Regeling vervallen per 25-11-2010

Verordening naamgeving en adressering Gemeente Opmeer 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 24-11-2010

Intitulé

Verordening naamgeving en adressering Gemeente Opmeer 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adres: een benaming, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding, die door het college is toegekend aan een als zodanig aangewezen adresseerbaar object.

  • b.

    Authentiek adresseerbaar object: een verblijfsobject, lig- of standplaats, gelegen op het gemeentelijk grondgebied. Niet-authentiek adresseerbaar object: een afgebakend terrein en alle overige m.b.t. locatieaanduiding aan te wijzen objecten (gemeentelijk administratief adres).

  • c.

    Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

  • d.

    Bouw- en/of kunstwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • e.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • f.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, complex van vakantiehuisjes, agrarisch complex, etc).

  • g.

    Gebouw: vrijstaande, overdekte en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte van enige omvang, die voor mensen toegankelijk is, direct of indirect met de grond is verbonden en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • h.

    Ligplaats : is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren van een woon-, bedrijfsmatige-, of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

  • i.

    Nummeraanduiding: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer dan wel combinatie van letters en cijfers, als zodanig toegekend aan een adresseerbaar object.

  • j.

    Openbaar gebied: alle voor openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw – en/of kunstwerken die daar deel van uitmaken.

  • k.

    Openbare ruimte: een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van het openbaar gebied binnen een woonplaats en waaraan een naam is toegekend.

  • l.

    Pand: is de kleinste, bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig constructief zelfstandige eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

  • m.

    Rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

  • n.

    Standplaats: een door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • o.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

  • p.

    Verblijfsobject: is de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare ruimte, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van rechtshandelingen.

  • q.

    Woonplaats: een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat apart wordt onderscheiden en waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en openbare ruimten

  • 1. Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste één woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken en/of buurten verdelen en zo nodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2. Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden openbare ruimten en zo nodig aan complexen en bouw- en/of kunstwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en/of intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Toekennen van adressen aan adresseerbare objecten

  • 1. Het college kent aan elk adresseerbaar object of een te onderscheiden deel daarvan een adres toe, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding.

  • 2. Indien aan een adresseerbaar object meer dan één adres wordt toegekend, worden de adressen onderscheiden in hoofdadres en nevenadressen.

  • 3. Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en/of intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummeraanduidingen aanbrengen

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat aan openbare ruimten toegekende namen middels naamdragers (naamborden) zichtbaar zijn en in voldoende aantallen ter plaatse worden aangebracht.

  • 2. Aan een adresseerbaar object dat een adres heeft gekregen, moet de nummeraanduiding op een doeltreffende wijze middels een nummerdrager (nummerbord) zijn aangebracht.

  • 3. Het is eenieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerdragers, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamdragers

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van openbare ruimten en/of verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerdragers aanbrengen

  • 1. Tenzij door het college anders is besloten, laat het college de nummer-aanduiding, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamel-borden, aanbrengen binnen vier weken na kennisgeving van het besluit aan de rechthebbende.

  • 2. Indien het adresseerbaar object nog niet is voltooid, wordt de nummer-aanduiding binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 3. Het college kan de in het eerste en tweede lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast het taakveld beheer openbare ruimte en/of handhaving.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van vier weken na de datum van bekendmaking.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening straatnaamgeving en huisnummering, vastgesteld op 9 februari 1995.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. Namen en adressen die op grond van de artikel 10 genoemde verordening aan openbare ruimten en aan adresseerbare objecten zijn toegekend en op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften toegekende namen en adressen en de daarbij aangebrachte nummerdragers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen, adressen en nummerdragers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de

“Verordening naamgeving en adressering Gemeente Opmeer 2008”

Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2008

De griffier, M.C.G.M. de Vree-Bekker

de voorzitter, G.J.A.M. Nijpels