Regeling vervallen per 01-01-2020

Tab W reglement flexibele werktijden 2012

Geldend van 30-08-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Tab W reglement flexibele werktijden 2012

Reglement flexibele werktijden

Artikel 1

  • a. Dit reglement is van toepassing op alle ambtenaren in dienst van de gemeente Oss.

  • b. Het college kan, in belang van de dienst, bepaalde categorieën uitsluiten.

  • c. Hoofdstuk 4 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en het Ambtenarenreglement Oss is van toepassing.

  • d. Het reglement is, voor zover van toepassing, mede gebaseerd op de Arbeidstijdenwet.

Artikel 2

In deze regeling wordt verstaan onder:

ambtenaar: de werknemer in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) Oss;

werkperiode: de tijdsperiode waarbinnen de werkzaamheden kunnen worden verricht;

werkdag: een dag waarop de ambtenaar arbeid moet verrichten;

arbeidsduur: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht;

arbeidsduur per dag: de arbeidsduur zoals die voor een bepaalde dag is vastgesteld;

formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling;

feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die voor een bepaalde week is vastgesteld door middel van het rooster;

bandbreedte: de marges waarbinnen de feitelijke arbeidsduur per week kan fluctueren;

werktijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht of te wel de tijd waarbinnen een adequate bezetting gewaarborgd dient te worden;

pauze: een tijdruimte van tenminste 15 achtereenvolgende minuten, waarmee de arbeid tijdens de werktijd wordt onderbroken en de ambtenaar geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid.

Artikel 3

De werkperiode vangt aan om 7.30 uur en eindigt om 18.00 uur.Voor de onderscheidene diensten kan de directeur namens het college tijden vaststellen die zijn afgestemd op de aard van de werkzaamheden.

Er zijn geen bloktijden. De flexibiliteit wordt hierdoor vergroot doordat men op verschillende momenten kan beginnen c.q. stoppen met werken, afhankelijk van de norm met betrekking tot adequate bezetting. Daarnaast is het minder vrijblijvend, door de koppeling met de norm voor adequate bezetting.

Artikel 4

De arbeidsduur van de ambtenaar wordt één maand vooraf vastgelegd in een rooster, waarin de feitelijke arbeidsduur van de ambtenaar per dag is vastgesteld.

Het rooster kan voor een volledig jaar of een gedeelte daarvan vastgesteld worden, maar heeft minimaal betrekking op de eerstvolgende maand van het jaar.

Artikel 4.1

De ambtenaar is minimaal één maand voor aanvang bekend met het voor hem/haar geldende rooster.

Het rooster dient in goed overleg tussen ambtenaar en leidinggevende te worden vastgesteld waarbij, waar mogelijk en voor zover het belang van de dienst evenwichtig is meegewogen, rekening gehouden wordt met de persoonlijke wensen van de betreffende ambtenaar. De invulling van het individuele rooster dient ook in samenspraak met collega’s te gebeuren, onder regie van de leidinggevende. Dit om iedere dag een adequate bezetting op de afdeling te waarborgen.

Artikel 4.2

Indien leidinggevende en ambtenaar geen overeenstemming kunnen bereiken over de invulling van het rooster beslist de dienstdirecteur.

Hierbij vindt een belangenafweging plaats, waarbij nadrukkelijk het belang van de dienst wordt meegenomen.

Artikel 4.3

De leidinggevende is verantwoordelijk voor een adequate bezetting op de betreffende afdeling.

Hiervoor dient er gestuurd te worden op adequate bezetting door goede roosterafspraken en onderling afspraken te maken met de ambtenaren van de afdeling.

Artikel 4.4

Van belang bij het opstellen van een rooster is dat er een herkenbaar patroon dient te zijn. Ook feestdagen moeten ingeroosterd worden volgens dit herkenbare patroon.

Bijvoorbeeld: als een medewerker normaliter het gehele jaar roostervrij is op maandag, mogen op b.v. 2e paasdag geen uren geroosterd staan zodat men de roostervrije dag op een ander moment kan plannen. Een roostervrije dag kan ook niet verschoven worden wanneer deze op een feestdag valt.

Als officiële feestdagen gelden: nieuwjaarsdag, de tweede paasdag, hemelvaartsdag, de tweede pinksterdag, beide kerstdagen, en de dag waarop de verjaardag van de koningin wordt gevierd (conform CAR/AR artikel 4:2:1 derde lid).

Naast de gebruikelijke feestdagen heeft het college 5 mei en de vrijdag na Hemelvaart als vrije dagen aangewezen. Indien op laatstgenoemde dagen toch gewerkt moet worden, geldt niet de overwerkvergoeding maar vindt compensatie in de vorm van vrije tijd plaats.

Artikel 5

De feitelijke arbeidsduur per week kan afwijken van de formele arbeidsduur conform hetgeen bepaald is in hoofdstuk 4 van de CAR/AR en de Vakantieverordening Oss. Deze afwijking kan een drietal oorzaken hebben:

  • a.

    opbouw roostervrij (voorheen: ADV);

    deze bedraagt maximaal 100 uur per jaar, waarbij de gemiddelde werkweek wordt vastgesteld op 38 uur. De roostervrije tijd voor parttimers wordt naar rato vastgesteld.

