Regeling vervallen per 27-06-2018

Verordening op de raadscommissies Opmeer 2014

Geldend van 06-06-2014 t/m 26-06-2018

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Opmeer 2014

De raad van de gemeente Opmeer;

gelezen het voorstel van voorzitter en griffier van 27 mei 2014;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Bestuurlijke Zaken & Verantwoording;

besluit vast te stellen de

Verordening op de raadscommissies Opmeer 2014

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    Er is een:

    • a.

      Commissie Ruimte;

    • b.

      Commissie Samenlevingszaken;

    • c.

      Commissie Bestuurlijke Zaken & Verantwoording;

  • 2.

    De raadscommissie Ruimte adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    Ruimtelijke en economische ontwikkeling

    Milieu

    Grondbeleid

    Verkeer en vervoer

    Huisvesting en Woningbedrijf

    Beheer openbare ruimte

    Monumenten

  • 3.

    De raadscommissie Samenlevingszaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    Maatschappelijke ondersteuning

    Jeugd

    Ouderen

    Lokaal gezondheidsbeleid

    Sport, recreatie en cultuur

    Scholing en vorming

    Werk en inkomen

    Publieke dienstverlening

  • 4.

    De raadscommissie Bestuurlijke Zaken & Verantwoording adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    Openbare orde en veiligheidsbeleid

    Handhaving

    Bestuur en bedrijfsvoering

    Voorlichting/communicatie

    Regionale samenwerking

    Burgerjaarverslag

    Automatisering

    Toerisme

    Financiële zaken die niet specifiek bij de commissie Ruimte of Samenlevingszaken horen.

Artikel 3 Taken

  • 1. Een raadscommissie heeft als primaire taak het uitbrengen van advies aan de raad. Dit advies zal tevens ter voorbereiding van de raadsvergadering ingebracht worden in de agenda commissie.

  • 2. De raadscommissies zijn vooral gericht op besluitvoorbereiding en informatievoorziening, terwijl tevens gezocht wordt naar dialoog met burgers en belanghebbenden.

  • 3. Overleg met het college over verstrekte inlichtingen of het gevoerde bestuur kan uiteraard ook in een commissie plaatsvinden.

  • 4. Daarnaast rekent de commissie het tot haar taken om te overleggen met burgers, insprekers en andere belanghebbenden over genoemde onderwerpen, die vervolgens naar de raad ter besluitvorming zullen worden doorgeleid. Het houden van zgn. thema-avonden over belangrijke onderwerpen maakt ook onderdeel uit van deze taak. Burgers, instellingen en/of bedrijven worden hier nadrukkelijk bij betrokken.

  • 5. Tenslotte kan de raad in voorkomende gevallen (definitieve) besluitvorming over een concreet onderwerp mandateren aan een commissie.

Artikel 4 Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit één lid per fractie.

  • 2.

    De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    Een lid kan zowel raadslid als fractieassistentzijn, met uitzondering van de commissie Bestuurlijke Zaken & Verantwoording, die uitsluitend bestaat uit fractievoorzitters, die alleen vervangen kunnen worden door de vice-fractievoorzitter. Indien een fractie echter slechts 1 zetel bezet in de raad, kan de fractievoorzitter zich in de commissie Bestuurlijke Zaken & Verantwoording laten vervangen door een fractieassistent.

  • 4.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid en plaatsvervangend lid van een raadscommissie.

  • 5.

    De raad benoemt op voordracht van de fracties voor iedere raadscommissie ten minste één plaatsvervangend lid per fractie, die bij afwezigheid van een commissielid zitting heeft in de betreffende raadscommisie.

  • 6.

    Indien een commissielid of zijn plaatsvervanger niet aanwezig kan zijn bij een vergadering, mag hij vervangen worden door een raadslid of een daartoe benoemd fractieassistent.

  • 7.

    Een fractie die 3 of minder raadszetels heeft, mag 1 fractieassistent als commissielid van 1 commissie benoemen en 1 fractieassistent als plaatsvervangend commissielid in 1 commissie.

    Een fractie die 4 of meer raadszetels heeft, mag 1 fractieassistent benoemen als plaatsvervangend commissielid in 1 commissie.

  • 8.

    De raad benoemt de commissievoorzitters en hun plaatsvervangers.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid, de commissievoorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een (plaatsvervangend) commissielid houdt op lid te zijn als hij niet meer voldoet aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan de commissievoorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een commissielid, de commissievoorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 6 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier is tevens commissiegriffier.

  • 2. De griffier of zijn plaatsvervanger is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. De griffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1 Voorbereidingen

Artikel 7 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies eenmaal per 6 weken plaats. De vergaderingen zullen in een jaarschema van vergaderingen worden opgenomen, vinden in principe plaats in het gemeentehuis en beginnen om 20.00 uur.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom hebben verzocht.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een extra vergadering inlassen, een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 8 Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste veertien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt opgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de commissieleden toegezonden.

Artikel 9 Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 10 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de commissieleden en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid, onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 11 Openbare kennisgeving

  • 1. Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in het Westfries Weekblad.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 12 Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

  • 2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 13 Verslag

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor verslagen van de vergaderingen.

  • 2.

    Een verslag bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene onder vermelding van de namen van de sprekers;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de commissieleden die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 17 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3.

    Het verslag wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt door plaatsing op de website.

  • 4.

    Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de commissievoorzitter en griffier.

Artikel 14 Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties en commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

  • 4. Indien alle aanwezige leden van de raadscommissie instemmen om een voorstel als hamerstuk voor de raadsvergadering aan te merken, gaat dit voorstel naar de raad als ‘agendapunt waarvoor bespreken niet nodig wordt geacht’.

Artikel 15 Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist. Tijdens de eerste termijn wordt de spreker in principe niet in zijn betoog onderbroken, discussie kan plaatsvinden tijdens de tweede termijn.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 5. In bijzondere gevallen kan de voorzitter bepalen dat hiervan wordt afgeweken.

Artikel 16 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die geagendeerd zijn.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 4 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4. De spreker voert het woord nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 5. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 6. Lid 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien de voorzitter besluit, eventueel na een voorstel van orde van een van de commissieleden, om de aanwezige burgers om een reactie te vragen naar aanleiding van de gevoerde discussie tussen de commissieleden.

Artikel 18 Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. De commissievoorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door de commissievoorzitter het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 19 Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 20 Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21 Verslag besloten vergadering

  • 1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 22 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 23 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 24 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 25

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 6 juni 2014.

Op dat tijdstip vervalt de vorige verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 februari 2011.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Opmeer van 5 juni 2014.

De griffier,
M.C.G.M. de Vree-Bekker
De voorzitter,
G.J.A.M. Nijpels