Regeling vervallen per 01-01-2011

Rekenkamercommissie Hoeksche Waard, verordening

Geldend van 18-01-2006 t/m 31-12-2010

Intitulé

Rekenkamercommissie Hoeksche Waard, verordening

De raden van respectievelijk de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen ’s-Gravendeel, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen;Gelezen het voorstel van de raadsvoorzitter, onderscheidenlijk het seniorenconvent;Gezien het advies van de raadscommissie Algemene en Bestuurlijke Zaken;Gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;Besluiten ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft de volgende verordening op de rekenkamercommissie Hoeksche Waard vast te stellen.

Hoofdstuk 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wet: Gemeentewet.

  • 2.

    Gemeenteraad: dit betreft de gemeenteraad van Binnenmaas, Cromstrijen ’s-Gravendeel, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen;

  • 3.

    Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie Hoeksche Waard die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen ’s-Gravendeel, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen;

  • 4.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • 5.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • 6.

    Gemeentelijk bestuursorgaan: de gemeenteraad, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeester (tenzij handelend in zijn hoedanigheid van hoofd van de politie), alsmede gemeentelijke commissies waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of van burgemeester en wethouders zijn gedelegeerd;

  • 7.

    Onderdeel: een gemeentelijke afdeling, kostenplaats of fonds;

  • 8.

    Gesubsidieerde instelling: organisatie naar burgerlijk recht, die een geldelijke bijdrage van de gemeente ontvangt. Onder gemeente worden ook de in art. 82 Gemeentewet genoemde commissies begrepen.

  • 9.

    Ambtenaar: een ieder die in dienst is van één van de zes gemeenten.

  • 10.

    Ambtelijk secretaris: de ambtelijk secretaris van de regionale rekenkamercommissie.

Hoofdstuk 2 TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de gemeenteraad wordt ingesteld en die wordt aangeduid als de rekenkamercommissie Hoeksche Waard.

  • 2. De taak wordt uitgeoefend in het kader van de personele unie, waarmee de gemeenten in de Hoeksche Waard vorm en inhoud geven aan de rekenkamerfunctie.

  • 3. De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden bekostigd.

  • 4. De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De gemeenteraad benoemt de voorzitter en leden van de rekenkamercommissie. De artikelen 81e en 81h van de Wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor de benoeming van de voorzitter en de twee externe leden volgt de raad de voordracht van de selectiecommissie.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde selectiecommissie bestaat uit één vertegenwoordiger van iedere gemeenteraad die tezamen de rekenkamercommissie Hoeksche Waard hebben ingesteld.

  • 4. De voorzitter en leden worden voor een periode van drie jaar benoemd tot uiterlijk 31 december 2008, met dien verstande dat de rekenkamercommissie kan worden voortgezet om de dan lopende onderzoeken af te ronden.

  • 5. De rekenkamercommissie bestaat uit 9 leden:

    • a.

      Een extern voorzitter en twee externe leden;

    • b.

      Zes interne leden, zijnde één lid namens of uit de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten.

  • 6. (Oud)-bestuurders van deelnemende gemeenten, ambtenaren in dienst van deelnemende gemeenten, opdrachtnemers voor deelnemende gemeenten of daarbij werkzaam (geweest) en medewerkers en bestuursleden bij instellingen met een financiële band met de deelnemende gemeenten kunnen niet worden benoemd als extern lid of voorzitter, tenzij dit langer dan 6 jaar geleden is bij het aanvaarden van de functie binnen de rekenkamer.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden en het interne lid, niet zijnde een raadslid is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1. De gemeenteraad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een intern lid zijnde een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad dan wel deel gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend; 2

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het door hem aangewezen lid niet langer de functie van lid van de rekenkamercommissie kan vervullen.

    • d.

      door tijdsverloop van drie jaar, behoudens herbenoeming;

  • 3. Het lidmaatschap van een intern lid, niet zijnde een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien de raad van oordeel is dat het door hem aangewezen lid niet langer de functie van lid van de rekenkamercommissie kan vervullen.

    • c.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      door tijdsverloop van drie jaar, behoudens herbenoeming;

  • 4. De externe leden worden door de gemeenteraad ontslagen. Dit kan op voorstel van de selectiecommissie zoals bedoeld in artikel 3 lid 3;

  • 5. Een extern lid wordt uitsluitend ontslag verleend:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      door tijdsverloop van drie jaar, behoudens herbenoeming;

    • f.

      bij gebleken ongeschiktheid en wanneer het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is om zijn/haar functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden van de rekenkamercommissie genieten een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie die door de gemeenteraad is vastgesteld.

