Regeling vervallen per 01-07-2012

Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet werk en bijstand gemeente Oss 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 30-06-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet werk en bijstand gemeente Oss 2008

Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Oss;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007,

gelet op de bepalingen van de Wet Maatschappelijke ondersteuning, Wmo, en op de bepalingen van de Wet werk en bijstand, Wwb, gelet op het advies van de raadscommissie Maatschappelijke Participatie van 27 november 2007 en gelet op de instemming van de Stichting CliëntenPlatform Oss en de Stichting Cliëntenplatform “De Trechter”

besluit:

vast te stellen: de

Verordening Cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet werk en bijstand

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

1.Cliëntenparticipatie:

de wijze waarop de gemeente belanghebbenden, al dan niet vertegenwoordigd door (zelf)organisaties, door middel van gestructureerd overleg betrekt in de beleidsvorming, de uitvoering en de evaluatie van de Wet Maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand en daaruit voortvloeiend in het integrale gemeentelijk beleid voor alle mensen met een functiebeperking en/of met een chronische aandoening en in het beleid voor alle mensen die bijstand ontvangen of die een nabestaanden- of halfwezenuitkering ontvangen op grond van de Algemene nabestaandenwet.

2.Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid:

de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle burgers met een functiebeperking en/of met een chronische aandoening;

3.Burgers met een functiebeperking:

burgers die belemmeringen ondervinden in het inrichten van hun eigen leven of in hun mogelijkheden tot maatschappelijke participatie ten gevolge van een langdurige lichamelijke of verstandelijke beperking, van blijvende gezondheidsproblemen of van chronische ziekten.

4.Cliëntenplatform:

4. vertegenwoordigers van de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde (zelf)organisaties van burgers met een functiebeperking of chronische ziekte dan wel natuurlijke personen, die voldoende affiniteit hebben met de doelgroep van wie zij de cliënten vertegenwoordigen evenals cliënten van de afdelingen Werk en Inkomen en Zorg en Inkomen van de dienst Publiekszaken en vertegenwoordigers van organisaties die de belangen behartigen van deze personen.

Artikel 2 - Doelstellingen

De cliëntenparticipatie Wmo en Wwb heeft de volgende doelstellingen:

1.het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wet maatschappelijke ondersteuning en het

integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid en bij de Wet werk en bijstand door zelforganisatie vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de totstandkoming, de uitvoering en de evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid;

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk

    gehandicaptenbeleid, gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden

    van gelijke mogelijkheden aan burgers met een functiebeperking of chronische aandoening.

  • 3.

    het betrekken van personen die bijstand ontvangen, van personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en van niet-uitkeringsgerechtigden of hun vertegenwoordigers bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand.

Artikel 3 - Beleidsterreinen

  • 1. Het cliëntenplatform wordt betrokken bij en adviseert over het gemeentelijk beleid en de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

    In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid wordt het platform tevens

    betrokken bij en adviseert het over het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid, bestaande

    uit:

    • a.

      voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van burgers met een functiebeperking of chronische aandoening,

    • b.

      het beleid op andere terreinen die van invloed zijn op de mogelijkheden voor burgers met een functiebeperking en/of chronische aandoening om zo volwaardig mogelijk deel te nemen aan het maatschappelijk leven.

  • 2. Het cliëntenplatform wordt betrokken bij en adviseert over het gemeentelijk beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand. Het platform houdt zich in dit kader niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.

Artikel 4 - Samenstelling

  • 1. Het cliëntenplatform bestaat uit een kerngroep en zoveel werkgroepen als voor het realiseren van de doelstelling van het platform en voor een doelmatige werkwijze noodzakelijk is.

  • 2. De kerngroep bestaat uit de voorzitters van de werkgroepen plus een onafhankelijk voorzitter.

    De leden van de kerngroep kiezen uit hun midden een penningmeester en een secretaris. Samen met de voorzitter vormen zij samen het dagelijks bestuur van het platform.

  • 3. Het Platform heeft in het kader van de Wwb een speciale werkgroep die adviseert over het gemeentelijk beleid en de uitvoering ervan op het gebied van deze wet. Deze werkgroep bestaat uit cliënten van de afdelingen Werk en Inkomen en Zorg en Inkomen van de dienst Publiekszaken en uit vertegenwoordigers van organisaties die de belangen van deze personen behartigen. De werkgroep bestaat uit minimaal 3 en maximaal 15 leden.

  • 4. Benoeming en ontslag van de leden van het platform, de kerngroep en de werkgroepen geschiedt door het college van burgemeester en wethouders op voordracht van het dagelijks bestuur van het platform.

Artikel 5 - Werkwijze

5.a. advies

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid vragen burgemeester en wethouders het platform tijdig om advies.

  • 2.

    Het platform is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan burgemeester en

    wethouders.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders vragen het platform in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3.

  • 4.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het platform in redelijkheid tot een advies kan komen dat van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit en dat toegevoegd kan worden aan de stukken die ter beschikking worden gesteld aan de gemeenteraad.

  • 5.

    In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van het platform, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het platform is afgeweken.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders voorzien het platform van de nodige informatie ten behoeve van het naar behoren functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

5.b. overleg

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bevorderen actief de totstandkoming en het volwaardig functioneren van het platform.

  • 2.

    De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan ten behoeve van de communicatie met het platform. Deze is tevens coördinerend ambtenaar binnen het gemeentelijk apparaat ten behoeve van de cliëntenparticipatie Wmo en Wwb.

  • 3.

    De gemeente wijst voor onderscheiden werkgroepen ambtenaren aan ten behoeve van inhoudelijke ondersteuning op het betreffende werkgebied.

  • 4.

    minimaal 4 maal per jaar vindt structureel overleg plaats tussen de contactambtenaar en (vertegenwoordigers van) het platform.

  • 5.

    Daarnaast vindt minimaal éénmaal per jaar structureel overleg plaats tussen de eerst aanspreekbare wethouder en (vertegenwoordigers) van het platform.

  • 6.

    Van overleg en afspraken met het platform doen burgemeester en wethouders binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan het platform. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door het platform gegeven adviezen is gedaan.

Artikel 6 - Faciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen aan het platform zodanige middelen ter beschikking dat het platform redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de in deze verordening genoemde personen en groeperingen en het college op dat gebied te adviseren. Het gaat hierbij onder meer om faciliteiten voor:

    • -

      bureaukosten

    • -

      overleg met en activering van de achterban

    • -

      Pr en voorlichting

    • -

      documentatie en deskundigheidsbevordering

  • 2. De financiële middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks als subsidie in het exploitatietekort verleend. De subsidie is bestemd voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

  • 3. De aanvraag van de subsidie gaat vergezeld van een begroting; de aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een jaarrekening. Niet bestede subsidie wordt door het bestuur van het cliëntenplatform toegevoegd aan de subsidiereserve en staat daarmee ter beschikking van het bestuur voor bekostiging van de activiteiten als bedoeld in artikel 2 lid 1. De jaarrekening vermeldt de toevoeging of onttrekking aan de subsidiereserve evenals de begin- en eindstand van de subsidiereserve.

  • 4. De gemeente stelt vergaderruimte beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen

    functioneren van het cliëntenplatform.

  • 5. Voor niet reguliere activiteiten kan het platform bij burgemeester en wethouders een projectsubsidie aanvragen.

Artikel 7 - Slotbepalingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie Wmo en Wwb.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

op 3 januari 2008.

De voorzitter, De griffier,

H.W.M. Klitsie drs. J.J. Braam