Regeling vervallen per 27-11-2017

Gemeenschappelijke Regeling Regionale Samenwerking Volkshuisvesting Zaanstreek

Geldend van 01-01-1993 t/m 26-11-2017

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Regionale Samenwerking Volkshuisvesting Zaanstreek

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland, te samen met de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van Oostzaan en Zaanstad;

Overwegende:

dat op basis van het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) het rijksbeheer van een aantal budgetten wordt gedecentraliseerd;

dat de gemeenten boven de norm van 30.000 inwoners bij dit beheer met ingang van 1 januari 1992 worden aangemerkt als zgn. rechtstreekse gemeente C.q. budgethouder en gemeenten onder deze norm eerst nog te maken hebben met het Rijk en per 1 januari 1993 met het provinciebestuur als budgethouder;

dat een verdergaande decentralisatie mogelijk is naar de regio, mits een samenwerkingsverband wordt opgezet van minimaal eenzelfde grootte als de norm voor een rechtstreekse gemeente;

dat het provinciale bestuur erop heeft aangedrongen de samenwerking te richten naar het gebied van de regionale woningmarkt, welke voor ons gebied niet samenvalt met het door Provinciale Staten op 16 december 1985 op grond van artikel 2 van de Wet gemeenschap pel ij ke regeling (Wgr) aangewezen samenwerkingsgebied, maar dat sinds 1986 onder gemeenschappelijke noemer een functie vervult op volkshuisvestingsgebied;

dat de bestuursvorm van die samenwerking geënt dient te zijn op de Wgr en een op basis daarvan in te stellen openbaar lichaam;

dat binnen het samenwerkingsgebied er, gezien de in het besluit genoemde norm, bij de afzonderlijke gemeenten behoudens Zaanstad onvoldoende draagvlak aanwezig is, maar door samenwerking toch in aanmerking gekomen kan worden voor een doordecentralisatie van de in het BWS genoemde bevoegdheden op het gebied van de volks-

huisvesting;

dat het gemeentebestuur van Zaanstad zich als zgn. rechtstreekse gemeente in een vorm van samenwerking kan vinden, mits gegarandeerd wordt dat minimaal 85 procent van toe te delen eenheden als bedoeld in het BWS ten behoeve van Zaanstad geoormerkt wordt en vanwege het door Zaanstad opgebouwde apparaat de uitvoerende taken van het BWS bij haar komen te liggen en de beleidstaken van het BWS bij het in te stellen

Openbaar Lichaam;

dat de gemeentebesturen de intentie hebben uitgesproken op dit gebied samen te werken, waardoor alle deelnemers per saldo voordeel trekken, nl. dat er binnen de budgetten geschoven en gespaard kan worden en/of de budgetten kunnen worden

verdeeld;

dat de betrokken gemeentebesturen gezien de in het samenwerkingsgebied zich voordoende omstandigheden zich hebben uitgesproken voor een model, waarbij enerzijds voor de beleidstaken een Openbaar Lichaam wordt ingesteld en anderzijds ten aanzien van de uitvoeringstaken wordt aangesloten bij de onder het gemeentebestuur van Zaanstad op volkshuisvestingsgebied aanwezige deskundigheid en specialismen;

gelezen het besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland d.d. 15 juni 1992 en dat van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland d.d. 12 mei 1992 tot overdracht van hun bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 81 e.v. van de Woningwet en het Besluit Woninggebonden Subsidies 1992 en 1993 aan de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de hierboven genoemde gemeenten (behalve Zaanstad), onder de voorwaarde dat zij daartoe gaan samenwerken in een gemeenschappelijke regeling op grond van artikel 8 van de Wet gemeenschappelij ke regelingen;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, het Besluit Woninggebonden Subsidies 1992 en 1993, de Woningwet, de Woonruimtewet en het Besluit Beheer Sociale Huursector.

b e s l u i t e n:

vast te stellen en aan te gaan de hierna volgende

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONALE SAMENWERKING VOLKSHUISVESTING ZAANSTREEK

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    deelnemers: de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan.

  • b.

    openbaar lichaam: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2.

  • c.

    de wet: de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.

  • d.

    het besluit: het Besluit Woninggebonden Subsidies.

Belang, taken, bevoegdheden.

Artikel 2 Belang.

  • 1. Voor de verwezenlijking van de samenwerking op het gebied van de volkshuisvesting in de Zaanstreek wordt bij dezen ingesteld een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van de wet.

  • 2. Er is een openbaar lichaam genaamd Openbaar Lichaam Regionale Samenwerking Volkshuisvesting Zaanstreek.