    • a.

      De vergadervergoeding genoemd in het eerste lid bedraagt voor het externe lid, tevens voorzitter 200 euro per vergadering, voor de overige externe leden 150 euro per vergadering. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de index die in de begroting wordt gehanteerd voor de algemene uitgaven.

    • b.

      De werkelijk kosten terzake van andere werkzaamheden of bemoeiingen ten behoeve van de rekenkamercommissie, worden op declaratiebasis vergoed.

  • 2. Voor de vergoeding van reis- en verblijfskosten is de landelijke regeling, reisregeling binnenland van toepassing. Reiskosten worden vergoed op basis van werkelijke gemaakte reiskosten.

  • 3. De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Openbaarheid/geheimhouding

De externe leden en de interne leden, niet zijnde een raadslid, van de rekenkamercommissie dienen voordat zij met hun werkzaamheden beginnen een geheimhoudingsverklaring te tekenen. Zij verklaren daarmee vertrouwelijkheid te betrachten ten aanzien van informatie waar zij uit hoofde van hun functie kennis van nemen en die naar haar aard vertrouwelijk dient te worden behandeld.

Artikel 8 Budget rekenkamercommissie

  • 1. De gemeenteraad stelt van de gelden die daartoe in de begroting zijn opgenomen de nodige middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.

  • 2. De kosten van de rekenkamercommissie worden naar rato van het aantal inwoners verdeeld over de deelnemende gemeenten.

  • 3. De rekenkamer is bevoegd binnen de aan haar bij begroting beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 4. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de secretaris van de rekenkamer en facilitaire en secretariële ondersteuning;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerker(s);

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 5. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

  • 6. Indien de rekenkamercommissie besluit op verzoek van een gemeenteraad om een onderzoek zoals bedoeld in artikel 14 lid 3 uit te voeren stelt de raad die om dit onderzoek heeft verzocht hiervoor budget beschikbaar.

Artikel 9 Reglement van orde en onderzoeksprotocol

  • 1. De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden en een onderzoeksprotocol vast.

  • 2. In het reglement van orde worden in ieder geval zaken geregeld ten aanzien van de agendering en verslaglegging, het quorum, de vergaderfrequentie, de vervanging van de voorzitter, de mandatering, de gedragscode, de wijze van overleg, de wijze waarop stemming en besluitvorming plaatsvindt, de presentatie van rapporten, de vergoedingen, budget en budgethouder, het jaarprogramma, de geheimhouding, het overleg met vertegenwoordigers van de gemeenteraden en college, het jaarplan en jaarverslag, de benoeming van nieuwe leden en de interne en externe communicatie.

  • 3. In het controleprotocol wordt vastgelegd wat de werkwijze is van de rekenkamercommissie bij de uitvoering van onderzoeken. In het onderzoeksprotocol wordt aandacht besteed aan de criteria voor de selectie van onderzoeksonderwerpen, het opstellen van de onderzoeksopzet en de onderzoeksaanpak, de samenwerking met externe onderzoekers en adviseurs, de afstemming met de gemeentelijke organisatie, de gang van zaken inzake hoor en wederhoor, de voortgang en dossiervorming, de wijze van rapportage, de openbaarmaking van rapporten, de organisatie van publiciteit en het nazorgtraject.

  • 4. De rekenkamercommissie zendt het reglement en het onderzoeksprotocol na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur van Binnenmaas, Cromstrijen ’s-Gravendeel, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen.

  • 2. De rekenkamercommissie stelt jaarlijks voor 1 maart een jaarplan op van onderwerpen die in het verslagjaar in aanmerking komen voor een onderzoek. Het jaarplan voorziet in een evenwichtige verdeling van te plegen onderzoeken voor de deelnemende gemeenten.

  • 3. Voordat de rekenkamercommissie het jaarplan vaststelt, wordt de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het jaarplan. De rekenkamercommissie beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 4. De rekenkamercommissie kan zogenaamde quick scans uitvoeren welke betrekking hebben op een beperkter terrein of gepaard gaan met kleinere acties dan de onderzoeken welke normaliter worden uitgevoerd.