  • b.

    flexibilisering van de arbeidstijden (conform CAR/AR artikel 4:1);

    hierdoor kan de feitelijke weektaak afwijken van de formele arbeidsduur. Hiermee wordt het mogelijk de werktijden beter af te stemmen op de pieken en dalen in het werkaanbod, waarbij zo veel als mogelijk wordt ingespeeld op de individuele wensen. Aan het einde van het jaar dient het aantal plus- en minuren volgens het rooster op 0 uit te komen.

  • c.

    uitbreiding weektaak tot maximaal 40 uur per week (conform CAR/AR artikel 2:7a)

    Op verzoek van het college kan de arbeidsduur van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van 36 uur per week, tijdelijk worden verruimd naar maximaal 40 per week. De medewerker moet hier wel mee instemmen.

    Indien het college een weektaak, met instemming van de medewerker, wil uitbreiden naar 40 uur dan meldt hij dit vooraf aan de OR. Het college rapporteert vervolgens jaarlijks in het Sociaal Jaarverslag over het gebruik van de uitbreidingsmogelijkheid van de arbeidsduur naar maximaal 40 uur. Deze rapportage wordt ook de OR besproken.

Artikel 6

Indien een ambtenaar, op verzoek van of in overleg met de leidinggevende, overwerk verricht kan de totale arbeidsduur op een dag maximaal 12 uur bedragen, in een week maximaal 60 uur waarbij in een periode van 16 weken de totale arbeidsduur gemiddeld niet meer dan 48 uur per week mag bedragen.

Artikel 7

Indien de arbeidsduur op een werkdag meer dan 5,5 uur bedraagt, dient de werktijd onderbroken te worden door een pauze van minimaal 30 minuten (eventueel op te splitsen in

2 x 15 minuten).

Artikel 8

  • a.

    Opleidingen dienen zoveel mogelijk buiten de reguliere werktijden te worden gevolgd.

  • b.

    Voor reguliere opleidingen langer dan vijf dagdelen mag een ambtenaar met een fulltime aanstelling voor een volledige cursusdag maximaal 7,6 uur roosteren.

Het volgen van opleidingen binnen of buiten de reguliere werktijden wordt geregeld in het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP).

Het opstellen van een POP is maatwerk en wordt vastgesteld door leidinggevende en medewerker. Naast de afspraken over de te volgen opleidingen, de vergoeding van kosten, de begeleiding door leidinggevende, worden in een POP ook afspraken gemaakt over het noodzakelijke verlof. Wat noodzakelijk en redelijk is, dient per situatie te worden bepaald. De algemene lijn voor studieverlof zoals hiervoor beschreven zal hierbij wel worden gehanteerd. De directeur heeft de bevoegdheid om hier gemotiveerd van af te wijken. De motivatie wordt vastgelegd in het POP.

Artikel 9

  • a. Bezoek aan huisarts, specialist, tandarts e.d. vindt in beginsel in eigen tijd plaats, tenzij in overleg met de leidinggevende anders wordt bepaald.

  • b. Bij interne recepties binnen de werktijd wordt als eindtijd maximaal de fictieve werktijd van 17.30 uur aangehouden.

Toelichting a.

Als je een bezoek moet brengen aan bijvoorbeeld een huisarts, specialist, verloskundige of tandarts is de afspraak dat je dit in eigen tijd plant. Lukt dit echt niet (bijvoorbeeld omdat de specialist alleen op woensdag spreekuur heeft, je huisarts heeft alleen nog plaats om 10.00 uur enz.) dan mag je dit, in overleg met je de leidinggevende, onder werktijd doen. Het mag duidelijk zijn dat het bezoeken van artsen/specialisten onder werktijd tot een minimum beperkt moet blijven en dat van de medewerker gevraagd mag worden zich maximaal in te spannen een afspraak buiten werktijd te maken.

Toelichting b.

Wanneer men normaal niet tot 17.30 uur werkt, houdt men de normale werktijd als eindtijd

aan. Wanneer men de receptie vóór 17.30 uur verlaat, dient men de vertrektijd als einde

werktijd aan te houden

Artikel 10

  • a.

    Sinds 1 januari 2002 is de medewerker niet meer verplicht gebruik te maken van de prikklokken en in de nieuwbouw is geen prikklok meer aanwezig.

  • b.

    Urenregistratie vindt plaats via het tijdschrijfprogramma TimeTell.

  • c.

    Nadat de nieuwbouw volledig is afgerond zal er een alternatief worden geboden voor het gebruik van prikklokken.

Voor het verwerken van gewerkte uren, roosters, verlofuren en spaaruren (meer gewerkte uren) maken we gebruik van TimeTell. Per dag kun je je gewerkte uren boeken bij producten of projecten. Ook je uren voor bijvoorbeeld verlof of feestdagen kun je boeken.

Het systeem doet echter niet meer dan alleen registreren. Hoe je de gegevens registreert is afhankelijk van de afspraken zoals we die met elkaar hebben gemaakt in de collectieve arbeidsvoorwaarden en interne regelingen. Voor meer uitleg over TimeTell kun je kijken op Intranet onder werkondersteuning.

Artikel 11

De voortgang van de werkzaamheden mag door de toepassing van flexibele werktijden geen hinder ondervinden.

Artikel 12

In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist de directeur van de dienst.

Het Reglement flexibele werktijden treedt in werking een dag na bekendmaking van het besluit.

Aldus besloten in de vergadering van het college d.d. 19 augustus 2008.