Verordening Speelautomaten Oss 2011

Geldend van 23-12-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening Speelautomaten Oss 2011

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Gemeenteraad

Onderwerp:

Volgnummer

2011-94

Aanpassing Verordening Speelautomaten Oss aan de Europese Dienstenrichtlijn

Dienst/afdeling

PBWM

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2011;

gelet op het advies van de raadscommissie Bestuur, Organisatie en Bedrijvigheid van 14 november 2011;

gelet op titel V a van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de

VERORDENING SPEELAUTOMATEN OSS 2011

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van

titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

c.speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een

door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij

het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of

premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden

      beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij

      het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de

      speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    Speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een

    spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in

    artikel 30c, eerste lid, onder b, van de Wet;

  • g.

    exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding

uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

i.weg: weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan

de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

  • j.

    inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, lid 1 sub a en b. van de Wet;

  • k.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, sub e. van de Wet;

  • l.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, sub d. van de Wet.

Hoofdstuk 2 Speelautomatenhallen

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te

    vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal voor het vestigen en/of

    exploiteren een vergunning verlenen.

  • 3.

    De burgemeester kan op grond van lid 2 van dit artikel vergunning verlenen voor één

    speelautomatenhal voor het aanwezig hebben van maximaal 90 speelautomaten.

  • 4.

    Een speelautomatenhal moet tenminste 150 meter gelegen zijn van scholen voor

    voortgezet onderwijs.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij

    niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

  • 1.

    De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • b

      een geldig bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • c

      naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de beheerder(s);

    • d

      een verklaring waaruit eenduidig blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

    • e

      een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

  • 2.

    Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in lid 1 gestelde eisen, wordt de

    aaanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken nadat dit hem is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 3.

    Indien de aanvrager van de vergunning van de in lid 2 bedoelde gelegenheid binnen de gestelde termijn geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 4 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

Artikel 5 Vergunning

  • 1.

    De vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d

      de exploitatie van de hal.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor vestiging en/of exploitatie van speelautomatenhallen is verleend;

    • b

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder c en e, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken na datum afgifte van de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag .

  • 2.

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen acht weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is

    verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven

    zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid,

    onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en

    beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes

    maanden wordt onderbroken;

  • e.

    op verzoek van de ondernemer.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1.

    Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een niet tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10 Hoog- en laagdrempelige inrichtingen

  • 1.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn ten hoogste twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan;

  • 2.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn ten hoogste twee speelautomaten toegestaan, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 11 Overige bepalingen

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 12 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van het college aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 14 Intrekken oude regeling

De “Verordening Speelautomaten Oss”, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

28 oktober 1994 en opnieuw geldend verklaard voor de gemeente Oss op 2 januari 2003 en op

3 januari 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de onder artikel 14 ingetrokken “Verordening Speelautomaten Oss” verleende vergunningen, worden geacht verleend te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 14 ingetrokken verordening.

Artikel 16Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2.

    De “Verordening Speelautomaten Oss” zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 oktober 1994, wordt ingetrokken per datum als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 17Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Speelautomaten Oss 2011”

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 8 december 2011 .

De gemeenteraad voornoemd,

Coll: