Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wet¬houders van .. november 2011,

nr. Z-11.05897;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezor¬gingsrechten 2012

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2012).

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    begraafplaats : de gemeentelijke begraafplaats aan het Dievenpad;

  • 2.

    bijzondere begraafplaats : de R.K. begraafplaats achter de R.K. Kerk in de Karel Doormanstraat

  • 3.

    particulier graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;- het doen verstrooien van as;

  • 4.

    algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheidwordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • 5.

    algemeen kindergraf: een algemeen graf, uitsluitend bestemd voor het begraven van kinderen beneden de 12 jaar;

  • 6.

    particulier urnengraf : een graf, grafkelder kelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 7.

    urnennis : een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 8.

    as : de as van een overleden persoon;

  • 9.

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

  • 10.

    urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • 11.

    verstrooiingsplaats : een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

  • 12.

    grafbedekking : gedenktekens op een graf:

  • 13.

    gedenkteken : een voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • 14.

    beheerder : de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding over de gemeentelijke begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • 15.

    rechthebbende : een natuurlijk of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht is verleend voor een particulier graf, urnengraf of urnennis.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats en, daar waar aangegeven, met de bijzondere begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtin¬gen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten, genoemd in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel, die per jaar worden geheven (onderhoud per jaar) is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel (afkoop onderhoud) is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2, 5.3 en 5.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2 Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.2, 5.3 en 5.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekengemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de

  • 1 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel (afkoop onderhoud) zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel(onderhoud per jaar) zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar (1 januari).

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2, 5.3 en 5.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2011’ van 30 ovember 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemd datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5 Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2012'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 2011.
De griffier, de voorzitter,
 
 
E.G. Bunt K. Tigelaar
 

Tarieventabel behorende bij de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2012' 1

431px 516px 431px

Toelichting 1 Toelichting op de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2012'

Aan de raad,

Toelichting op de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2012'

Voor de duidelijkheid en om misverstanden te voorkomen kiezen we ervoor, evenals vorig jaar, om ook voor 2012 een volledig nieuwe verordening lijkbezorgingsrechten vast te stellen. Inhoudelijk is de verordening, met uitzondering van de tarieven en de hieronder genoemde punten niet gewijzigd.

Overeenkomstig het vastgestelde beleid zijn de tarieven ten opzichte van 2011 verhoogd met 2 %(inflatie).

Ingevolge de in 2003 en 2004 vastgestelde kostprijsnotities worden enkele tarieven jaarlijks met 5% + inflatie verhoogd. Dit om het beoogde kostendekkingsniveau te bereiken. De stijging zal daardoor 6,5 % worden voor een tweetal tarieven; dat zijn momenteel nog:

9.1 - gebruik aula tijdens begrafenisplechtigheid

( - doel 60% kostendekkendheid; - jaarlijks 5%; loopt t/m 2013)

9.2 - overig gebruik aula

( - doel 60% kostendekkendheid; - jaarlijks 5%, loopt t/m 2024)

 

Er is één tarief verdwenen uit de tabel. Onder 9.5 was t/m 2011 een tarief opgenomen voor het gebruik van de sectieruimte. Deze ruimte is opgeheven.

Voorts is aan hoofdstuk 3 de term “bijzondere begraafplaats” toegevoegd. Door de gemeente wordt een tot tweemaal per jaar een begraving verricht op de R.K. begraafplaats. De grond om deze retributie te heffen ontbrak. In deze omissie wordt nu voorzien.

 

Het college van burgemeester en wethouders.