Regeling vervallen per 01-08-2015

Verordening kinderopvang

Geldend van 13-01-2005 t/m 31-07-2015

Intitulé

Verordening kinderopvang

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek,

gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang en artikel 149 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de

VERORDENING KINDEROPVANG

§ 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang;

§ 2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

    • naam, adres en sofi-nummer van de ouder;

    • indien van toepassing: naam en sofi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en daanvangsdatum van de opvang;

    • gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;

    • overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

      Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

      Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

§ 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

Het college besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

De tegemoetkoming wordt verleend voor een aaneengesloten periode van twaalf maanden.

In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 7 Omvang van de kinderopvang

Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 8 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • de verplichtingen van de ouder.

Artikel 9 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

§ 4. VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

§ 5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER

Artikel 12 Inlichtingenplicht

De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

§ 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 beslissing college in gevallen waarin regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering wet kinderopvang betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de vaststelling.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 3 januari 2005.

De griffier, De voorzitter,

(P.W. Bannink) (H.J.M. Kemperman)

Verordening kinderopvang, basis, toelichting.pdf