Regeling vervallen per 01-01-2015

Legesverordening 2014

Geldend van 09-03-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014

De raad van de gemeente Opmeer;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2013;

gelet op het advies van de commissie en Verantwoording van 28 november 2013;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van 28 januari 2014;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot en met de eerste minus 1 dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    “jaar”: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot en met de eerste minus 1 dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Neerlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d.

    het doen van verrichtingen of afgeven van stukken, in het persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van woon- of verblijfplaats, of op andere wijze van hun onvermogen hebben doen blijken;

  • e.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen;

  • f.

    het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften terzake van plaatselijke belastingen;

  • g.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • h.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    zuiver van redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen).

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de Leges.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 9 maart 2014.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 9 maart 2014.

Artikel 14 Citeertitel

Deze (gewijzigde) verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2014".

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Opmeer

van 6 februari 2014.

griffier gemeenteraad Opmeer

mevrouw M.C.G.M. de Vree-Bekker

de heer G.J.A.M. Nijpels

voorzitter gemeenteraad Opmeer

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2014

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, op:

1.1.1.1

maandag en dinsdag (tussen 10:00 en 17:00 uur) en

€ 282,70

woensdag en donderdag (tussen 09:00 en 17:00 uur)

€ 282,70

1.1.1.2

vrijdag (tussen 09:00 en 13:00 uur)

€ 282,70

1.1.1.3

vrijdag (tussen 13:00 en 17:00)

€ 385,90

1.1.1.4

zaterdag (tussen 09:00 en 17:00)

€ 515,60

1.1.1.5

zondag en algemeen erkende feestdagen (tussen 09:00 en 17:00 uur)

€ 772,00

1.1.1.6

Indien het huwelijk wordt volrokken in het bijzijn van een door de gemeente beschikbaar gestelde getuige, worden de onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.5 vermelde bedragen verhoogd per getuige, met

€ 14,00

1.1.2

De onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.5 vermelde tarieven gelden voor alle door de gemeente aangewezen locaties en voor de voltrekking in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek.

1.1.3

Vervallen

1.1.4

De onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.5 vermelde tarieven worden verhoogd:

1.1.4.1

indien het huwelijk wordt voltrokken in het oude raadhuisje op het perceel Spanbroekerweg 39 te Spanbroek of in de raadzaal van het perceel Burgemeester Hoogenboomlaan 22 te Hoogwoud, met

€ 159,75

1.1.4.2

indien ten behoeve van de voorbereiding van het huwelijk door de ambtenaar van de burgerlijke stand reis- en verblijfskosten worden gemaakt naar een woon- of verblijfsplaats van één of meerdere bij de voltrekking betrokken personen buiten de gemeente Opmeer, worden de onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.5 vermelde bedragen verhoogd met deze reis- en verblijfskosten zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is meegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de reis- en verblijfskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of geregistreerd partnerschapboekje.

€ 17,20

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld:

1.1.6.1

alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte.

€ 9,65

1.1.6.2

alle op één dag, in één week of in één maand ondertrouwde en getrouwde paren of geregistreerde partners, als voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar.

€ 9,65

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van lijsten als in 1.1.6.1 en 1.1.6.2 bedoeld:

1.1.7.1

voor de periode van een maand

€ 67,25

1.1.7.2

voor de periode van drie maanden

€ 165,35

1.1.7.3

voor de periode van zes maanden

€ 260,10

1.1.7.4

voor de periode van een jaar

€ 330,90

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,95

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 66,95

1.2.1.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,05

1.2.2

Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevatten dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1. (zakenpaspoort):

1.2.2.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 66,95

1.2.2.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,05

1.2.3

Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld ( faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 66,95

