Regeling vervallen per 01-09-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer houdende nadere regels omtrent cliëntenparticipatie (Nadere regels cliëntparticipatie Opmeer)

Geldend van 10-08-2019 t/m 31-08-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer houdende nadere regels omtrent cliëntenparticipatie (Nadere regels cliëntparticipatie Opmeer)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer,

overwegende dat:

  • het voor personen, waaronder in ieder geval cliënten die gebruik maken van ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of hun vertegenwoordigers mogelijk moet zijn om invloed uit te oefenen op het lokale beleid en de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • het voor personen, als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet en hun vertegenwoordigers mogelijk moet zijn om invloed uit te oefenen op het lokale minimabeleid;

  • cliëntparticipatie onmisbaar is voor de totstandkoming en uitvoering van beleid waarin de cliënt centraal staat;

Gelet op het coalitieakkoord 2018-2022;

Gelet op het collegeprogramma 2018-2022;

Gelet op artikel 47 Participatiewet;

Gelet op artikel 2.1.3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Gelet op artikel 17, vierde lid, Verordening maatschappelijke ondersteuning Opmeer 2017.

b e s l u i t :

‘Nadere regels cliëntparticipatie Opmeer’ vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Cliënten: de doelgroep zoals omschreven in de Participatiewet (artikel 7, eerste lid), en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015). Dit zijn alle personen die gebruik maken van het ondersteuningsaanbod dat de gemeente (en haar opdrachtnemers) op grond van deze wetten aanbiedt.

Cliëntparticipatie: de wijze waarop de gemeente cliënten en hun vertegenwoordigers, betrokken professionals en organisaties en anderen die bij de gemeente kenbaar maken dat zij mee willen denken op basis van hun interesse en betrokkenheid (hierna: ‘betrokkenen’) betrekt bij beleidsvorming, -uitvoering en –evaluatie van de gemeente op basis van de Participatiewet en de Wmo 2015.

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer.

Klankbordgroep: een vaste groep vrijwilligers die gevraagd en ongevraagd adviseert over de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan cliëntparticipatie.

Artikel 2. Reikwijdte

In de nadere regels wordt ingegaan op cliëntparticipatie ten aanzien van het lokale minimabeleid (Participatiewet) en de Wmo 2015. Buiten de reikwijdte van de nadere regels valt:

  • De resterende Participatiewet. Via de cliëntenraad van Werksaam is cliëntparticipatie van een groot deel van de Participatiewet geborgd. Wat overblijft is een wettelijke verplichting van cliëntparticipatie ten aanzien van het lokale minimabeleid.

  • De Jeugdwet: In de Jeugdwet is vastgelegd dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen een cliëntenraad moet instellen.

Artikel 3. Invulling en doelstelling van cliëntparticipatie

  • 1. Het doel van cliëntparticipatie is het bevorderen en bewaken van de kwaliteit en integraliteit van beleid en ondersteuningsaanbod van de gemeente op basis van de Participatiewet en de Wmo 2015. Cliënten, betrokkenen en vertegenwoordigende organisaties worden hierbij vroegtijdig betrokken, hebben de gelegenheid om beleidsvoorstellen te doen en advies te geven ook op het gebied van vorming, uitvoering en evaluatie van beleid.

  • 2. Het college organiseert en faciliteert cliëntparticipatie tijdig en op een wijze, zodat inbreng vanuit het perspectief van cliënten zichtbaar is in besluitvorming van het college en de raad.

  • 3. Het college bepaalt bij elke actie op grond van deze nadere regels welke cliënten en betrokkenen benaderd worden op basis van hun ervaringsdeskundigheid en/of expertise met betrekking tot het dan voorliggende vraagstuk.

Artikel 4. Rol klankbordgroep

  • 1. Het college stelt een klankbordgroep in, die tot taak heeft om de gemeente gevraagd en ongevraagd te adviseren over de wijze waarop zij invulling geeft aan artikel 3. De klankbordgroep doet dit op basis van eigen expertise en ervaring en op basis van ontwikkelingen die zij rond dit onderwerp signaleert.

  • 2. De klankbordgroep wordt ambtelijk ondersteund door het opbouwwerk.