  • 3. Het Openbaar Lichaam is gevestigd te Zaanstad.

Artikel 3 Taak.

Het Openbaar Lichaam heeft tot taak de uitvoering van het regionaal budgethouderschap volkshuisvesting als bedoeld in de Woningwet en in het besluit.

Artikel 4 Bevoegdheden openbaar lichaam

Ter verwezenlijking van de belangen en taken, waarvoor deze regeling wordt getroffen, komen aan het Bestuur van het Openbaar lichaam alle bevoegdheden toe behorend bij de processen en activiteiten ingevolge het besluit en de doordecentralisatie met ingang van 1 januari 1993 aan een regionaal samenwerkingsverband worden toegekend. Daartoe wordt in ieder geval gerekend;

  • a.

    het vaststellen en wijzigen van de subsidieverordening als bedoeld in het besluit;

  • b.

    het in dat kader toedelen van eenheden/budgetten naar de deelnemers, binnen de door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer toegekende budgeLten, alsmede vrijkomende middelen (sparen/ontsparen, financiële tegenvallers waaronder sancties van rij kswege op besteding van de eenheden/budgetten);

  • c.

    het jaarlijks uitbrengen van advies aan Gedeputeerde Staten omtrent het regionale bouwprogramma en de verdeling over de gemeenten van de onderscheiden onderdelen van het voorlopig programma als bedoeld in artikel 3 van het besluit;

  • d.

    de coördinatie en afstemming van de besteding van de toegedeelde eenheden/budgetten;

  • e.

    het aan de hand van het vorenstaande opstellen van regionale meerjarenprogramma's;

  • f.

    het evalueren van de, op basis van de in dit artikel genoemde bevoegdheden, gedane activiteiten;

  • g.

    het adviseren aan de deelnemende gemeentebesturen over andere zaken de volkshuisvesting betreffende;

  • h.

    het afgeven van beschikkingen op aanvragen om geldelijke steun ten laste van de regionale volkshuisvestings budgetten;

  • i.

    het beheer van de kasgelden die vanwege het Rijk in het kader van het besluit ter beschikking worden gesteld;

  • j.

    het vaststellen van het verslag als bedoeld in artikel 12, onderdeel h. van het besluit.

Artikel 5 Werkzaamheden gemeente Zaanstad

Tussen het Openbaar Lichaam en de gemeente Zaanstad zal een overeenkomst worden gesloten, waarbij ondermeer zal worden vastgelegd welke feitelijke werkzaamheden in verband met de uitvoering van het Besluit door de gemeente Zaanstad zullen worden uitgevoerd.

Artikel 6 Bestuur.

Het bestuur van het Openbaar Lichaam bestaat uit:

  • a.

    Het Algemeen Bestuur;

  • b.

    Het Dagelijks Bestuur;

  • c.

    De Voorzitter;

  • d.

    Commissies, voor zover deze involge artikel 7 zijn ingesteld.

Artikel 7 Commissie

  • 1. Door het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam kunnen met toepassing van artikel 25 van de Wet commissies worden ingesteld.

  • 2. Het Algemeen Bestuur stelt zonodig een huishoudelijk reglement ten behoeve van een commissie vast.

Artikel 8 Samenstelling Algemeen Bestuur.

  • 1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 7 leden, te weten:

    2 leden aangewezen door de raad van Oostzaan,

    2 leden aangewezen door de raad van Wormerland,

    3 leden aangewezen door de raad van Zaanstad.

  • 2. Tot de ingevolge lid I door de raden aan te wijzen leden van het algemeen bestuur behoren in elk geval de leden van de colleges van burgemeester en wethouders, belast met de portefeuille volkshuisvesting.

  • 3. De leden van het Algemeen Bestuur treden af op het moment van verlies van het lidmaatschap van de raad welke hen heeft aangewezen of van het voorzitterschap van de raad.

  • 4. De leden als bedoeld in het tweede lid treden af als zij de in dat lid bedoelde hoedanigheid niet meer bezi tten.

  • 5. De leden van het Algemeen Bestuur worden aangewezen voor een periode die samenvalt met de zittingsduur van de Gemeenteraad.

  • 6. De aanwijzing van de vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van de gemeenteraad in de nieuwe samenstelling na gehouden verkiezingen.

  • 7. De leden van het Algemeen Bestuur treden af op de dag, waarop de leden van het orgaan dat hen heeft aangewezen, aftreden.