1.2.3.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,05

1.2.4

Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,05

1.2.5

Van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 52,95

1.2.5.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,35

1.2.6

Voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,07

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,45

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Vervallen

-

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,65

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1

voor 25 verstrekkingen

€ 221,50

1.4.2.2.2

voor 100 verstrekkingen

€ 788,25

1.4.2.2.3

voor 200 verstrekkingen

€ 1.280,90

1.4.2.2.4

voor 300 verstrekkingen

€ 1.625,75

1.4.2.2.5

voor elke verstrekking boven het aantal van 300, per verstrekking

€ 3,35

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,65

1.4.4.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.4.2.1

voor 25 verstrekkingen

€ 221,50

1.4.4.2.2

voor 100 verstrekkingen

€ 788,25

1.4.4.2.3

voor 200 verstrekkingen

€ 1.280,90

1.4.4.2.4

voor 300 verstrekkingen

€ 1.625,75

1.4.4.2.5

voor elke verstrekking boven het aantal van 300, per verstrekking

€ 3,35

1.4.5

in afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 22,69

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 2,27

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,95

1.4.7.1

tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen

€ 8,40

1.4.7.2

tot het verstrekken van een bewijs als bedoeld in onderdeel 1.4.7.1, met daarop gehecht een foto van aanvrager

€ 11,20

1.4.8

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.8.1

tot het verkrijgen van een afschrift als bedoeld in artikel 79, derde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 14,00

1.4.8.2

tot het verkrijgen van een gewaarmerkt afschrift van de aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.4.8.1

€ 20,65

1.4.9

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van de mededeling als bedoeld in artikel 103, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 14,00

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 17,00

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1.1

Ten hoogte van 100 pagina’s, per pagina

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 25,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 36,70

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 49,00

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 49,00

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting, gemeenterekening of rekening woningbedrijf

€ 105,55

1.7.1.2

een afschrift van de gemeentebegroting, gemeenterekening, of rekening woningbedrijf, per pagina

€ 0,55

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering

€ 3,40

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering

€ 3,40

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op de verslagen van de raadsvergaderingen

€ 35,10

1.7.2.2.2

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 35,10

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.3.1

tot het verstrekken van:

1.7.3.1.1

een afschrift van het verslag van een commissievergadering

€ 3,40

1.7.3.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een commissievergadering

€ 3,40

1.7.3.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.3.2.1

op de verslagen van de commissievergaderingen

€ 35,10

1.7.3.2.2

op de stukken behorende bij de commissievergaderingen

€ 35,10

1.7.4

Indien de afschriften bedoeld onder 1.7.2 en 1.7.3 worden toegezonden, dan worden de vermelde tarieven verhoogd met de te maken portokosten

1.7.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.5.1

een afschrift van de Algemene Plaatselijk Verordening

€ 21,20

1.7.5.2

een afschrift van een andere dan de onder 1.7.5.1 genoemde verordening, per pagina

€ 0,50

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

1.8.1.1.1

in formaat A4 of A3

€ 3,40

1.8.1.1.2

in formaat A0

€ 6,35

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een (gewaarmerkt) afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 20,60

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 20,60

1.8.2.3

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 20,60

1.8.2.4

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 20,60

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 20,60

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte ervan

€ 20,60

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 8,40

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 8,40

1.9.4

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlandschap

€ 8,40

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 20,95

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,50

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

gereserveerd

1.11.2

gereserveerd

1.11.3

gereserveerd

1.11.4

gereserveerd

1.11.5

gereserveerd

1.11.6

gereserveerd

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 63,60

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 26,50

Hoofdstuk 13 Gereserveerd

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1

om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening gemeente Opmeer:

1.14.1.1

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats op de weekmarkt:

1.14.1.1.1

geldig voor 1 dag, per kraam van 4 m1

€ 5,60

1.14.1.1.2

geldig voor 1 dag, per kraam van 4 m1, inclusief stroom, per kwartaal

€ 75,75

1.14.1.2

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats op de jaarmarkt ('lappendag'):geldig voor 1 dag, per kraam van 4 m1

€ 41,30

1.14.2

om overschrijving van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 12 van de Marktverordening gemeente Opmeer

€ 20,60

1.14.3

om een vergunning om zich op de standplaats te laten vervangen als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Marktverordening gemeente Opmeer

€ 20,60

1.14.4

tot ontheffing om de standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen als bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de Marktverordening gemeente Opmeer

€ 20,60

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 20,80

1.15.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 20,80

1.15.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 20,80

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 22,00

1.16.1.3

Voor een kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

En voor iedere volgende speelautomaat

€ 136,00

1.16.2

Indien de aanwezigheidsvergunning geldt voor een kortere termijn dan 12 maanden, worden de in 1.16.1.1 en 1.16.1.2 vermelden bedragen naar evenredigheid van het verschil in de loop van de tijd verlaagd.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 20,80

1.16.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in (artikel 2:39 van de algemene plaatselijke verordening).

