Regeling vervallen per 27-10-2012

Gemeentelijke begraafplaats, verordening op het beheer en het gebruik

Geldend van 07-10-2003 t/m 26-10-2012

Intitulé

Gemeentelijke begraafplaats, verordening op het beheer en het gebruik

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 augustus 2003

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 35 Wet op de lijkbezorging, alsmede de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats,

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats.

hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats;

  • eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van overleden personen; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as;

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overleden personen;

  • algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overleden personen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar;

  • urnengraf: een grafkelder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • as: de as van een overleden persoon;

  • asbus: een bus ter berging van as van een overleden persoon;

  • urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • verstrooiingsplaats: een door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte waarop as wordt verstrooid;

  • grafbedekking: gedenktekens op een graf;

  • gedenkteken: een voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding over de gemeentelijke begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf, urnengraf en urnennis.

hoofdstuk 2 Openstelling, rust en orde op de begraafplaats

artikel 2 Openstelling begraafplaats

  • 1 De begraafplaats is onverminderd het bepaalde in het derde lid voor een ieder dagelijks toegankelijk van een half uur na zonsopkomst tot een tot een half uur voor zonsondergang.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2 Het is verboden met motorvoertuigen en rijwielen op de begraafplaats te rijden:

    • elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen en rijwielen zijn buiten de rijwegen slechts toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • sneller dan 10 km per uur.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4 Bezoekers, personeel en uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde en rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 5. Degene die zich niet aan het in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 5 Aan personen beneden de leeftijd van 12 jaar, is de toegang tot de begraafplaats verboden, tenzij zij onder geleide zijn van een persoon boven die leeftijd.

  • 6 Aan personen die zich onbehoorlijk gedragen of die hinderlijk zijn voor anderen, kan door burgemeester en wethouders de toegang tot de gemeentelijke begraafplaats voor een bepaalde termijn worden ontzegd.

artikel 4

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats, anders dan in familieverband, moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan aanwijzingen van de beheerder.

artikel 5 Opgravingen en ruimen

  • 1 Het opgraven van een overleden persoon en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2 Burgemeester en wethouders behouden de mogelijkheid van het bepaalde in het eerste lid af te wijken indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn.

hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden schriftelijk kennis aan de beheerder, met vermelding van het gewenste tijdstip. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het stoffelijk overschot van een overleden persoon binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 De kist, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten bij aankomst zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

  • 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  • 4 Grafkelders worden door derden geopend en gesloten op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder en op kosten van de rechthebbende.

  • 5 Het wegnemen en wederplaatsen van grafbedekkingen op eigen graven geschiedt onder de zorg en op kosten van de rechthebbende, onder toezicht van de beheerder.

artikel 7 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1 Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de mechanische muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2 De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid, gedurende een vooraf te bepalen tijdstip en tijdsduur, ter beschikking van de aanvrager.

artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 13, tweede lid.

  • 4 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn een periode van 40 jaar besloeg kan altijd plaatsvinden onder voorwaarde dat de wettelijke minimum grafrusttermijn, zijnde een periode van tenminste tien jaar, gerespecteerd wordt alvorens tot ruiming zal worden overgegaan. Een dergelijke ruiming kan slechts uitgevoerd worden indien is voldaan aan het genoemde in het tiende lid van artikel 12.

  • 5 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1 Het begraven en het bezorgen van as heeft op maandag tot en met vrijdag plaats tussen 09.00 uur en 16.00 uur en op zaterdag tussen 09.00 uur en 11.00 uur.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • eigen graven;

    • algemene graven;

    • urnengraven en urnennissen;

    • algemene kindergraven;

    • verstrooiingsplaats.

  • 2 Burgemeester en wethouders regelen de indeling van de gemeentelijke begraafplaats in eigen- en huurgraven.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen vakken aangeven waarbinnen in twee lagen begraven zal worden.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen een gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats aanwijzen waarin uitsluitend stoffelijke overschotten van overleden personen, die volgens de islamitische rituelen begraven willen worden, kunnen worden begraven.

