Regeling vervallen per 12-02-2021

Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 11-02-2021

Intitulé

Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2020

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, en Uden ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Overwegende dat

zij met ingang van 1 januari 2015 voor de duur van vijf jaren regionaal hebben samengewerkt in de Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2015 en in de Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017;

zij daartoe een inkoopsamenwerking zijn aangegaan waarbij de gemeente Oss als centrumgemeente is aangewezen;

de huidige regeling per 1 januari 2020 eindigt;

de samenwerking binnen de Centrumregeling in 2018 is geëvalueerd;

de gemeenten en de aanbieders positief zijn over de samenwerking en deze willen voortzetten;

vanaf 2021 de uitkeringen beschermd wonen en maatschappelijke opvang geïntegreerd worden in de algemene uitkering per gemeente en de colleges hebben afgesproken voor deze onderdelen te blijven samenwerken;

het voorzieningenniveau beschermd wonen en maatschappelijke opvang op een passend niveau wordt gehouden en doeltreffend wordt ingezet na een beleidsmatige nadere invulling door de gemeenten;

de colleges de intentie hebben hun raden voor te stellen hiertoe hun verordening Wmo

zoveel als mogelijk gelijkluidend vast te stellen en hun beleid op het gebied van de Wmo zoveel als mogelijk gelijkluidend te ontwikkelen en/of op elkaar af te stemmen;

gemeenten in adequaat toezicht op naleving van kwaliteit en rechtmatigheid in de Wmo voorzien door gezamenlijke organisatie van het Wmo toezicht;

zij daartoe ingaande 2020 een nieuwe centrumregeling wensen aan te gaan waarin aan de gemeente Oss het mandaat wordt verleend om de ondersteuning in te kopen namens de Noordoost-oost Brabantse gemeenten;

deze centrumregeling erin voorziet dat de centrumgemeente ten behoeve van de gemeenten bovenlokale taken uitvoert ten behoeve van de ondersteuningstaak van gemeenten voor haar inwoners;

de verdeelsleutel op basis van inwoneraantallen van de gemeenten wordt aangepast indien het aantal gemeenten in verband met gemeentelijke herindeling wijzigt; bij samenvoeging van gemeenten worden de percentages opgeteld, bij splitsing van gemeenten vindt overleg plaats tussen de deelnemende gemeenten in het portefeuillehoudersoverleg (POHO) Wmo;

Gelet op

artikel 2.6.1 Wmo 2015, afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht, en de artikelen

1 en 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);

de door de raden van voornoemde gemeenten aan hun colleges van burgemeester en wethouders verleende toestemming tot het aangaan van deze samenwerking en het vaststellen van deze regeling ex artikel 1, tweede lid Wgr;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de navolgende gemeenschappelijke regeling voor de inkoop van ondersteuning in het kader van de Wmo

Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2020

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    centrumregeling: Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2020;

  • b.

    centrumgemeente: gemeente als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wgr:

  • de gemeente Oss;

  • c.

    gemeenten: alle gemeenten die aan deze regeling deelnemen, inclusief de centrumgemeente Oss;

  • d.

    regiogemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis en Uden;

  • e.

    regio: regio Brabant Noordoost-oost, bestaande uit drie subregio’s en 10 gemeenten;

  • f.

    subregio Boekel, Landerd en Uden: Boekel, Landerd en Uden;

  • g.

    subregio Land van Cuijk: Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, en Sint Anthonis;

  • h.

    subregio Maasland: Bernheze en Oss;

  • i.

    portefeuillehouder Wmo: het collegelid van een deelnemende gemeente, verantwoordelijk voor de taken binnen het regionaal beleidskader Wmo;

  • j.

    ondersteuning: voorzieningen in het kader van de Wmo ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en maatschappelijke opvang;

  • k.

    overlegtafel Wmo: op objectieve criteria door de gemeenten geselecteerde Wmo-aanbieders die overleg hebben met de gemeenten;

  • l.

    regionaal beleidskader Wmo: Beleidskader Wet maatschappelijke ondersteuning 2020-2023 regio Brabant Noordoost-oost, “Transformeren & Doorontwikkelen”, voor de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023;