  • 8. Het lid dat ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden open gevallen plaats tot lid van het Algemeen Bestuur is aangewezen treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats het is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

  • 9. Het aanwijzen van leden ter vervulling van plaatsen die buiten de gewone tijd van aftreden open vallen, vindt plaats binnen 8 weken na dat open vallen.

Artikel 9 Samenstelling Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 3 leden.

  • 2. Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden de leden van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, belast met de portefeuille volkshuisvesting, aan als lid van het dagelij ks bestuur.

  • 3. De leden van Dagelijks Bestuur treden als lid van het Bestuur af op de dag, waarop de zittingsperiode van de leden van het Algemeen Bestuur afloopt.

  • 4. Voor elk van de leden in het Dagelijks Bestuur worden door het orgaan dat hen heeft aangewezen, plaatsvervangers aangewezen.

  • 5. Hij, die ophoudt lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt tevens op lid of plaatsvervangend lid van het Dagelijks Bestuur te zijn.

Artikel 10 De voorzitter

  • 1. Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden het door de gemeenteraad van Zaanstad aangewezen lid, tevens lid van het college van burgemeester en wethouders, belast met de portefeuille volkshuisvesting, aan als voorzitter.

  • 2. Op voordracht van het dagelij ks bestuur wijst het algemeen bestuur uit zijn midden een lid van het dagelijks bestuur aan als plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De voorzitter is voorzitter van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

  • 4. De voorzitter is aan het algemeen bestuur en dagelijks bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur. Hij geeft aan het algemeen- en dagelijks bestuur, wanneer deze besturen of een of meer leden daarom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen, tenzij het algemeen belang zich daartegen verzet.

Artikel 11 De secretaris

  • 1. Het Algemeen Bestuur benoemt op voordracht van Burgemeester en Wethouders van Zaanstad een ambtelijk secretaris van het Openbaar Lichaam.

  • 2. De secretaris staat het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter en de commissies bij alles wat de hun opgedragen taken betreft terzijde.

  • 3. De secretaris is in dienst van de gemeente Zaanstad.

  • 4. Het Algemeen Bestuur stelt regels voor de vervanging van de secretaris bij diens afwezigheid.

  • 5. De stukken uitgaande van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur worden door de secretaris medeondertekend.

  • 6. Het Algemeen Bestuur is bevoegd, na overleg met Burgemeester en Wethouders van Zaanstad, de secretaris uit zijn functie te ontheffen.

  • 7. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, na overleg met het Algemeen Bestuur, de secretaris te schorsen.

Artikel 12 Vergaderingen Algemeen Bestuur.

Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste twee keren per kalenderjaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt, danwel tenminste 1/3 van het aantal leden dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.

Artikel 13 Vergaderingen Dagelijks Bestuur.

Het Dagelijks Bestuur vergadert tenminste vier keren per kalenderjaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter nodig oordeelt of tenminste één lid van het Dagelijks Bestuur zulks schriftelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen verzoekt.

Artikel 14 Reglement van Orde.

Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur stellen, met inachtneming van de bepalingen in deze regeling, een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen.

Artikel 15 Bevoegdheden Algemeen Bestuur

Aan het Algemeen Bestuur komen in het kader van deze regeling alle bevoegdheden toe, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen.

Artikel 16 Informatie- en verantwoordingsplicht.

  • 1. Het Algemeen Bestuur geeft binnen drie maanden aan de raden van de deelnemende gemeenten de door een of meer leden van die raden schriftelijk gevraagde inlichting, waarvan het verstrekken niet in strijd is met op het openbaar belang.

  • 2. Een lid van het Algemeen Bestuur verstrekt de gemeenteraad, die hem als lid heeft aangewezen, schriftelijk de door een of meer leden van die raad schriftelijk verlangde inlichtingen.

  • 3. Een lid van het Algemeen Bestuur is aan de gemeenteraad, die hem als lid heft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in het Algemeen Bestuur gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording geschiedt volgens door de betrokken gemeenteraad nader te stellen regels.

Artikel 17 Bevoegdheden Dagelijks Bestuur.

Tot de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam behoort:

  • a.

    de voorbereiding van al hetgeen in de vergadering van het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing moet worden gebracht;

  • b.

    het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur;

  • c.

    het voorstaan van de belangen van het Openbaar Lichaam bij andere overheden, instellingen, diensten of personen, waarmee contact van het Openbaar Lichaam van belang is;

  • d.

    het beheer van de activa en passiva van het Openbaar Lichaam;

  • e.

    de zorg, voor zover deze niet aan anderen is opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

  • f.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;

  • g.

    het benoemen, schorsen en ontslaan van personeel van het Openbaar Lichaam, al dan niet op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, een en ander voorzover de regeling niets anders bepaalt en voorzover het Algemeen Bestuur zich de desbetreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden;

  • h.

    het doen van beroep op ambtelijke bijstand van een of meer deelnemende gemeenten;

  • i.

    het houden van toezicht op alles wal het Openbaar Lichaam aangaat;

Artikel 18 Informatie- en verantwoordingsplicht.

