Regeling vervallen per 10-01-2018

Bevoegdhedenregeling OSS 2007 ( mandaat/volmacht/machtiging)

Geldend van 22-11-2007 t/m 09-01-2018

Intitulé

Bevoegdhedenregeling OSS 2007 ( mandaat/volmacht/machtiging)

De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de

Gemeente Oss;

eenieder voorzover zijn bevoegdheid betreft;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Bevoegdhedenregeling gemeente Oss 2007.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Mandaat:de bevoegdheid om namens het college van burgemeester en wethouders of de

burgemeester:

  • a)

    een besluit te nemen zoals bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b)

    een privaatrechtelijke handeling te verrichten(volmacht);

  • c)

    een feitelijke handeling te verrichten (machtiging).

Ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid om een door een bestuursorgaan genomen besluit te ondertekenen; dit kan zijn:

  • a)

    een besluit zoals vermeld in artikel 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b)

    een privaatrechtelijke rechtshandeling;

  • c)

    een feitelijke handeling.

Mandaatgever: de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders.

Gemandateerde: degene die op basis van een besluit van een besluit van een bestuursorgaan bevoegd is tot het nemen van een besluit, het verrichten van een privaatrechtelijke of feitelijke handeling of het ondertekenen van een besluit.

Ondermandaat: mandaat zoals bedoeld in artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Besluit

Een mandaat en een ondermandaat worden verleend door een schriftelijk besluit.

Eenmalig – mondeling - verleende mandaten worden schriftelijk bevestigd.

Artikel 3 Bevoegdheid

Lid 1. Bevoegde functionarissen

Mandaat, volmacht en machtiging kunnen binnen de gemeentelijke organisatie door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester worden toegekend aan:

  • ·

    de individuele leden van het college van burgemeester en wethouders;

  • ·

    de gemeentesecretaris;

  • ·

    de directeuren van de diensten.

    Lid 2 Ondermandaat

    De onder lid 1 vermelde functionarissen zijn bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan afdelingshoofden.

    Afdelingshoofden zijn bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan:

    • ·

      Teamleiders

    • ·

      Projectleiders;

    • ·

      individuele functionarissen.

    Teamleiders, projectleiders en individuele functionarissen zijn niet bevoegd

    tot het verlenen van ondermandaat.

    Lid 3 . Plaatsvervanging

    • a.

      Bij afwezigheid van het gemandateerde lid van het college treedt op de plaatsvervangende portefeuillehouder.

      Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris treedt op de dienstdoende loco-secretaris;

      Bij afwezigheid van de directeur treedt op de plaatsvervangende directeur;

      Bij afwezigheid van het afdelingshoofd treedt op het plv. afdelingshoofd;

      Bij afwezigheid van de teamleider treedt op de plv. teamleider;

      Bij afwezigheid van de projectleider treedt op de plv. projectleider.

      Bij afwezigheid van de gemandateerde individuele functionaris treedt op de teamleider of zijn plaatsvervanger.

    • b.

      Elke dienstdirecteur houdt een register bij van de plaatsvervangers van de directeuren en van de plaatsvervangers van afdelingshoofden en van de teamleiders. Een plaatsvervanger mag een mandaat niet uitoefenen indien hij niet als waarnemer is geregistreerd.

    Artikel 4. Register

    De individuele mandaatbesluiten worden opgenomen in één uniform register.De gemeentesecretaris zorgt voor de publicatie en actualisering van dit register.

    Artikel 5. Toepassing van de regeling

    Behoudens nadere voorwaarden houdt een mandaat de algemene bevoegdheid in om een besluit te nemen te weten:

    • ·

      toekenning van een aanvraag;

    • ·

      weigering van een aanvraag;

    • ·

      intrekken van een besluit;

    • ·

      wijziging of verlenging van een eerder genomen besluit;

    • ·

      het verrichten van alle handelingen tot voorbereiding en uitvoering van het besluit, waaronder ondertekening en mededeling van het besluit.

    Artikel 6. Overlegverplichting

    • a.

      De gemandateerde en/of de ondergemandateerde dient overleg te plegen met de mandaatgever in de volgende gevallen:

    • 1.

      bij afwijking van vigerende kwaliteits- en gedragsregels;

    • 2.

      indien de uitoefening van de bevoegdheid politieke of andere belangrijke consequenties krijgt, of kan krijgen, en/of precedentwerking is te verwachten.

    • b.

      Voorzover het betreft een ambtelijk mandaat van het college van burgemeester en wethouders, dient dit overleg plaats te vinden met de portefeuillehouder.De portefeuillehouder beslist of alsnog van het mandaat gebruik mag worden gemaakt.

    Artikel 7. Co-advies

    Indien bij een te nemen besluit het co-advies nodig is van een andere dienst legt de gemandateerde de betreffende zaak voor co-advies voor aan de betrokken afdeling.

    Bij een negatief advies over het in mandaat te nemen besluit pleegt de gemandateerde overleg met de gemeentesecretaris over de uitoefening van het mandaat.

    Bij een negatief co-advies binnen één dienst, beslist de verantwoordelijke dienstdirecteur of de gemeentesecretaris voor de onder zijn leiding ressorterende afdelingen, over de uitoefening van het mandaat.

    Artikel 8. Uitsluitingen

    Een mandaat of ondermandaat mag niet worden uitgeoefend in de volgende gevallen:

    • a.

      indien niet wordt voldaan aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht, deze regeling en de voorwaarden van het verleende mandaat;

    • b.

      de mandaatgever, de gemeentesecretaris, een dienstdirecteur of een afdelingshoofd dat tevoren te kennen heeft c.q.hebben gegeven.

    Artikel 9.

    De gemandateerde is niet bevoegd om ten aanzien van de in het register opgenomen mandaten beleidsregels vast te stellen.

    Artikel 10 Ondertekeningsvoorschriften

    Bij de uitoefening van een beslissings/ondertekeningsmandaat worden de volgende voorschriften in acht genomen:

    "Burgemeester en wethouders van Oss.

    Namens dezen:

    gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de gemandateerde of de ondergemandateerde".

    De burgemeester van Oss.

    Namens deze,

    gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de gemandateerde of de ondergemandateerde.

    Indien het verleende mandaat alleen betrekking heeft op ondertekening van stukken, overeenkomstig artikel 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt duidelijk aangegeven, dat het bestuursorgaan zelf het besluit heeft genomen.

    Persoonsvorm bij brieven die via mandaat uitgaan: ”ik” bij mandaten namens de burgemeester en ” wij” bij mandaten namens het college.

    Artikel 11. Overgangsbepaling

    Mandaten verleend onder de vigeur van de Mandaatregeling Oss 1994, die niet zijn herzien, blijven onverkort van kracht.

    Artikel 12. Slotbepaling

    Deze regeling kan worden aangehaald als Bevoegdhedenregeling Oss 2007. Met vaststelling van deze regeling vervalt de Mandaatverordening Oss 1994.

    Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 13 november 2007

    De secretaris, De burgemeester,

    Drs H.J.G.Engels H.W.M. Klitsie.

    Aldus vastgesteld door de burgemeester op 13 november 2007

    De burgemeester,

    H.W.M. Klitsie