Regeling vervallen per 19-12-2016

Verordening Begraafplaatsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 18-12-2016

Intitulé

Verordening Begraafplaatsrechten 2016

De raad van de gemeente Ouder-Amstel,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2015, nummer 2015/35,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT :

de “Verordening Begraafplaatsrechten 2016” vast te stellen:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats Karssenhof te Ouderkerk aan de Amstel;

  • b.

    particulier graf: een graf ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken of de overblijfselen van een overledene dan wel een graf bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;

  • c.

    algemeen graf: een graf, bestemd tot het doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen, anders dan een particulier graf;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen in een nis of kelder, bevattende de as van overledenen;

  • e.

    Gewone tijd is op werkdagen van 9.00 tot 15.00 uur

  • f.

    Buitengewone tijd is op zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur,

  • g.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • j.

    rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf, een urnengraf of een particuliere urnennis;

  • k.

    de gebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een recht op een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • l.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Karssenhof 2004” door of namens het bevoegde bestuursorgaan een grafrecht wordt verleend;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf.

Artikel 2. Belastbaar feit, maatstaf van heffing en tarief

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor het begraven van een stoffelijk overschot van een doodgeboren of pasgeboren kind, dat tegelijk met dat van het stoffelijk overschot van de moeder in één graf wordt begraven.

  • 2. De rechten als bedoeld in hoofdstuk IV van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven terzake van graven waarvan de Oorlogsgravenstichting de rechthebbende is of van graven die bij de Oorlogsgravenstichting in beheer zijn.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 6. Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in onderdeel 4.5. van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 3.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk V van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor de rechten zijn geheven.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten die per jaar worden geheven, bedoeld in de onderdelen 4.2. en 4.4. van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in het eerste lid worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De rechten die per jaar worden geheven, bedoeld in de onderdelen 4.2. en 4.4. van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Andere rechten dan die in het vorige lid bedoeld zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,00en zolang de verschuldigde bedragen door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven moeten de aanslagen worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening begraafplaatsrechten 2015” van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, of zo dit later is, met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Begraafplaatsrechten 2016”.

Ondertekening

Ouder-Amstel, 12 november 2015
De raad voornoemd,
de raadsgriffier,
A.A. Swets
de voorzitter,
M.T.J. Blankers-Kasbergen