  • 1. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het Algemeen Bestuur de door een of meer leden van dit bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het Algemeen Bestuur verant\voording af over het door het Dagelijks Bestuur of een der leden gevoerde bestuur.

  • 3. Het reglement van orde van het Algemeen Bestuur houdt bepalingen in omtrent de wijze, waarop de leden van het Dagelijks Bestuur de hier bedoelde inlichtingen verstrekken en verantwoording afleggen.

Artikel 19 Bevoegdheden voorzitter.

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Hij tekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan. Artikel 75, lid 2 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De voorzitter vertegenwoordigt het Openbaar Lichaam in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente, die partij is in een geding, waarbij het Openbaar Lichaam is betrokken, oefent een ander door het Dagelijks Bestuur uit zij n midden aan te wijzen lid deze bevoegdheid uit.

Artikel 20 Ondertekening.

Adviezen of andere officiële geschriften, welke als onderdeel van de uitvoering door het Openbaar Lichaam worden ondertekend door de wettelijk daartoe bevoegden. De bevoegdheid tot het ondertekenen van stukken kan worden gemandateerd naar een bestuurslid.

Artikel 21 Kosten.

  • 1. Het Openbaar Lichaam stclt een begroting op en houdt een boekhouding en jaarrekening bij ten behoeve van de financiële gevolgen van de uitvoering van deze regeling.

  • 2. De kosten van het Openbaar Lichaam, met inbegrip van de kosten verband houdend met de taken die de gemeente Zaanstad involge de in artikel 5 genoemde overeenkomst worden opgedragen, worden over de gemeenten versleuteld naar rato van de toegedeelde eenheden nieuwbouw en woningverbetering in dat dienstjaar.

Artikel 22 Financieel Beheer.

Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot het systeem en de organisatie van het financieel beheer en de financiële administratie.

Het boekjaar van het Openbaar Lichaam is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 23 Begroting

  • 1. Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur zendt het ontwerp van de begroting voor 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar, waarvoor het moet dienen aan de bevoegde organen van de deelnemers.

  • 3. De bevoegde organen van de deelnemcrs kunnen omtrent het ontwerp van de begroting aan het Dagelijks Bestuur van hun gevoelens doen blijken binnen acht weken na verzending van het ontwerp.

  • 4. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast voor 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar, waarvoor deze moet dienen.

Artikel 24 Rekening

Van de inkomsten en uitgaven van het Openbaar Lichaam wordt door het Dagelijks Bestuur voor elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het Algemeen Bestuur onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden, waaronder een verslag van een onderzoek naar de deugdelij kheid van de rekening.

Het Algemeen Bestuur stelt de rekening voorlopig vast voor 1 juli volgend op het dienstjaar, waarop deze betrekking heeft.

Artikel 25 Kosten uitvoering taken door de gemeente Zaanstad.

  • 1. De door de gemeente Zaanstad gemaakte kosten verband houdende met de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 5 worden in rekening gebracht bij het Openbaar Lichaam.

  • 2. Een begroting van de in lid 1 bedoelde kosten dient voor 1 maart voorafgaande aan het dienstjaar bij het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam worden ingediend.

  • 3. De in de begroting, als bedoeld in lid 2, opgenomen kosten zullen worden bevoorschot op 1 juli van het betreffende dienstjaar aan de gemeente Zaanstad.

  • 4. Na afloop van het dienstjaar, doch uiterlijk voor 1 april, wordt door de gemeente Zaanstad een rekening opgesteld van de gemaakte kosten.

  • 5. Het Openbaar Lichaam zal binnen 1 maand na ontvangst van de In lid 4 bedoelde rekening tot verrekening met de gemeente Zaanstad overgaan.

Artikel 26 Archief.

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden met inachtneming van de ingevolge artikel 37 van de Archiefwet 1962 vast te stellen regeling.

  • 2. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.

  • 3. Voor de bewaring van de op grond van de Archiefwet 1962 over te brengen archiefbescheiden wijst het Algemeen Bestuur een archiefbewaarplaats aan.

  • 4. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland oefenen het toezicht uit op de zorg voor de archiefbescheiden.