  • m.

    inkoopplan: afsprakenkader waarbinnen de centrumgemeente de inkoop en contractering van specialistische ondersteuning organiseert voor de regio;

  • n.

    opheffingsplan: financiële afspraken tussen de gemeenten die regelen hoe de kosten worden verdeeld als de samenwerking voor 1 januari 2024 wordt opgeheven;

  • o.

    liquidatieplan: financiële afspraken tussen de gemeenten die regelen hoe de kosten worden verdeeld als de samenwerking tussen alle gemeenten of een beperkt aantal gemeenten wordt beëindigd per 1 januari 2024;

  • p.

    verdeelsleutel: verdeling op basis van CBS-inwoneraantallen van de gemeenten per 1 januari 2018 zoals opgenomen in de bijlage.

Artikel 2 Doelstelling voor samenwerking

De gemeenten zijn een onderlinge samenwerking aangegaan gericht op het zorgdragen voor een kwalitatief goede en efficiënte inkoop van de ondersteuning in het kader van de Wmo op basis van het regionaal beleidskader Wmo en het tweejaarlijkse inkoopplan.

Artikel 3 Opdracht centrumgemeente

  • 1.

    De regionale inkoop van de ondersteuning wordt uitgevoerd door de centrumgemeente. Deze gemeente treedt namens de gemeenten op als inkopende partij.

  • 2.

    De regiogemeenten verlenen de centrumgemeente opdracht tot het verrichten van de in artikel 4 genoemde taken namens de gemeenten overeenkomstig artikel 8, vierde lid van de Wgr.

  • 3.

    De centrumgemeente aanvaardt deze opdracht.

  • 4.

    De centrumgemeente verplicht zich tot het zo doelmatig mogelijk inkopen van de ondersteuning binnen de gemaakte afspraken.

  • 5.

    De kosten van de uitvoering van de opdracht door de centrumgemeente worden volgens de verdeelsleutel door de gemeenten gezamenlijk gedragen.

  • 6.

    De centrumgemeente draagt zorg voor de archiefbescheiden conform de archiefregeling van de centrumgemeente.

Artikel 4 Taken centrumgemeente

Taken van de centrumgemeente zijn:

  • de regionale inkoop van ondersteuning in het kader van de Wmo zoals omschreven in het regionaal beleidskader Wmo en het inkoopplan, en alle activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn, waaronder in ieder geval de organisatie/het uitvoeren van de overlegtafel Wmo, het opstellen van overeenkomsten en het bepalen van tarieven/budgetten per aanbieder binnen het financiële kader van de regio;

  • in voorkomende gevallen het aangaan van een subsidierelatie;

  • het afsluiten, beheren, uitvoeren van de overeenkomsten die voortvloeien uit de aanbesteding en alle activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn, waaronder registratie, controle, monitoring, rapportage, contractmanagement en relatiebeheer;

  • het leveren van monitorrapportages per half jaar of zo veel vaker als nodig waarmee regiogemeenten sturingsinformatie ontvangen over zorggebruik Wmo en de kosten daarvan, soorten producten, omvang en samenloop van de diverse producten per regiogemeente en ten opzichte van andere gemeente in de samenwerkingsregio;

  • het afstemmen van een goede aansluiting met het lokale veld;

  • het organiseren van het toezicht Wmo.

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1.

    De colleges geven de centrumgemeente mandaat en volmacht om de in artikel 4 genoemde taken uit te voeren, uiteraard begrensd door wetgeving, jurisprudentie en financiële kaders.

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente kan de bevoegdheden in het eerste lid ondermandateren aan de medewerkers van de centrumgemeente.

Artikel 6 Inkoopplan

  • 1.

    Met het oog op een goede uitvoering van de taken zorgt de centrumgemeente voor 1 april voor een tweejaarlijks inkoopplan met uitgangspunten en doelstellingen voor de komende twee jaar. Dit plan is gebaseerd op het regionaal beleidskader Wmo en wordt aan alle colleges ter besluitvorming voorgelegd.