€ 161,70

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 186,40

1.17.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 1,10

1.17.1.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 1,10

1.17.1.3

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 186,40

1.17.1.4

gereserveerd

1.17.1.5

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.2

indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.17.3

Het tarief vermeld in 1.17.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

1.17.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de uitvoering van werken in verband met de aanleg en instandhouding van kavels ten dienste van een niet-openbaar telecommunicatienetwerk

€ 310,95

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

1.18.1.1

voorzover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

€ 34,10

1.18.1.2

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer door bewoners per kalenderjaar ("bewonersontheffing")

-

1.18.1.3

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer door ondernemers per kalenderjaar ("ondernemersontheffing")

-

1.18.1.4

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer door standplaatshouders per kalenderjaar ("standplaatshoudersontheffing")

-

1.18.1.5

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer, anders dan bedoeld in onderdeel 1.18.1.2, 1.18.1.3 en 1.18.1.4 per aanvraag ("tijdelijke ontheffing")

€ 13,75

1.18.1.6

anders dan bedoeld in onderdeel 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.1.3, 1.18.1.4 en 1.18.1.5

€ 7,30

1.18.2

tot het verkrijgen van een duplicaat voor de ontheffing als genoemd in onderdeel 1.18.1.2, 1.18.1.3, 1.18.1.4 en 1.18.1.5

€ 13,75

1.18.3

tot het wijzigen van kenteken voor de ontheffing als genoemd in onderdeel 1.18.1.2, 1.18.1.3, 1.18.1.4 en 1.18.1.5, indien vaker dan 1 maal per jaar

€ 14,00

1.18.4

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 7,30

1.18.5

tot het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 44,90

1.18.6

tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 29,15

1.18.7

tot het verkrijgen van een parkeerschijf

€ 2,75

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,85

1.19.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.1.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,50

1.19.1.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,70

1.19.1.2.3

Per pagina een document gescanned op de A-0 scanner 

€ 26,00

1.19.1.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.19.1 en 1.19.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 4,85

1.19.1.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 20,60

1.19.1.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,35

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.19.2.1

een vergunning voor het aanbrengen op een onroerende zaak van commerciële reclame, in welke vorm dan ook, die vanaf de openbare weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is

€ 41,85

1.19.2.1.1

en indien de aanvraag uit een oogpunt van welstand, door de Welstandscommissie als bedoeld in artikel 48 van de Woningwet (Stb. 1991,439) is beoordeeld, wordt het in onderdeel 1.19.2.1 vermelde tarief verhoogd met

€ 16,50

Hoofdstuk 20 Kinderopvang

1.20

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie in het Landelijk Register Kinderopvang

1.20.1

voor kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en peuterspeelzalen

€ 572,20

1.20.2

voor gastouders

€ 228,85

Hoofdstuk 21 Urgentieaanvraag

1.21

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.21.1

Tot het verkrijgen van een urgentieverklaring als woningzoekende

€ 50,00

Hoofdstuk 22 Rioolrecht

1.22

Het tarief bedraagt voor het tot stand brengen van een

standaardaansluiting op de gemeentelijke riolering:

€ 562,40

Onder standaardaansluiting wordt verstaan het aansluiten van een perceel op de

bestaande gemeentelijke riolering, waarvoor de nodige voorzieningen in de

openbare weg reeds aanwezig zijn, en de aansluiting kan worden gerealiseerd

tot een standaard­lengte van maximaal 6 m1 en een standaarddiameter van 125 mm

Het tarief geldt niet voor het tot stand brengen van een standaardaansluiting

binnen uitbreidingsplannen ‘Industrieterrein De Veken’, ‘Hoogwoud Oost’ en ‘Heerenweide’,

voor zover het een aansluiting betreft ten behoeve van de eerste ingebruikname van het

betreffende perceel en voor zover de gemeente Opmeer de bouwgronden exploiteert.

