Regeling vervallen per 22-05-2014

Verordening op de raadscommissie die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt

Geldend van 06-06-2013 t/m 21-05-2014

Intitulé

Verordening op de raadscommissie die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt

De raad van de Gemeente Opsterland,

gelezen het voorstel van de griffier d.d. 21 mei 2013,

gelet op het bepaalde in artikel 61a , 61c, 82 en 86 van de Gemeentewet alsmede de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 juli 2012,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de raadscommissie die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgmeester voorbereidt.

Artikel 1 Taak

  • 1.

    De raadscommissie hierna te noemen: commissie, heeft tot taak de concept-aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

  • 2.

    De commissie vormt zich daartoe een oordeel over het functioneren van de burgemeester.

Artikel 2 Samenstelling vertrouwenscommissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de fractievoorzitters van de raad van de fracties van de politieke partijen in de raad, zoals deze op het moment van vaststelling van deze verordening in functie zijn.

  • 2.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 3.

    De plaatsvervangende voorzitter van de raad is voorzitter van de commissie.

  • 4.

    De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris is geen lid van en heeft geen stem in de commissie.

Artikel 4 Communicatie en correspondentie

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon namens de commissie.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en overhandigd aan de secretaris. De secretaris bewaart de stukken totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en door de secretaris verzonden.

Artikel 5 Adviseur

  • 1.

    De eerste loco-burgemeester, als vertegenwoordiger van het college van Burgemeester en Wethouders, wordt als adviseur gehoord door de commissie.

  • 2.

    Genoemde adviseur is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van de leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van de conceptaanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in de volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis gebracht van de raad en de commissaris. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1.

    De commissie toetst het functioneren van de burgemeester aan de hand van de wettelijke taken van de burgemeester, de profielschets zoals die voorafgaand aan de benoeming van de burgemeester is vastgesteld en aan de hand van eerder gevoerde functioneringsgesprekken.

  • 2.

    De commissie heeft bij aanvang van haar werkzaamheden een gesprek met de burgemeester.

  • 3.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding van de concept-aanbeveling tot herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen.

  • 4.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning voor te leggen, bespreekt de commissie dit verslag met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 5.

    Indien tijdens bespreking genoemd onder 5 terzake van het functioneren van de burgemeester afspraken worden gemaakt tussen de burgemeester en de commissie, worden deze in het verslag aan de raad gemeld.

  • 6.

    Het verslag van bevindingen is schriftelijk en vertrouwelijk en bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie

  • 7.

    Als bijlagen bij het verslag wordt in ieder geval gevoegd:

    • a.

      het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen

    • b.

      de concept aanbeveling

  • 8.

    Als er naar aanleiding van het gesprek met de burgemeester afspraken worden gemaakt over haar functioneren worden deze in het verslag aan de raad vermeld.

Artikel 8 Geheimhouding

  • 1.

    De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gebracht. De geheimhouding geldt eveneens voor de adviseurs en de ambtelijke ondersteuning.

  • 2.

    Noch aan de raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen wordt inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering.

  • 3.

    Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding als bedoeld in dit artikel opheffen.

  • 4.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 5.

    Indien de commissie vaststelt dat een van de leden of adviseur de geheimhouding schendt, dan wordt de betreffende persoon uit zijn of haar functie ontheven. Dit besluit wordt niet genomen dan nadat de betreffende persoon door de voltallige commissie is gehoord. Het besluit dient bij afwezigheid van de betreffende persoon, in een overigens voltallige commissie, in unanimiteit te worden genomen.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening, de gemeentewet dan wel de circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 10 Ontbinding commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van deze minister door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 11 Archivering

De voorzitter en secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip van ontbinding van de commissie alle archiefbescheiden direct in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim’ worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 6 juni 2013.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 3 juni 2013.

De griffier, De plaatsvervangende voorzitter,

Ieke Zwart Joukje van Roeden-Hoekstra