Telecommunicatieverordening 2011

Geldend van 02-06-2011 t/m heden

Intitulé

Telecommunicatieverordening 2011

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. C.6

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011;

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening gemeente Ooststellingwerf inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden (Telecommunicatieverordening 2011).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a . wet: Telecommunicatiewet;b. openbaar elektronisch communicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet;c. kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet; d. voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;e. openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;f. aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet;g. werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;h. gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;i. college: college van burgemeester en wethouders;j. melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;k. instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;l. huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 2 m. in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt  als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;m. werkzaamheden van niet ingrijpende aard:- het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;- reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 2 m. en niet vallend onder artikel 3;- het maken van huisaansluitingen; 

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1 Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college middels een schriftelijke melding.

  • 2 Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover overleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3 Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4 Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk schriftelijk melding van de werkzaamheden.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1 Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert.

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:• een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;• een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;• een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;• de doorsnede van de kabel en indien van toepassing van de kabelgoot;• de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;• naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;• de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;• de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;• alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;• de beoogde begin- en einddatum van de werkzaamheden.

  • 2 Bij de melding als bedoeld in artikel 2, vierde lid van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

    • c.

      de locatie van de werkzaamheden;

    • d.

      een omschrijving van het gewenste tracé en de uit te voeren werkzaamheden met daarbij duidelijke tekeningen (in 3-voud) en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

  • 3 Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Beslistermijn en aanhouding

Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1 Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 2 Indien binnen twee jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 3 Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in groenvoorzieningen en bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 4 De vergoedingen voor het herstraten van verhardingen wordt geregeld via het instemmingsbesluit in overeenkomst met de algemene Richtlijn (Graaf)werkzaamheden Telecom van het VNG.

Artikel 7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1 Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2 Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4 Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening gemeente Ooststellingwerf vastgesteld d.d. 20 juli 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1 De Telecommunicatieverordening gemeente Ooststellingwerf vastgesteld d.d. 20 juli 1999 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2 Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening gemeente Ooststellingwerf vastgesteld d.d. 20 juli 1999 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 12 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecomverordening 2011 Ooststellingwerf.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 24 mei 2011.
                     , griffier.                                                , voorzitter. 

Toelichting 1 Telecomverordening 2011 Ooststellingwerf

Artikel 1: BegripsomschrijvingenDe begripsomschrijvingen zijn voor zover nodig aan de nieuwe nummering van de Telecommunicatiewet aangepast.

Kanttekeningen:• Openbaar telecommunicatie elektronisch communicatienetwerkDe gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

• KabelsOnder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken en beschermingswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.

• VoorzieningenIn de begripsomschrijving zijn de voorzieningen apart genoemd. Voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen volgens artikel 5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).

• Werkzaamheden van niet-ingrijpende aardMet het apart definiëren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4, lid 5, van de Telecommunicatiewet. Binnen de begripsbepaling zijn enige voorbeelden opgenomen van niet ingrijpende werkzaamheden. Om te voorkomen dat een aanbieder met alleen een simpele melding een wegkruising kan aanbrengen heeft de gemeente er voor gekozen om werkzaamheden met een lengte van maximaal 2 m. als niet-ingrijpend te definiëren. Om dezelfde reden is een huisaansluiting gedefinieerd met een lengte van 2 m.

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamhedenDe algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 5 verordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden.In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.Het vierde lid geeft de mogelijkheid van een melding van drie werkdagen dagen voor de aanvang van de werkzaamheden. De melding omschreven in lid 4 kan per e-mail of per telefoon gedaan worden.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Deze melding mag per telefoon worden gedaan. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. De door het college aangestelde ambtenaren zijn de toezichthouders van het cluster Beheer en Onderhoud van de afdeling Ruimte.

Artikel 4: GegevensverstrekkingDit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet. Aanvullend is er ter explicitering als onderdeel opgenomen dat de aanbieder de begin- en einddatum van de graafwerkzaamheden opgeeft.

Artikel 5: Beslistermijn en samenloopAansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is een redelijke termijn te noemen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemmingDe wetgever heeft in de Telecommunicatiewet de voorschriften op genomen, die het college in het instemmingsbesluit kan opnemen. Het gaat om artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet:

2. Burgemeester en wethouders kunnen om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen.3. De voorschriften kunnen slecht betrekking hebben opa. De plaats van de werkzaamheden;b. het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang van aanvang, behoudens zeer zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag plaatsvinden dan 12 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;c. de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;d. het bevorderen van medegebruik van de voorzieningen;e. het afstemmen van overig in de grond aanwezige werken.

Deze bepalingen dient het college in acht te nemen bij het geven van voorschriften bij het instemmingbesluit. Hierbij moet worden bedacht dat het instemmingsbesluit een beschikking is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de aanbieder, indien deze het niet eens is met de gegeven voorschriften bij het instemmingsbesluit, in bezwaar en beroep kan gaan resp. bij de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Artikel 17.1 Telecommunicatiewet.). Artikel 6 van verordening geeft invulling aan artikel 5.4, tweede en derde lid van de wet.Het college kan de werkingsduur van het instemmingsbesluit beperken om te voorkomen dat een aanbieder nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken. De werkingsduur van een instemmingsbesluit is gesteld op 6 maanden en de werkzaamheden moeten zijn voltooid 6 maanden na aanvang. Dit is in het instemmingsbesluit zelf geregeld.Het eerste lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstellen over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.Het tweede en derde lid heeft betrekking op de situatie dat er een instemmingsbesluit wordt gevraagd voor een tracé door een straat, waarvan de verharding in de afgelopen 2 jaar is vernieuwd of aangelegd of voor een tracé door een groenvoorziening. In het vooroverleg tussen gemeente en aanbieder zal dan worden onderzocht of een alternatief tracé mogelijk is, waarover partijen het eens kunnen worden. Indien geen alternatief tracé kan worden gevonden of indien de aanbieder het alternatieve tracé afwijst, zal de gemeente herstel over de gehele straat- of trottoirbreedte eisen.Zo’n eis tot schadevergoeding maakt geen deel uit van het instemmingsbesluit, maar vormt een nadere concretisering van art. 5.7 Tw inzake schadevergoeding. Wel kan het instemmingsbesluit verwijzen naar gemaakte of te maken afspraken inzake vierkant herstraten. Een eventueel geschil inzake schadevergoeding zal, ongeacht de hoogte van de vordering, ingevolge art. 5.13 Tw worden beslist door de kantonrechter.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverlegZoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder. Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningenArtikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel.Artikel 5 lid 2b van het wetsontwerp Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voorzover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Op deze wijze voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels. De WION registreert echter niet of de kabels al dan niet in gebruik zijn.

Artikel 9: Intrekking oude verordeningDe oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking kan treden. De laatste wijziging dateert van 2007.

Artikel 10: OvergangsrechtHet moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

Artikel 11: InwerkingtredingTenzij de gemeenteraad anders besluit treedt de verordening geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie. Op hetzelfde tijdstip dient de oude telecommunicatieverordening te worden ingetrokken. De nog lopende instemmingbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat vallen onder de oude verordening.

Artikel 12: CiteerartikelDoor toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor eenieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.