Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening Reclamebelasting Oss 2012

Geldend van 01-06-2012 t/m 31-12-2012

Gemeenteraad

Onderwerp: volgnummer

Besluit tot vaststelling van de Afd. GID

verordening Reclamebelasting Oss 2012

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 april 2012;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2012

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Opschrift: openbare aankondiging in letters, kleuren of symbolen, voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan;

  • b.

    Reclame object: een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • c.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • d.

    Vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt.

  • e.

    Jaar: een kalenderjaar;

  • f.

    Commerciële activiteit: diensten die in principe ook door een privé-persoon kunnen worden uitgeoefend en waarvoor rechtstreeks een financiële bijdrage wordt gevraagd van haar gebruikers, het al dan niet nastreven van winst is hierbij niet van belang.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam “reclamebelasting” wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende kaart, een directe belasting geheven terzake van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 3

Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak, waarop en waarbij zich openbare aankondigingen bevinden welke zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 4

Vrijstellingen

Reclamebelasting wordt niet geheven terzake van openbare aankondigingen:

  • 1.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden, onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • 2.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • 3.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • 4.

    die als openbare aankondiging door een publiekrechtelijk lichaam gedaan in de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak kunnen worden aangemerkt;

  • 5.

    die ten behoeve van een politiek, godsdienstig, cultureel-maatschappelijk dan wel weldadig doel dienen, voor zover geen sprake is van een commerciële activiteit;

  • 6.

    die korter aanwezig zijn dan 13 weken;

  • 7.

    die aangebracht zijn door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de desbetreffende winkeliersvereniging dan wel wijkorgaan;

  • 8.

    op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde werkzaamheden en niet aankondigingen met een verkoop- dan wel verhuurbevorderend karakter.

Artikel 5

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per vestiging naar de oppervlakte van een reclame object, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van reclame objecten die bij één vestiging, bouwwerk of delen daarvan direct naast elkaar gelegen zijn en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging, worden de oppervlakten van reclame objecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 3.

    Reclame objecten behoren in elk geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

  • 4.

    Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6

Berekening van de reclamebelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    De oppervlakte van een reclame object wordt als volgt vastgesteld:

    • a.

      Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • b.

      Indien de openbare aankondiging bestaat uit het aankondigingsvoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaalde op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q., de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • c.

      Indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclame object bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit.

  • 3.

    Indien het reclame object bestaat uit een vlag waarop beide zijden een openbare aankondiging bevindt, wordt deze slechts eenzijdig opgenomen.

  • 4.

    Indien het reclame object slechts voor een deel zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt de oppervlakte van het reclame object bepaald op het van de openbare weg zichtbaar gedeelte van het reclame object.

Artikel 7

Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8

Ontstaan belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, wordt het verschuldigde bedrag berekend naar zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief, als na de aanvang van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt op verzoek van belastingplichtige ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven.

Artikel 9

Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10

Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslag dient betaald te worden in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand welke in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld staat en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Als wordt gekozen voor betaling via automatische incasso kan de aanslag in vijf gelijke termijnen betaald worden. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11

Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Reclamebelasting Oss 2011’ van 3 januari 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Reclamebelasting Oss 2012’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 mei 2012.

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

Drs P.H.A. van den Akker Drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

TARIEVENTABEL RECLAMEBELASTING 2012 behorende bij en deeluitmakende

van de "Verordening Reclamebelasting Oss 2012".

Het tarief bedraagt voor het hebben van een reclame object in het aangewezen centrumgebied, per jaar, per vestiging;

  • a.

    voor een reclame object met een oppervlakte tot 0,1 m2:€ 0,--

  • b.

    voor een reclame object met een oppervlakte van 0,1 m2 tot 0,5 m2:€ 475,--

  • c.

    voor een reclame object met een oppervlakte van 0,5 m2 tot 10 m2:€ 633,--

  • d.

    voor een reclame object met een oppervlakte gelijk of groter dan 10 m2:€ 897,--

Het tarief bedraagt voor het hebben van een reclame object in de aangewezen aanloopstraten, per jaar, per vestiging;

  • a.

    voor een reclame object met een oppervlakte tot 0,1 m2:€ 0,--

  • b.

    voor een reclame object met een oppervlakte van 0,1 m2tot 0,5 m2:€ 356,--

  • c.

    voor een reclame object met een oppervlakte van 0,5 m2 tot 10 m2:€ 475,--

  • d.

    voor een reclame object met een oppervlakte gelijk of groter dan 10 m2:€ 673,--

Behorende bij raadsbesluit van 10 mei 2012.

De griffier,

Drs. P.H.A. van den Akker

Kaart belastbaar gebied 2011 behorende bij en deeluitmakende van de "Verordening Reclamebelasting Oss 2011".

Ter verduidelijking van de kaart onderstaand een overzicht van de straten en straatdelen die vallen onder het centrumgebied en de aanloopstraten.

Tot het centrumgebied behoren de volgende adressen:

Burchtplein nrs. 80 en 80a.

Burgwal vanaf nr. 1 tot en met nr. 84.

Carmelietenstraat geheel

De Schakel geheel

De Wal geheel

Eikenboomgaard geheel

Galerij geheel

Heschepad nrs. 14 tot en met nr. 91

Heuvel geheel

Heuvelstraat geheel

Hooghuisstraat nrs. 1 tot en met nr. 20.

Houtstraat geheel

Kerkstraat 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 20 en 40.

Kruisstraat 3, 5, 5a, 5b, 5c, 6, 8, 10, 15, 16, 18, 19, 20a, 21, 22, 26, 28, 30, 32, 36, 38, 42, 44 en 46.

Meierijsche Kar geheel

Molenstraat 1, 3, 7, 9, 11, 13, 13a. 17, 19, 21, 25 en 28.

Monsterstraat geheel

Nieuwstraat geheel

Oostwal 171, 173, 175, 180 en 190.

Passage geheel

Peperstraat geheel

Terwaenen geheel

Varkensmarkt geheel

Walplein geheel

Walstraat geheel

Tot de aanloopstraten behoren de volgende adressen:

Begijnenstraat nrs. 1 tot en met 8

Berghemseweg nrs. 1 tot en met 27.

Boterstraat geheel

Goudmijnstraat nrs 1 tot en met nr. 9

Heschepad nr 1 tot en met nr. 14

Hooghuisstraat 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 35, 37, 39, 41 en 43.

Kazernestraat 2, 4 en 8.

Kerkstraat 56, 58, 72, 74, 88 en 90.

Klaphekkenstraat 1, 3, 5, 9, 14, 16, 18a, 19, 21 en 23.

Koornstraat 1 en 22.

Kruisstraat 23, 23a, 25, 27, 33, 35, 37a, 37b, 39, 39a, 41, 41a, 41b, 50, 50c, 52a, 52b, 52f, 56, 58, 60 en 62.

Molenstraat 32, 36, 37, 39, 40, 40a, 42, 45, 47, 48, 49, 50, 51, 51b, 51c, 53, 54 en 55.

Oostwal 4, 6, 10, 193, 194, 196, 202, 207, 209, 241, 243, 247 en 249.

Torenstraat 7 en 7a.

Behorend bij raadsbesluit van 3 januari 2011.

De griffier,

Drs. P.H.A. van den Akker