Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015

Geldend van 25-07-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015

De raad der gemeente Oostzaan,

gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en);

gelet op artikel 90 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit: vast te stellen de volgende

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats gelegen achter de Nederlands Hervormde Kerk. Kerkbuurt 12 te Oostzaan

particulier graf : een graf, urnengraf , kindergraf of urnennis daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

-het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

algemeen graf : een graf waarbij geen uitsluitend recht is verleend (max 10 jaar)

urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats : een plaats waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaat of gedenkplaats;

gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

college: college van burgemeester en wethouders van Oostzaan;

beheerder : de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

rechthebbende : degene die zeggenschap heeft over het particuliere graf.

stoffelijk overschot: lijk als bedoeld in artikel 2 eerste lid onder a van de Wet op de lijkbezorging.

grafakte: het schriftelijke besluit waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening namens het college grafrecht wordt verleend.

Onderhoud begraafplaats: het algemene onderhoud van de begraafplaats wordt afgekocht of jaarlijks verrekend via de gemeentelijke belastingen.

Artikel 2: vervallen

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

De begraafplaats is dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden afgesloten.

Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats(en) te verrichten.

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen en fietsen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur;

    • c.

      niet toegankelijk voor kinderen tot en met 12 jaar zonder begeleiding van een volwassene.

    • d.

      niet toegankelijk voor niet aangelijnde huisdieren.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in lid 1 en lid 2 a.

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene, die wil doen begraven, as doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het stoffelijk overschot,dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder/administratie.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 14, tweede lid.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 9 Tijden van begraving en asbezorging

  • 1. 1.De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

    op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur;

    Alles wat buiten deze uren valt zijn bijzondere uren en dan geldt een tarief van 150 %, ook

    op zaterdag van 09.00 tot 15.00 uur.

  • 2. 2.Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    a. Particuliere urnengraven;

    b. particuliere urnennissen

    c. particuliere kindergraven

    d. algemene graven

    e. particuliere bandengraven

    f. particuliere beplantingsg;

    Strooiveld aanwezig voor het uit van as.trooien

  • 2. Het college kan bij nader vast te stellen regels bepalen hoeveel stoffelijke overschotten en hoevebussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging( 10 jaar).el as

  • 3. Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene- en particuliere graven onderverdel categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.en in

Artikel 11 termijn algemene graven

In de algemene graven kunnen maximaal 2 stoffelijke overschotten worden begraven.

het uitgiftetermijn is maximaal 10 jaar.

Een asbus kan niet worden bijgezet in een algemeen graf

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1. De algemene graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Termijnen particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal tien en maximaal twintig jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven.

  • 2. Het voor bepaalde termijn verleende recht wordt op verzoek, mits gedaan binnen 1 jaar voor het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid, telkens verlengd, met dien verstande dat het college kan bepalen dat een periode van verlenging niet korter is dan vijf jaar en niet langer is dan twintig jaar. Bij verlenging van de grafrechten en afkoop onderhoud van de begraafplaats gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

  • 3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 14, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 4. Zodra samenvoegen van overblijfselen uit de eerste of tweede verdieping van particuliere graven, die in het verleden voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven, nodig is zodat er ruimte gaat ontstaan voor (twee) nieuwe grafruimten, vervalt het karakter van onbepaalde tijd (conform brief d.d. 8 juli 1981, verzonden aan alle rechthebbenden van een graf voor onbepaalde tijd). Op dat moment gaat het grafrecht van 20 jaar in. Bij verlenging van dit grafrecht (na die 20 jaar) gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. . Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 15 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht en algemeen onderhoud Begraafplaats. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 16 Van gemeentewege

  • 1. Het aanleggen, het openen, het sluiten, het ruimen van graven, het begraven, het opgraven en het herbegraven van stoffelijke overschotten in andere grafruimten en het afnemen en herplaatsen van voorwerpen op graven in verband met het openen van graven geschiedt uitsluitend van gemeentewege.

  • 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 17 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels, die vermeldt staan in de uitvoeringsvoorschriften behorende bij de beheerverordening begraafplaatsen.,

    • b.

      Indien er geen toestemming is van de rechthebbende.

Artikel 18 Grafbeplanting

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Achter de grafsteen mogen geen vazen , potten of gieters bewaard worden. Deze worden door de beheerder verwijderd.

Artikel 19 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de grafrecht termijn door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen de termijn van drie maanden (zie artikel 19 derde lid) is afgehaald.

  • 5. Het afnemen van gedenktekens, beplanting en voorwerpen voor begraven of bijzetten door de gemeente, geschiedt voor risico van de rechthebbende of belanghebbende. De kosten hiervoor zijn voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende.

  • 6. De gemeente is niet aansprakelijk voor breuk of andere beschadigingen , tenzij deze ontstaan is door schuld of grove nalatigheid van de gemeente.

Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 21 Onderhoud door de gemeente

  • 1. Het college bepaalt het onderhoud van de grafbedekkingen en beplantingen en stelt regels ten aanzien van de omvang van het onderhoud.

  • 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde onderhoudswerkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een algemeen- respectievelijk particulier graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het betreffende graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden respectievelijk rechthebbenden gebracht, tenzij het adres van de belanghebbende dan wel rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maakt het college het voornemen tot ruimen uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief bekend, tenzij door een rechthebbende reeds afstand is gedaan van het recht.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats.

  • 3. Belanghebbenden van een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving .

  • 4. De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze overblijfselen te verzamelen om deze opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 5. De grafrechten vervallen:

    • -

      door het verlopen van het termijn

    • -

      indien de rechthebbende afstand doet van het grafrecht

    • -

      indien de betaling van het grafrecht/onderhoud niet binnen 2 maanden geschied.

    • -

      Indien de rechthebbende van een graf is overleden en er binnen één jaar geen nieuwe rechthebbende zich heeft gemeld.

    • -

      In alle gevallen is restitutie niet mogelijk.

HOOFDSTUK 7 INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 23 Lijst

  • 1. Het college kan een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om een lijst als bedoeld in het eerste lid te worden bijgeschreven.

  • 3. De raad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 8 INRICHTING REGISTER

Artikel 24 Voorschriften

  • 1. Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven stoffelijke overschotten en de bezorgde as.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de ambtenaar die verantwoordelijk voor de administratie van de begraafplaats is.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 25 Overgangsbepaling

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Oostzaan 2002 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 26 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op een nader door het college te bepalen dag in werking, met ingang van welke datum de bestaande Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Oostzaan 2002 (in werking getreden op 2-1-2002) vervalt.

Deze verordening treedt in werking acht dagen na bekendmaking.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als.

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015

Ondertekening

Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Oostzaan d.d. 29 juni 2015
de voorzitter, de griffier,