrokken per 1 juli 2012.

  • 4 Deze verordening blijft van kracht bij de invoering van de Wet werken naar vermogen (WWnV) en de intrekking van de WWB. Waar in deze verordening wordt verwezen naar ‘wet’ zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid onder a, wordt bij invoering van de WWnV en de intrekking van de WWB verwezen naar de WWnV.

Ondertekening

 
Besloten in de openbare raadsvergadering van 24 april 2012.
                                                  , griffier                                                                                    , voorzitter.
 

Toelichting 1 Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012