Artikel 27 Wijziging toe- en uittreding en opheffing.

  • 1. Een wijziging van de regeling kan worden voorgesteld door elke deelnemer.

  • 2. Een besluit tot wijziging van de regeling komt tot stand na een unaniem besluit van alle deelnemers.

  • 3. Een besluit tot opheffing van de regeling komt tot stand op grond van een daartoe strekkend besluit van ten minste 1 deelnemer.

  • 4. Een uittreding uit dan wel een toetreding tot de regeling geschiedt door middel van daart.oe strekkende besluiten van een deelnemer, respectievelijk van de bestuursorganen van een toetredende gemeente.Ingeval van toetreding moeten ten minste twee van de deelnemers hiermede instemmen. In geval van uittreding van een deelnemer of opheffing van de regeling worden de financiële gevolgen door Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam in een rapportage neergelegd.

  • 5. Een rapportage als bedoeld in het 4e lid, wordt in ieder geval ter behandeling ingebracht in de door het Algemeen Bestuur ingestelde commissies en vervolgens ter behandeling toegezonden aan de deelnemers.

  • 6. Indien bij een besluit tot uittreding of opheffing niet tot overeenstemming kan worden gekomen, geeft het/\lgemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam het VB Accountantskantoor VNG of een andere deskundige opdracht een liquidatieplan op te stellen, waarbij in ieder geval afkoopsommen worden berekend als bijdrage in alle relevante kosten die verband houden met de liquidatie.

  • 7. Alvorens tot de in het hierna volgende lid bedoelde besluitvorming over te gaan, worden de deelnemers minimaal drie maanden tevoren gehoord met betrekking tot een ontwerp-liquidatiebesluit.

  • 8. Het liquidatie besluit wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam en ter goedkeuring toegezonden aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland.

  • 9. Een besluit tot wijziging, toe- en uittreding, of opheffing gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarop de inschrijving in het provinciale register als bedoeld in artikel 27 van de wet heeft plaatsgevonden.

  • 10. De deelnemers zijn verplicht de nadelige consequentie van het opheffen van de regeling, dan wel van een henzelf aangaand besluit tot uittreden, voor hun rekening te nemen.

Artikel 28 Slotbepalingen

  • 1. Voordat over een geschil, als bedoeld in artikel 28 van de wet, de beslissing van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland wordt ingeroepen, leggen de deelnemers het geschil voor aan een daartoe door de betrokken partijen in te stellen en nader te regelen geschi llcnad viescom missie.

  • 2. De in lid 1 genoemde partijen dragen ieder hun eigen kosten, zoals bijvoorbeeld die van aangetrokken of benoemde deskundigen en adviseurs.

  • 3. De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken partijen en brengt advies uit aan partijen over de mogelijkheden om deze tot elkaar te brengen.

  • 4. Het gemeentebestuur van Zaanstad draagt zorg voor de toezending als bedoeld 111 artikel 26, eerste lid van de wel.

  • 5. De deelnemers dragen er zorg voor dat de opname in de registers als bedoeld in artikel 27, eerste lid van de wet, zal plaatsvinden zo spoedig mogelijk na ontvangst van de mededeling dat de regeling, een besluit tot wijziging daarvan, danwel besluiten tot toeof uittreding, is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

  • 6. Van de opname in het gemeentelijke register wordt door de desbetreffende deelnemer het gemeentebestuur van de gemeente Zaanstad ingelicht.

  • 7. Deze gemeenschappelijke regeling kan worden aangehaald als "Regionale Samenwerking Volkshuisvesting Zaanstreek".

  • 8. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1993, nadat opname in het provinciale register als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de wet heeft plaatsgevonden.

  • 9. In afwijking met het gestelde in artikel 8, lid 3, vindt na inwerkingtreding van de regeling aanwijzing van vertegenwoordigers in het Algemeen Bestuur plaats in de eerste vergadering van de gemeenteraad na het tijdstip van inwerkingtreding.

  • 10. De regeling wordt geacht te zijn getroffen voor onbepaalde tijd. Indien het besluit mocht komen te vervallen cn/of de overdrachtsbesluiten in het kader van het besluit van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland worden ingetrokken, vervallen. met uitzondering van de afhandeling van in het verleden aangegane administratieve en financiële verplichtingen, alle taken. De deelnemende gemeenten beslissen in dat geval zo spoedig mogelijk over de aanpassing, danwel opheffing van de regeling.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering d.d. 1 SEP. 1992
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
gemeenteraad op 28 SEP. 1992