Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2012

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van .. november 2011, nr. Z-11.05897;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2012

 

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1 Onder de naam “brandweerrechten” worden geheven:

    • 1.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • 2.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2 Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • 1.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • 2.

      het beperken van brandgevaar;

    • 3.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • 4.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • 5.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • 1.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid,onderdeel a;

  • 2.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld inartikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening horende tarieventabel;

     

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

     

Artikel 4 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

     

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat jaar nog verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

     

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,00.

     

  • 4 Belastingbedragen minder dan € 9,00 worden niet geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijk kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

     

  • 2 Indien zich ten aanzien eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

     

Artikel 7 Termijn van betalingen

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toe- zending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

     

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1 De "Verordening brandweerrechten 2011" van 30 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

     

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

     

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening brandweerrechten 2012".

     

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 2011.
 
De griffier de voorzitter,
 
E.G. Bunt K.Tigelaar
 
 

Tarieventabel behorende bij de 1

Toelichting 1 Toelichting op de ‘Verordening brandweerrechten 2012’

Omwille van de duidelijkheid en ter voorkoming van misverstanden kiezen we ervoor, evenals vorig jaar, om ook voor 2012 een volledig nieuwe verordening brandweerrechten vast te stellen. Inhoudelijk is de verordening, met uitzondering van de tarieventabel, niet gewijzigd.

Overeenkomstig het vastgestelde beleid zijn de tarieven ten opzichte van 2011 verhoogd met 2 % (inflatie). Verder is de regionaal gemaakte afspraak gevolgd om bij onderlinge dienstverlening in regionaal verband het tarief toe te passen, wat is bepaad en jaarlijks wordt geactualiseerd (6.1.8).

Het college van burgemeester en wethouders