Regeling vervallen per 30-10-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent toeslag voor peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie Verordening gemeentetoeslag peuteropvang en VVE Opsterland 2018

Geldend van 26-04-2018 t/m 29-10-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening gemeentetoeslag peuteropvang en VVE Opsterland 2018

De raad van de Gemeente Opsterland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2018;

gelet op het bepaalde in artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de gemeentewet en artikel 4:21 en volgende Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Opsterland 2017,

overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Opsterland toegankelijk te maken ter bevordening an de ontwikkelingsmogelijkheden van peuters;,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening gemeentetoeslag peuteropvang en VVE Opsterland 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    algemene subsidieverordening: de algemene subsidieverordening gemeente Opsterland 2017;

  • b)

    college: college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Opsterland;

  • c)

    VVE doelgroepkinderen: peuters met een door de jeugdgezondheidszorg (JGZ) afgegeven indicatie voor gebruik van extra uren voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE);

  • d)

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang (LRK) waarin aanbieders zijn opgenomen die voldoen aan de Wet Kinderopvang;

  • e)

    peuter: in Opsterland ingeschreven kind van 2 tot 4 jaar;

  • f)

    peuteropvang: een in Opsterland gevestigde faciliteit voor minimaal 7 peuters aangeboden door aanbieders die met een VVE registratie zijn opgenomen in het LRK;

  • g)

    reguliere peuteropvang: de reguliere peuteropvang omvat twee dagdelen per week van in totaal 5 tot 7 uren per week gedurende maximaal 40 weken per kalenderjaar;

  • h)

    kinderopvangtoeslag: de toeslag die ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst voor kinderopvang dan wel peuteropvang;

  • i)

    gemeentetoeslag: de toeslag die de gemeente beschikbaar stelt aan ouders, die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, uitsluitend bedoeld voor peuteropvang zoals beschreven in deze verordening;

  • j)

    tussentijdse wijziging: een wijziging van de omstandigheden die van invloed kan zijn op de gemeentetoeslag, zoals een wijziging van naam- en adresgegevens aanvrager / peuter, deelname van een volgend kind uit het gezin aan peuteropvang, naam- en adresgegevens van de peuteropvang, peuteropvang aanbieder, inkomen van aanvrager / partner aanvrager, uurtarief peuteropvang, als de aanvrager alsnog in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag;

  • k)

    VVE-aanbod: het voor -en vroegschoolse educatie aanbod betreft het aantal uren méér dan de reguliere peuteropvang, het VVE-aanbod is uitsluitend af te nemen door VVE doelgroepkinderen;

  • l)

    VVE registratie: een registratie in het LRK waaruit blijkt dat de aanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen voor het aanbieden van VVE;

  • m)

    VVE programma: een erkend programma bedoeld voor voor- en vroegschoolse educatie waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling en dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

Artikel 2 Voorwaarden voor de gemeentetoeslag

Ouders of verzorgers van een peuter komen in aanmerking voor de gemeentetoeslag ter bekostiging van peuteropvang als:

  • 1.

    Ze niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Hun peuter 2 dagdelen per week de peuteropvang bezoekt.

  • 3.

    Ze een overeenkomst hebben met een aanbieder die opgenomen is in het LRK met een VVE

    registratie.

  • 4.

    Ze jaarlijks verantwoording afleggen over de afgenomen uren peuteropvang en het inkomen aan de gemeente Opsterland.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de algemene subsidieverordening wordt de aanvraag om een gemeentetoeslag op grond van deze verordening geweigerd indien:

  • 1.

    Ouder(s)/verzorger(s) heeft/hebben recht op Kinderopvangtoeslag of een andere financiële regeling voor gebruik van kinderopvang/peuteropvang;

  • 2.

    De ouder(s)/verzorger(s) een overeenkomst is/zijn aangegaan met een aanbieder die niet met een VVE-registratie is opgenomen in het LRK;

  • 3.

    De peuter jonger dan twee jaar of ouder dan drie jaar is;

  • 4.

    De peuter niet in de gemeente Opsterland woont;

  • 5.

    De aanvraag niet compleet is ingediend, na hersteltermijn;

  • 6.

    Er wordt niet gedurende tenminste twee dagdelen van in totaal minimaal 5 tot maximaal 7 uur in de week gebruik gemaakt van de peuteropvang.

Artikel 4 Doelgroep

De gemeentetoeslag op grond van deze verordening wordt verstrekt aan ouders of verzorgers van peuters, zoals bedoeld in artikel 1 lid e, die gebruik maken van peuteropvang, zoals bedoeld in artikel 1 lid f.

Artikel 5 Procedurebepalingen voor de verstrekking van de gemeentetoeslag peuteropvang

  • 1. Een aanvraag om een gemeentetoeslag wordt ingediend op een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. De gemeentetoeslag wordt uiterlijk 12 weken na de start van de peuteropvang aangevraagd.