Artikel 5. Samenstelling klankbordgroep

  • 1. De klankbordgroep bestaat uit ten minste 5 en maximaal 7 leden.

  • 2. De leden nemen deel op basis van vrijwillige inzet.

  • 3. De leden zijn herkenbaar betrokken bij de doelgroep.

  • 4. De leden van de klankbordgroep mogen geen lid zijn van de gemeenteraad, geen ambtenaar bij de gemeente Opmeer zijn en niet werkzaam zijn als adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen.

Artikel 6. Benoeming en ontslag leden klankbordgroep

  • 1. De leden van de klankbordgroep worden bij de start van de klankbordgroep door het college geworven, geselecteerd en zonder voordracht benoemd.

  • 2. De klankbordgroep werft en selecteert nieuwe leden.

  • 3. Het college benoemt en ontslaat leden van de klankbordgroep op voordracht van de klankbordgroep.

  • 4. Het college kan de voordracht weigeren als er ernstige bezwaren bestaan tegen het voorgedragen lid.

  • 5. De zittingsduur van de leden is een raadsperiode van 4 jaar.

  • 6. Het college kan een lid van de klankbordgroep ontslaan als daartegen ernstige bezwaren opkomen.

  • 7. Indien op enig moment moet worden voorzien in een geheel nieuwe klankbordgroep, is lid 1 van toepassing.

Artikel 7. Informatie

  • 1. Het college verstrekt actief informatie met betrekking tot cliëntparticipatie via gemeentelijke kanalen.

  • 2. Het college verstrekt spontaan en op verzoek van cliënten en betrokkenen alle informatie waar zij behoefte aan hebben om te kunnen meedenken, -praten en -doen, tenzij een wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

  • 3. Het college bepaalt bij elke actie op grond van deze nadere regels aan wie en op welke wijze informatie verstrekt wordt.

Artikel 8. Inbreng en advies

  • 1. Het college nodigt cliënten en betrokkenen actief uit om mee te denken, -praten en –doen in trajecten die de gemeente opzet, met inachtneming van artikel 7, lid 3, en om eigen initiatieven te ontplooien en advies uit te brengen aan de gemeente.

  • 2. Het college geeft indieners van adviezen een reactie, waarin het college aangeeft wat de gemeente met die inbreng doet.

  • 3. Aan het begin van elk participatie- en/of inspraaktraject wordt aan de cliënt/doelgroep medegedeeld en vastgelegd wat het verloop van het traject zal zijn en wat er met de resultaten gedaan wordt.

Artikel 9. Uitsluiting

  • 1. Er is geen inbreng mogelijk naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken van individuele cliënten. Dit is geregeld in de rechtsmiddelen voor bezwaar en beroep.

  • 2. Ook is geen inbreng mogelijk op financiële besluiten en op het gebied van personeels- en organisatiebeleid. Dit is een taak van respectievelijk de raad en de ondernemingsraad van de gemeente.

Artikel 10. Periodiek overleg

  • 1. Het college organiseert een periodiek overleg, met een minimum van 2 maal per jaar, tussen de inhoudelijke beleidsmedewerker en een vertegenwoordiging van cliënten, betrokkenen en de klankbordgroep, met inachtneming van artikel 7, lid 3.

  • 2. De agenda voor dit overleg komt tot stand met inbreng van cliënten, betrokkenen, de klankbordgroep en de gemeente.

  • 3. Het college kan ook een periodiek overleg organiseren over een specifiek thema of voor een specifieke doelgroep.

Artikel 11. Evaluatie

  • 1. Na 1,5 jaar na de start van de klankbordgroep wordt door de inhoudelijke beleidsmedewerker, bestuurders van de gemeente en de klankbordgroep geëvalueerd of de werkwijze voldoet met het oog op de in artikel 3 genoemde doelstellingen. Eventuele verbeterpunten worden gezamenlijk geformuleerd. De evaluatie wordt ter zienswijze aan de raad voorgelegd.

Artikel 12. Onvoorziene situaties

In alle gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de nadere regels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking met ingang van 25 juni 2019.

  • 2. Deze nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels cliëntparticipatie Opmeer’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 25 juni 2019.

Burgemeester en wethouders van Opmeer,

De secretaris

M.A.S. Winder

De burgemeester,

G.J.A.M. Nijpels