  • 2.

    Als de meerderheid – op basis van de CBS-inwoneraantallen per 1 januari van het betreffende kalenderjaar van minimaal vier gemeenten – instemt, dan is het inkoopplan vastgesteld. Wordt de meerderheid niet gehaald, dan vindt verder overleg plaats over de inhoud van het inkoopplan.

  • 3.

    Bij gemeentelijke herindeling kan de bepaling van de meerderheid – de CBS-inwoneraantallen van minimaal vier gemeenten – worden aangepast.  

Hoofdstuk 2 Overleg

Artikel 7 Overlegstructuur

De gemeenten voorzien in een overlegstructuur door middel van bestuurlijk en ambtelijk overleg, om te borgen dat de taken zoals beschreven in artikel 4 goed worden uitgevoerd.

Artikel 8 Bestuurlijk overleg

  • 1.

    Aan het portefeuillehoudersoverleg Wmo nemen deel de portefeuillehouders Wmo en een ambtelijke vertegenwoordiger per subregio.

  • 2.

    De portefeuillehouder Wmo van de centrumgemeente overlegt ten minste driemaal per jaar met de portefeuillehouders van de regiogemeenten.

  • 3.

    De portefeuillehouders Wmo van de gemeenten komen voorts bijeen wanneer 1/3 van hen dit onder opgaaf van redenen noodzakelijk acht.

  • 4.

    Het extra bestuurlijk overleg bedoeld in het derde lid wordt uiterlijk binnen twee weken na het verzoek belegd door de centrumgemeente.

  • 5.

    In het bestuurlijk overleg bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval gesproken over het regionale beleid Wmo, de inkoop van de ondersteuning aan de hand van voortgangsrapportages, monitoringsinformatie, het verloop van de samenwerking, het inkoopplan en het jaarverslag.

Artikel 9 Ambtelijk overleg/ overlegtafel Wmo

  • 1.

    Er is ambtelijk overleg voorafgaand aan de overlegtafel Wmo en het bestuurlijk overleg.

  • 2.

    In het ambtelijk overleg is iedere gemeente vertegenwoordigd.

  • 3.

    De vertegenwoordiger van de centrumgemeente is voorzitter van het ambtelijk overleg.

  • 4.

    Iedere subregio wijst één ambtelijke vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan om deel te nemen aan de overlegtafel Wmo.

  • 5.

    De ambtelijke vertegenwoordiger van de subregio is verantwoordelijk voor inbreng namens de subregio en terugkoppeling naar de subregio.

Hoofdstuk 3 Informatie, verantwoording en bedrijfsvoering

Artikel 10 Informatie en verantwoording

  • 1.

    De centrumgemeente verstrekt de gemeenten alle informatie over de uitvoering van deze regeling, voor zover het haar taak betreft, ten behoeve van de invulling van de verantwoordingsplicht van de gemeenten overeenkomstig de artikelen 212 en 213 Gemeentewet.

  • 2.

    De regiogemeenten verstrekken de centrumgemeente tijdig alle benodigde informatie die zij voor de uitoefening van haar taken nodig heeft.

  • 3.

    Tussentijdse bestuurlijke terugkoppeling over de uitvoering van deze centrumregeling vindt plaats via het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

  • 4.

    De voortgangsrapportages over het verloop van het inkoopproces worden ter kennisname voorgelegd aan de colleges van de gemeenten.

  • 5.

    De centrumgemeente rapporteert zowel inhoudelijk als financieel binnen vier maanden na afloop van het jaar in een jaarverslag.

  • 6.

    Dit jaarverslag bevat in ieder geval:

    • een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten inkoop; in het jaar dat het inkoopplan wordt vastgesteld, bevat het jaarverslag geen inhoudelijk verslag;

    • de financiële verantwoording van de uitvoering van de organisatie inkoop Wmo;

    • een voorstel voor afrekening per gemeente.

  • 7.