  • 3. Het college besluit op de aanvraag uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 4. Het college verleent de voorlopige gemeentetoeslag en betaalt deze maandelijks als voorschot uit.

  • 5. De gemeentetoeslag wordt stopgezet op de dag dat de peuter vier jaar wordt of als een tussentijdse wijziging, zoals omschreven in artikel 6, daartoe aanleiding geeft.

  • 6. Voor de definitieve berekening van de gemeentetoeslag ontvangen ouders of verzorgers van de gemeente Opsterland een door het college vastgesteld formulier dat binnen 8 weken ingediend moet worden om de definitieve berekening van de gemeentetoeslag te maken.

  • 7. Het college besluit uiterlijk 8 weken na ontvangst van het volledig ingevulde formulier over de definitieve hoogte van de gemeentetoeslag en informeert de ouders of verzorgers hierover per brief.

  • 8. Als ouders of verzorgers het formulier voor de berekening van de definitieve hoogte van de gemeentetoeslag niet invullen wordt de gemeentetoeslag teruggevorderd.

  • 9. Als er te veel of te weinig gemeentetoeslag is verstrekt vindt een afrekening plaats. Daarbij wordt geen rente berekend.

Artikel 6 Tussentijdse wijzigingen

  • 1. Ouders of verzorgers geven tussentijdse wijzigingen door op een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een tussentijdse wijziging wordt uiterlijk 8 weken na de wijziging gemeld bij de gemeente.

  • 3. Het college besluit over de consequentie(s) van de doorgegeven wijziging uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van het wijzigingsformulier.

Artikel 7 Berekening van de gemeentetoeslag

  • 1. De berekening van de gemeentetoeslag vindt plaats op basis van het volledig ingevulde formulier zoals omschreven in artikel 5, lid 1.

  • 2. De gemeentetoeslag wordt voor 2 dagdelen van in totaal minimaal 5 tot maximaal 7 uren peuteropvang per week, met een maximum van 40 weken per kalenderjaar, verleend.

  • 3. Het maximum uurtarief voor de kinderdagopvang zoals bepaald door de Belastingdienst voor het betreffende kalenderjaar wordt aangehouden en opgenomen in de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2 lid 3.

  • 4. De berekening van de gemeentetoeslag vindt plaats op basis van de jaarlijkse adviestabel ouderbijdrage van de VNG.

Artikel 8 Vergoedingen en subsidie VVE voor aanbieders

  • 1. Aanbieders van peuteropvang komen in aanmerking voor een basissubsidie voor VVE. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks vastgelegd in de uitvoeringsregels.

  • 2. Aanbieders van peuteropvang komen daarnaast in aanmerking voor een subsidie gebaseerd op het aantal gerealiseerde VVE-doelgroepplaatsen per jaar. Daarbij moet de omvang van het aanbod zodanig zijn dat de ouders van doelgroeppeuters aan de wettelijke minimum uren-eis voor VVE kunnen voldoen. De hoogte van de subsidie wordt jaarlijks vastgelegd in de uitvoeringsregels.

  • 3. Het aantal gerealiseerde doelgroepplaatsen per jaar wordt vastgesteld aan de hand van een door het college vastgesteld evaluatieformulier dat aanbieders dienen in te leveren voor 8 januari van het kalenderjaar volgend op het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd. Aanbieders van peuteropvang kunnen het VVE-aanbod (de uren méér dan het reguliere aanbod) van doelgroepkinderen volledig in rekening brengen bij de gemeente Opsterland met dien verstande dat de som van reguliere peuteropvang en het VVE-aanbod voldoet aan de wettelijke eisen. Het gaat hierbij om de daadwerkelijk gerealiseerde uren per doelgroeppeuter.

Artikel 9 Eisen aan aanbieders

  • 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor de in artikel 8 genoemde subsidies dienen aanbieders te voldoen aan de wettelijke eisen zoals beschreven in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en eisen van de Inspectie voor het Onderwijs. Daarnaast zorgen aanbieders ervoor:

    • a)

      Samen te werken met het gebiedsteam, de JGZ en andere partners om preventie en zorg te bieden aan de kinderen die dat nodig hebben;

    • b)

      Geregistreerd te staan in het LRK met een VVE registratie;

    • c)

      De kwaliteit van VVE op de geïnspecteerde locatie wordt door de GGD met een voldoende en door de Inspectie voor het Onderwijs in overwegende mate positief beoordeeld. Door de Inspectie aangegeven verbeterpunten worden door de aanbieder aantoonbaar opgepakt;

    • d)

      Er gebruik gemaakt wordt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier voor de aanvraag van subsidies.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van deze verordening mochten voordoen.

Artikel 11 Nadere bepalingen

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2018 onder gelijktijdige intrekking van de op 8 december 2014 vastgestelde verordening gemeentetoeslag voor peuteropvang en VVE Opsterland 2015 herziene versie.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: verordening gemeentetoeslag peuteropvang en VVE Opsterland 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 16 april 2018.
De griffier,        
Ieke Zwart
De voorzitter,
Ellen van Selm