Voor het tot stand brengen van een andersoortige aansluiting is de

exploitatieovereenkomst respectievelijk het exploitatieplan bedoeld in artikel 6.1

Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Onder andersoortige aansluiting wordt verstaan

een aansluiting op de bestaande gemeentelijke riolering, niet zijnde een

standaardaansluiting, waarvoor extra (externe) kosten moeten worden gemaakt

(zoals plaatsen van een pompinstal­latie, werkzaamheden in de openbare weg,

meer lengte en/of grotere diameter rioolbuis).

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

€ 189,35

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

€ 50,00%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 3.500,00 bedragen:

€ 161,55

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 3.500,00 en minder dan € 9.000,00 bedragen:

€ 323,30

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten meer dan € 9.000,00 bedragen:

€ 323,30

vermeerderd met, voor elke eenheid bouwkosten van € 500,00 of een gedeelte daarvan, waarmee die bouwkosten een bedragen van € 9.000,00 te boven gaan:

€ 5,80

Welstandstoets

2.3.1.2

het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria, als volgt verhoogt:

bij een aanvraag waarbij niet het advies van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit wordt ingewonnen:

€ 31,60

bij de aanvraag waarbij wel het advies wordt ingewonnen, het bedrag zoals de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteiten bij de gemeente in rekening brengt. Op verzoek wordt dit vooraf aan de aanvrager kenbaar gemaakt.

Beoordeling bodemrapport

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.1.3.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

2.3.1.3.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.4

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld, verhoogd met de kosten die aan dit advies verbonden zijn. Het feit dat hiervoor kosten in rekening worden gebracht, wordt vooraf kenbaar gemaakt.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

12,50%

2.3.2

 Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

  0,75%

van de aanlegkosten met een minimum van

€ 269,75

2.3.2.2

Beoordeling bodemrapport

Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3.2 zelf toepassing vindt.

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 220,55

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 220,55

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag wordt dit bedrag afhankelijk van de bouwkosten verhoogd met:

Bouwkosten tot € 50.000

€ 2.601,00

Bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 250.000

€ 3.121,20

Bouwkosten vanaf € 250.000

€ 4.161,60

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 220,55

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 220,55

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 3.000,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

3.000,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

12,50%

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 220,55

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 220,55

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 2.601,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 220,55

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 216,25

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 3.121,20

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 3.121,20

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 220,55

**2.3.4.9

indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 220,55

**2.3.4.10

indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast

€ 220,55

**2.3.4.11

Indien artikel 2.12 eerste lid onder a, onder 1° van de Wabo wordt toegepast, om toestemming te verlenen om af te wijken van het bestemmingsplanverbod om buiten het zomerseizoen in de recreatieverblijven op het park “”Bungalowpark onder de Perelear-Recreatiepark West-Friesland” te verblijven, bedraagt het tarief:

€ 52,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 541,20

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 208,20

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 162,30

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 208,20

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 208,20

Beoordeling bodemrapport

2.3.7.2

Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.7.1 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.3.2 of 2.3.2.2 zelf toepassing vinden.

