Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oud-Beijerland houdende belastingregels omtrent heffing en invordering van havengelden Verordening havengelden 2018

Geldend van 15-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oud-Beijerland houdende belastingregels omtrent heffing en invordering van havengelden Verordening havengelden 2018

De raad van de gemeente Oud-Beijerland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017, nr. Z-17.25785; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2018.

(Verordening havengelden 2018)

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen:

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van of vervoeren van al dan niet het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • b.

    binnenschip: een vaartuig dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

  • c.

    pleziervaartuig: een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie;

  • d.

    passagiersschip: een binnenschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • e.

    vrachtschip: een binnenschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;

  • f.

    sleepboot: een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd en wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

  • g.

    hospitaalschip een binnenschip dat in gebruik is als vakantieschip ten behoeve van zieken en gehandicapten

  • g.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, derde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • h.

    h. laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • i.

    oppervlakte: het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • j.

    lengte: de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief

  • k.

    termijn: een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaats heeft

  • l.

    ton: een massa van 1.000 kilogram

  • m.

    een jaar: een kalenderjaar

  • n.

    een kwartaal: een kalenderkwartaal

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam havengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van:

  • -

    de haven met de daarbij behorende voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken

  • -

    de loswal

  • -

    de aanlegvoorziening in het Spui

met vaartuigen overeenkomstig de bestemming daarvan en het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor een van deze optreedt.

Artikel 4 - Vrijstellingen

Havengeld is niet verschuldigd ter zake van:

  • a.

    vaartuigen, rechtstreeks in dienst van de gemeente Oud-Beijerland;

  • b.

    politie- en marinevaartuigen, als zodanig gebezigd;

  • c.

    roeiboten, behorende bij vaartuigen, geen pleziervaartuigen zijnde, waarvoor havengeld verschuldigd is.

  • d.

    hospitaalschepen;

  • e.

    vaartuigen, welke rechtstreeks gebruikt worden voor het uitbaggeren van de haven en de afgebakende vaargeul buiten de haven;

  • f.

    vaartuigen, welke de haven, de loswal of de aanlegvoorziening tengevolge van averij of noodweer als vluchthaven aandoen zonder te laden of te lossen;

  • g.

    vaartuigen, welke niet langer dan drie achtereenvolgende uren gebruik maken van een speciaal daartoe door de havenmeester aan te wijzen ligplaats, mits deze tijd uitsluitend wordt benut om in de gemeente inkopen te doen of zaken te behandelen, niet laden of lossen en geen passagiers in- of ontschepen;

  • h.

    vaartuigen in directe dienst van het rijk, voor zover vrijstelling krachtens wettelijke voorschriften is verleend;

  • i.

    het gebruik van de haven, of gedeelte ervan, waarvoor door de gemeente bij overeenkomst een vergoeding is bedongen;

Artikel 5 - Maatstaf van heffing en tarieven

Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin gegeven bijzondere bepalingen.

Artikel 6 - Tariefberekening en toepassing

Bij de toepassing van de tarieven wordt:

  • 1.

    het aantal tonnen van het vaartuig bepaald overeenkomstig de bij dat vaartuig behorende meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document.

  • 2.

    voor de oppervlakte van het schip gehouden het product van de grootste lengte en grootste breedte, zoals deze blijken uit bij het schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document.

  • 3.

    in afwijking van hetgeen hiervoor bepaald is, de ingenomen wateroppervlakte van bergings-, heffings-, bagger- en soortgelijk drijvend materieel, bepaald op de kleinste rechthoek, waarin het loodrecht op het wateroppervlak geprojecteerde beeld van het drijvende lichaam, de opbouw inbegrepen, past.

  • 4.

    De lengte van een vaartuig wordt gemeten op het bovendeel vanaf de punt van de voorsteven tot die van de achtersteven of achterronding.

  • 5.

    Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmee gelijk te stellen document, dan wel indien deze stukken het laadvermogen, de grootste lengte en breedte van het schip niet vermelden, worden het laadvermogen en de oppervlakte ambtshalve vastgesteld.

Artikel 7 - Wijze van heffing

  • 1. De havengelden worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, bon, nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8 - Ontstaan belastingschuld, heffing naar tijdsgelang en overschrijving

  • 1. De belastingschuld ontstaat:

    • 1.1

      indien een abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het abonnement wordt verleend;

    • 1.2

      indien geen abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het verblijf aanvangt.

  • 2. Indien het havengeld is geheven voor een periode van een kwartaal of langer kan bij tussentijdse beëindiging van het gebruik als gevolg van omstandigheden onafhankelijk van de wil van belastingplichtige, op verzoek ontheffing worden verleend over het aantal volle maanden dat nog in de desbetreffende periode over is.

  • 3. Indien het gebruik van de gemeentehaven met een vaartuig in de loop van een abonnementsperiode van een kwartaal of jaar eindigt kan het abonnement worden overgeschreven op een vervangend schip.

    Daarbij wordt de belasting voor het nog niet verstreken deel van de abonne-mentsperiode verrekend met de over dat deel voor het vervangende schip verschuldigde belasting. Bij de berekening wordt een kwartaal gesteld op 90 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.

Artikel 9 – Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de havengelden.

Artikel 12 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening havengelden 2017’ van 22 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening havengelden 2018'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oud-Beijerland van 21 november 2017.