    De regiogemeenten kunnen de centrumgemeente om aanvullende inlichtingen verzoeken, voor zover het haar taak betreft.

Artikel 11 Kosten van de uitvoeringsorganisatie en de organisatie van het toezicht Wmo

  • 1.

    De centrumgemeente laat de kosten van de uitvoeringsorganisatie en de organisatie van het toezicht Wmo, na advies van het portefeuillehoudersoverleg Wmo, tweejaarlijks door de colleges van de gemeenten vaststellen via het inkoopplan.

  • 2.

    De uitvoeringskosten van de centrumgemeente en de kosten van het toezicht Wmo worden voor de jaren 2020 tot en met 2023 ten laste van de gemeenten gebracht.

  • 3.

    Bij wijziging van taken kan de formatie van de centrumgemeente worden gewijzigd. Indien dat het geval is, worden de daaruit voortvloeiende kosten door de gemeenten gezamenlijk gedragen en verdeeld volgens de verdeelsleutel.

Artikel 12 Communicatie

De centrumgemeente is het aanspreekpunt voor de aanbieders van de ondersteuning in het kader van de Wmo voor alle contractuele afspraken en vraagstukken over de uitgevoerde inkoop en aanbesteding op grond van artikel 4 van deze regeling. Afspraken over individuele cliënten worden gemaakt door de betreffende gemeente.

Hoofdstuk 4 Tussentijdse wijziging, toetreding, uittreding, opheffing en beëindiging

Artikel 13 Tussentijdse wijziging

  • 1.

    De colleges van de gemeenten kunnen tussentijds aan de centrumgemeente voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2.

    Na een positief advies van het portefeuillehoudersoverleg Wmo over het wijzigingsvoorstel verstrekt de centrumgemeente een daartoe strekkend voorstel aan de gemeenten.

  • 3.

    Een wijziging is tot stand gekomen, wanneer alle colleges van de gemeenten daartoe hebben besloten na verkregen toestemming van hun raden.

  • 4.

    Op de tussentijdse wijziging van deze regeling is artikel 23 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Tussentijdse toetreding

  • 1.

    Andere gemeenten kunnen tussentijds tot deze regeling toetreden, wanneer alle colleges van de gemeenten daarmee hebben ingestemd na verkregen toestemming van hun raden.

  • 2.

    De gemeenten regelen in overleg de rechten en verplichtingen die voor de toe te treden gemeente uit de regeling voortvloeien.

  • 3.

    Indien een gemeente tot de regeling wenst toe te treden, draagt deze gemeente de financiële gevolgen van deze toetreding.

  • 4.

    Op de tussentijdse toetreding tot deze regeling is artikel 23 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Tussentijdse uittreding

  • 1.

    Een regiogemeente kan tussentijds uittreden door een besluit van het college na verkregen toestemming van de betreffende raad.

  • 2.

    Een regiogemeente kan uitsluitend per 1 januari van een kalenderjaar uittreden.

  • 3.

    Een regiogemeente maakt het voornemen tot uittreding minimaal één jaar van tevoren per aangetekende brief kenbaar aan de centrumgemeente.

  • 4.

    Als een regiogemeente uittreedt, zal die gemeente tot 1 januari 2024 de jaarlijkse uitvoeringskosten van de centrumgemeente en de contractuele verplichtingen met aanbieders aan de centrumgemeente blijven voldoen. Daarnaast betaalt die regiogemeente ook via de afgesproken verdeelsleutel van de opheffings- of liquidatiebijdrage de werkelijke kosten. Deze kosten worden vastgesteld in een opheffings- of liquidatieplan.

  • 5.

    De uitgetreden regiogemeente is verantwoordelijk voor het regelen van de overgang van de eigen inwoners van de regionaal ingekochte ondersteuning naar elders in te kopen ondersteuning.

  • 6.

    Op de tussentijdse uittreding uit deze regeling is artikel 23 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Tussentijdse opheffing en beëindiging

  • 1.

    De regeling wordt tussentijds opgeheven, wanneer de colleges van alle gemeenten daartoe besluiten na daartoe verkregen toestemming van hun raden.