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

  • 6 Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

artikel 11 Volgorde uitgifte eigen graven

  • 1 De eigen graven, algemene graven en algemene kindergraven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

artikel 12 Uitgifte termijnen

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen grafruimten ter beschikking voor algemene graven voor een termijn van 15 jaar. Verlenging van de termijn is niet mogelijk.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen grafruimten ter beschikking voor algemene kindergraven voor een termijn van 15 jaar. Verlenging van de termijn is telkenmale mogelijk.

  • 3 Burgemeester en wethouders verlenen, voorzover de bestemde ruimte op de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, het recht op een eigen graf voor onbepaalde tijd of voor een termijn van 25 jaar.

  • 4 Burgemeester en wethouders verlenen, voorzover de bestemde ruimte op de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, het recht op een eigen graf voor een termijn van 40 jaar.

  • 5 Voor urnengraven wordt gelegenheid gegeven tot het daarin doen bijzetten van ten hoogste 1 asbus met of zonder urn voor een tijd van 25 jaar.

  • 6 Voor urnennissen wordt gelegenheid gegeven tot het daarin doen bijzetten van ten hoogste 2 asbussen met of zonder urn voor een tijd van 25 jaar.

  • 7 De termijn voor algemene graven van 15 jaar treedt in werking op de datum van uitgifte.

  • 8 De termijn voor eigen graven treedt in werking op de datum van verlening van het recht.

  • 9 Het recht van de in lid 3, 4, 5 en 6 van dit artikel genoemde grafruimten wordt verleend aan een rechthebbende ten behoeve van zichzelf en personen als bedoeld in artikel 13, tweede lid; verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 10 Het recht van de in lid 3, 5 en 6 van dit artikel genoemde grafruimten wordt op aanvraag van de rechthebbende door burgemeester en wethouders telkens verlengd met een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 11 Burgemeester en wethouders verklaren tenminste 1 jaar voor het verstrijken van de in lid 4 van dit artikel genoemde termijn van 40 jaar het eigen graf vervallen. Van de vervallenverklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan rechthebbende.

artikel 13 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

artikel 14 Afstand doen van graven, urnengraven en urnennissen

De rechthebbende kan zonder aanspraak te maken op enige vergoeding bij schriftelijke verklaring afstand doen van het recht op een eigen graf dan wel urnengraf of urnennis ten behoeve van de gemeente. Burgemeester en wethouders bevestigen schriftelijk de ontvangst van een zodanige verklaring aan de rechthebbende.

artikel 15 Sluiting van graven

  • 1 Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

hoofdstuk 5 Grafbedekking en grafbeplanting

artikel 16 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijk vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2 Omtrent de wijzen van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • de tekst aanstootgevend is.

  • 5 Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame op de gedenktekens is niet toegestaan.

artikel 17 Grafbeplanting en dergelijke

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen inzake grafbeplanting en dergelijke.

artikel 18 Verwijdering grafbedekking en grafbeplanting

  • 1 De grafbedekking en grafbeplanting kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking en grafbeplanting wordt gedurende ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking en grafbeplanting zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een half jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 16 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien: - geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken; - de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat de ze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

artikel 19 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking en grafbeplanting behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2 Indien hij nalaat de grafbedekking en grafbeplanting behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking en grafbeplanting doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking en grafbeplanting. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

artikel 20 Onderhoud door de gemeente

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen inzake het onderhoud door de gemeente.

hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

artikel 21 Ruiming, bezorging van overblijfselen van as

  • 1 Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een half jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een half jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van de stoffelijke overschotten van personen worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3 Nabestaanden van een overleden persoon die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een verzoek indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overleden persoon waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • 5 De rechthebbende op een urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

hoofdstuk 7 Inrichting register

artikel 22 Voorschriften

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

hoofdstuk 8 Slotbepalingen

artikel 23 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 25, derde lid ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

artikel 24 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

artikel 25 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 3 Met ingang van die dag vervalt de Verordening op het begraven van lijken, op de lijkschouwing en op de algemene begraafplaats, vastgesteld op 22 januari 1973.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 september 2003.
De secretaris, de burgemeester,