De griffier,

E.G. Bunt

De Voorzitter,

J.H.M. Hermans-Vloedbeld

Bijlage 1: Tarieventabel

behorende bij de Verordening havengelden 2018

1. Loswal

 
 

excl. BTW

incl. 21% BTW

1.1

Het havengeld bedraagt voor:

 
 
 
  • -

    sleepboten,

 
 
 
  • -

    passagiersvaartuigen

 
 
  • -

    pontons en vlotten

 
 
  • -

    bergings-, heffings-, bagger- en dergelijk drijvend materiaal

 
 
  • -

    woonschepen

 
 

Per vierkante meter:

 
 
  • -

    voor een verblijfstermijn van 7 dagen

 € 0,12

 € 0,15

 
  • -

    voor een verblijfstermijn van een kwartaal (per abonnement)

 € 1,14

 € 1,38

 
  • -

    voor een verblijfstermijn van een jaar (per abonnement)

€ 3,74

€ 4,53

 
 
 
 

1.2

Ten aanzien van het hiervoor bepaalde worden de rechten voor zover deze niet bij abonnement worden geheven, slechts in rekening gebracht voor zover het gebruik door woonschepen gedurende het kalenderjaar meer dan twee weken betreft.

 
 

2. Haven Oud-Beijerland

2.1

Het havengeld bedraagt voor:

 
 

pontons en vlotten, bestemd voor het aanleggen van pleziervaartuigen

 
 
  • -

    per vierkante meter, per jaar

 € 12,66

2.2

Het havengeld bedraagt voor:

 
 

pleziervaartuigen, roeiboten en daarmee gelijk te stellen vaartuigen:

 
 
  • -

    voor een verblijfstermijn van 7 dagen, per strekkende meter

 € 1,41

 
  • -

    voor een verblijfstermijn van een jaar, per strekkende meter

 € 31,18

2.3

Het havengeld bedraagt voor:

 
 

kano’s en roeiboten zonder hulpmotor

 
 
  • -

    voor een verblijfstermijn van 7 dagen, per vaartuig

 € 1,41

 
  • -

    voor een verblijfstermijn van een jaar, per vaartuig

 € 31,18

2.4

Passanten:

 
 

in afwijking van het bepaalde onder 2.2 en 2.3 bedraagt het tarief havengeld voor pleziervaartuigen:

 
 
  • -

    waarvan het gebruik van de gemeentehaven beperkt blijft tot één nacht, per strekkende meter:

 € 0,83

 
  • -

    waarvan het gebruik van de gemeentehaven meer dan 1, maar minder dan 7 nachten, per strekkende meter:

€ 1,41

3. Loswal en haven

 
 

excl. BTW

incl. 21% BTW

3.1

Het havengeld bedraagt voor andere schepen per ton laadvermogen:

 
 
 
  • -

    voor een verblijfstermijn van 7 dagen

 € 0,20

€ 0,24

 
  • -

    voor een extra dag

 € 0,06

€ 0,07

 
  • -

    voor een verblijfstermijn van een kwartaal (per abonnement)

 € 1,00

€ 1,21

 
  • -

    voor een verblijfstermijn van een jaar (per abonnement)

 € 3,60

€ 4,36

3.2

Het havengeld bedraagt voor vrachtschepen die tussen 8 uur ’s morgens en de daarop volgende morgen 8 uur, gedurende maximaal 24 achtereen­vol­gende uren gebruik maken van speciaal daarvoor aangewezen ligplaatsen en in de gemeente niet laden en/of lossen

 
 
 
  • -

    per ton laadvermogen:

 € 0,12

€ 0,15

 

Bij de berekening van de termijn van 24 achtereenvolgende uren, blijven buiten beschouwing de uren, doorgebracht op zondag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, de beide kerstdagen, de nieuwjaarsdag en de Koninginnedag.

 
 

3.3

Het havengeld bedraagt voor vrachtschepen die uit­slui­tend gebruik maken van de haven om reparatie te ondergaan, per verblijf voor een achtereenvolgend tijd­vak van maximaal

 
 
 

14 dagen, per ton laadvermogen

 € 0,06

€ 0,07

3.4

Indien naast het gebruik van de gemeentehaven tevens de beschikking wordt verkregen over een vaste los-, laad- en ligplaats aan de beschoeiing van de haven, wordt het verschuldigde havengeld verhoogd met:

 
 
 
  • -

    een bedrag per jaar voor elke meter beschoeiinglengte of gedeelte daarvan met

 € 3,96

€ 4,79

 
  • -

    met een minimum van

 € 119,35

€ 144,41

4. Aanlegvoorziening Het Spui

4.1

Passanten:

 
 

Het havengeld bedraagt voor pleziervaartuigen:

 
 
  • -

    waarvan het gebruik van de aanlegvoorziening beperkt blijft tot één nacht, per strekkende meter:

€ 0,83

 
  • -

    waarvan het gebruik van de aanlegvoorziening meer dan 1, maar minder dan 7 nachten, per strekkende meter:

€ 1,41

Behorende bij raadsbesluit van 21 november 2017

De griffier van Oud-Beijerland,

E.G. Bunt

TOELICHTING

Er is, zoals gebruikelijk, gekozen voor een volledig nieuwe verordening. Hierdoor wordt de duidelijkheid van de verordening bevorderd en de kans op fouten in de verordening verminderd. Inhoudelijk is de verordening niet gewijzigd.

Overeenkomstig het vastgestelde beleid zijn de tarieven ten opzichte van 2017 verhoogd met 1,5 % (inflatie).

Voor de duidelijkheid worden de tarieven inclusief BTW aangegeven; waar relevant ook exclusief BTW.