2.3.7.3

Asbesthoudende materialen

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 208,20

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,85

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 48,65

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 64,85

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 162,30

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 162,30

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 162,30

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 162,30

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 162,30

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

€ 81,10

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 189,35

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 189,35

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

€ 189,35

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Advies

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.17.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 454,55

2.3.17.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Handeling in het kader van de Wet op de Archeologische monumentenzorg

Indien de aanvraag betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 (voor) onderzoek nodig is, bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

500 m² of minder bedraagt

€ 162,25

meer bedraagt dan 500 m², doch minder dan 2.000 m²

€ 324,55

2.000 m² of meer bedraagt

€ 649,15

Indien op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 een Programma’s van Eisen beoordeeld moet worden:

€ 162,25

Indien op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 een Plan van aanpak beoordeeld moet worden:

€ 162,25

Indien op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 rapportages beoordeeld moeten worden die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:

€ 162,25

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt:

 2.4.2.1

 bij 5 tot 10 activiteiten:

2,00%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3,00%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5,00%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan:

75,00%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan:

60,00%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 12 weken na het in behandeling nemen ervan:

45,00%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

60,00%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 54,05

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 54,05

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 5.953,10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.560,00

indien de aanvraag een het bestemmingsplan van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 3.121,20

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening:

€ 27,00

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 162,30

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijnHoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 274,10

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 83,20

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30a van de Drank- en Horecawet

€ 62,40

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 83,20

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

3.1.4.1

exploitatievergunning, ingevolge artikel 2.3.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 161,70

3.1.4.2

verlenging van een ongewijzigde vergunning als bedoeld in 3.1.4.1

€ 41,60

3.1.4.3

verlenging in afwijking van het bepaalde in 3.1.4.2, wanneer door de aanvrager een wijziging wordt doorgegeven

€ 83,20

3.1.5

Vervallen

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verlenging van het sluitingsuur als bedoeld in artikel 2.3.1.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

3.1.6.1

afgifte verlenging van het sluitingsuur voor 1 dag per aanvraag voor sportverenigingen

€ 33,80

3.1.6.1.1

voor iedere extra dag in een aanvraag

€ 13,00

3.1.6.2

afgifte verlenging van het sluitingsuur per aanvraag voor 1 kalenderjaar voor bedrijfsmatige horeca en jeugd en jongerencentra

€ 48,00

3.1.6.3

Vervallen

-

3.1.6.4

Vervallen

-

3.1.7

Vervallen

-

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening en gelet op de Beleidsregels evenementen 2007, indien het betreft:

3.2.1.1

de Categorie regulier, vergunningsplichtige evenementen, per evenement

€ 41,30

3.2.1.3

de Categorie aandacht / risico, vergunningspichtige evenementen, belastend, per evenement

€ 82,65

Een meerjaren vergunning evenementen maximaal voor 3 jaar per vergunning

€ 51,30

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

€ 41,30

voor elke dag per afgegeven vergunning

€ 13,00

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een vechtsprotevenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 82,65

3.2.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.3.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per standplaats:

3.2.2.1

Indien de standplaatsvergunning veen geldigheidsduur heeft tot een maand

€ 78,00

Indien de standplaatsvergunning veen geldigheidsduur heeft langer dan 1 maand, voor iedere extra kalendermaand dan wel een deel daarvan.

€ 13,00

3.2.2.2

Vervallen

-

3.2.2.2.1

Vervallen

-

3.2.2.3

Vervallen

-

3.2.2.3.1

Vervallen

-

3.2.2.4

Vervallen

3.2.2.4.1

Vervallen

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een collectevergunning als bedoeld in artikel 5.2.1.van de Algemene Plaatselijke Verordening, per collecte:

€ 20,80

3.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

3.2.4.1

in behandeling nemen reclameborden/spandoeken vergunning

€ 41,60

3.2.4.2

In behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor het plaatsen van overige voorwerpen, op, boven, of aan de weg

€ 78,00

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1.van de Algemene Plaatselijke Verordening:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 1.560,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 780,30

Hoofdstuk 4 GereserveerdHoofdstuk 5 Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6.1

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het krijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting zoals bedoeld is in artikel 2, eerste lid van de brandbeveiligingsverordening

€ 28,05

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 264,15

Hoofdstuk 8 Verkrijging BIBOB advies

3.8.1

Indien bij de behandeling van de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in 3.1.1 een BIBOB-advies wordt ingewonnen, wordt het daar genoemde tarief verhoogd met

Interne toetsing BIBOB

€ 249,65

Externe toetsing BIBOB

€ 823,30