  • 2.

    Indien de regeling tussentijds wordt opgeheven, of indien de samenwerking wordt beëindigd per 1 januari 2024, regelt de centrumgemeente de financiële gevolgen van de opheffing of beëindiging in een opheffingsplan of een liquidatieplan.

  • 3.

    De centrumgemeente registreert de werkelijke kosten die zij per jaar maakt voor het te herplaatsen personeel en declareert deze volgens de verdeelsleutel bij de gemeenten.

  • 4.

    De verdeelsleutel van de opheffings- of liquidatiebijdrage is gebaseerd op het inwoneraantal van de gemeenten.

  • 5.

    Het is in ieders belang de opheffings- of liquidatiekosten zo laag mogelijk te houden en er wordt afgesproken dat iedere gemeente een bijdrage levert aan het te herplaatsen personeel van de inkooporganisatie en het toezicht Wmo.

  • 6.

    De bijdrage aan de opheffings- of liquidatiekosten voor alle gemeenten komt te vervallen als al het personeel is herplaatst.

  • 7.

    Op de tussentijdse opheffing van deze regeling is artikel 23 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 17 Geschillen

Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wgr, verplichten de gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.

Artikel 18 Privacy

Gemeenten waarborgen, als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, dat bij de onderlinge gegevensuitwisseling de vigerende privacywetgeving wordt nageleefd.

Artikel 19 Aansprakelijkheid centrumgemeente

De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming bij de uitvoering van de in deze regeling opgenomen taken, wordt beperkt tot het bedrag dat de centrumgemeente voor haar werkzaamheden heeft ontvangen, tenzij haar grove schuld of opzet kan worden verweten.

Artikel 20 Aansprakelijkheid gemeenten

Elke gemeente is individueel aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van de betreffende gemeente.

Artikel 21 Evaluatie

  • 1.

    Deze regeling en de uitvoering daarvan wordt voor 1 juli 2022 geëvalueerd.

  • 2.

    Het portefeuillehoudersoverleg Wmo kan verzoeken om een tussentijdse evaluatie.

  • 3.

    De evaluatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

  • 4.

    De evaluatie resulteert in een evaluatieverslag dat wordt aangeboden aan de colleges van de gemeenten.

  • 5.

    De colleges van de gemeenten brengen het evaluatieverslag en hun zienswijzen daarbij onder de aandacht van hun raden.

Artikel 22 Inwerkingtreding en duur van de regeling

  • 1.

    De regeling treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 2.

    De regeling wordt aangegaan voor de duur van vier jaren.

  • 3.

    De gemeenten beslissen voor 1 maart 2023 of de gezamenlijke inkoop in 2024 en volgende jaren wordt voortgezet en voor welk deel van de Wmo dat gebeurt.

Artikel 23 Bekendmaking en toezending

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking van de regeling in de Staatscourant door de centrumgemeente.

  • 2.

    De centrumgemeente zendt deze regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.

  • 3.

    Gemeenten nemen deze regeling op in het door hen bij te houden register als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wgr.

Artikel 24 Slotbepaling

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treedt de centrumgemeente en de betreffende regiogemeente(n) in overleg. Dit wordt geagendeerd tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

Artikel 25 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Bernheze

… , wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Boekel

…., wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Boxmeer

…, wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Cuijk

…., wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Grave

…., wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Landerd

…, wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Mill en Sint Hubert

…, wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Oss

…, wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Sint Anthonis

…, wethouder

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente d.d.

Namens de gemeente Uden

…, wethouder

Bijlage Verdeelsleutel

Gemeenten

Inwoners 1-1-2018

Procentuele verdeling

Bernheze

30.550

11,00

Boekel

10.502

3,78

Boxmeer

28.853

10,39

Cuijk

24.911

8,97

Grave

12.419

4,47

Landerd

15.332

5,52

Mill en Sint Hubert

10.831

3,90

Oss

90.951

32,76

Sint Anthonis

11.577

4,17

Uden

41.725

15,03

Totaal

277.651

100