  • 5. De rekenkamercommissie kan de gemeenteraad mede gebaseerd op de uitkomsten van de in het vorige lid genoemde quick scans, gevraagd en ongevraagd adviseren.

  • 6. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie en de eigen onderzoeker kunnen de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de gemeente tenminste 50% van het aandelenkapitaal houdt;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen;

  • 8. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door (externe) deskundigen.

  • 9. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen (externe) deskundigen.

Hoofdstuk 3 WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 11 Vergaderfrequentie

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert op de door haar te bepalen frequentie, dagen en uren.

  • 2. In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van die regel een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer ten minste twee leden hem dat onder opgaaf van de redenen hebben gevraagd.

Artikel 12 Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor hen ter inzage worden gelegd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt bij aanvang van de vergadering de agenda vast.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 13 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert als de voorzitter en de meerderheid van de leden aanwezig zijn.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 14 Initiatief met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a.

      de gemeenteraad van Binnenmaas, Cromstrijen ’s-Gravendeel, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen; zowel gezamenlijk als afzonderlijk;

    • b.

      Commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

    • c.

      De colleges van burgemeester en wethouders van Binnenmaas, Cromstrijen ’s-Gravendeel, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen; zowel gezamenlijk als afzonderlijk;

  • 2. Indieners van een gemotiveerd verzoek tot het verrichten van een onderzoek krijgen schriftelijk bericht over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 3. Een gemeenteraad of college kan de rekenkamer tussentijds verzoeken een aanvullend extra onderzoek uit te voeren dat niet is opgenomen in het jaarprogramma zoals bedoeld in artikel 10 lid 2. De rekenkamercommissie beslist over dit verzoek.

Artikel 15 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek;

  • 3. De vergaderingen van de rekenkamercommissie zijn besloten, haar rapporten openbaar.

  • 4. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

  • 5. De rekenkamercommissie kan openbare, informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. Voor de uitvoering van het onderzoek wordt door de raden in overleg met de rekenkamercommissie een eigen onderzoeker aangesteld.

  • 7. De eigen onderzoeker legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de onderzoekstaken worden verricht.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de taakomschrijving van de eigen onderzoeker vast.

  • 9. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, indien gewenst, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 10. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 11. Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk aan de betrokken gemeenteraad (cq gemeenteraden) aangeboden, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en eventueel bij het onderzoek betrokken organisaties en personen.

  • 12 De gemeenteraad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en aanbevelingen vast.

Hoofdstuk 4 ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSSIE

Artikel 16 Secretariaat

  • 1. De griffier van een van de deelnemende gemeenten is ambtelijk secretaris van de rekenkamer.

  • 2. De gemeenteraad benoemt de ambtelijk secretaris.

  • 3. De ambtelijk secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 4. De ambtelijk secretaris is verantwoordelijk voor de secretariële en facilitaire ondersteuning.

  • 5. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 6. De rekenkamercommissie stelt de taakomschrijving van de ambtelijk secretaris vast.

Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Voorziening

In alle gevallen, waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 18 januari 2006.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oud-Beijerland van 19 december 2005.De griffier, De voorzitter,C.J. van ’t Hart, T. Netelenbos

1 Artikelsgewijs

Artikel 1 Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.Artikel 2 Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie.Artikel 3 Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externe ook interne leden deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Iedere gemeenteraad kan namens of uit hemzelf één lid aanwijzen.Artikel 4 De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie en de interne leden, niet zijnde raadsleden.Artikel 5 Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.Artikel 6 In dit artikel is vastgelegd dat de externe leden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen.Artikel 7 Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.Artikel 8 De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het derde lid genoemde kosten gebracht.Artikel 9 Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.Artikel 10 De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid.De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Zie toelichting bij artikel 14.Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van beide gemeenten.De in lid 4 genoemde quick scans kunnen een vervolg krijgen door het geven van commentaar op ontwikkelingsprocessen die binnen een gemeente lopen. Dit commentaar kan dan in de vorm van een brief naar de betreffende gemeenteraad.Artikel 11, 12 en 13 Deze artikelen behoeven geen toelichting.Artikel 14 Zie ook toelichting bij artikel 10. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.Artikel 15 Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.Ook kan de rekenkamer variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.Artikel 16 De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Deze wordt ondergebracht bij de griffie van een van de deelnemende gemeenten.De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het vijfde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.Artikel 17 tot en 18 Deze artikelen behoeven geen toelichting.