Verordening rechtspositie raads-en commissieleden 2006

Geldend van 06-07-2007 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 16-03-2006

Intitulé

Verordening rechtspositie raads-en commissieleden 2006

De raad van de gemeente Ouder-Amstel,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 april 2007, nummer 2007/13,

gelezen het besluit van het presidium van 6 juni 2007,

gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

s t e l t va s t:

‘de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2006’

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • c.

    Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

  • d.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • e.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • f.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de gemeenteklasse vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 3.

    De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 7 Computer en internetverbinding

  • 1.

    De gemeente verleent een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 2.

    Op aanvraag vergoedt de gemeente het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur.

  • 3.

    het presidium regelt de verdere invulling van dit artikel.

Artikel 8 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 9 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2.

    In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoek personeel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 10 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1.

    Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 11 Ziektekostenvoorziening

  • 1.

    De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per jaar.

  • 2.

    In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 12 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    Deze verordening blijft van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2.

    Deze verordening is ook van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk 3. Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 13 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    Het lid van een commissie als bedoeld in het reglement van orde van de gemeenteraad, geen raadslid zijnde, ontvangt van gemeentewege voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies geen vergoeding.

  • 2.

    Het presidium kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 250% van de maximale vergoeding bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden voor de gemeenteklasse, ten aanzien van

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

  • 3.

    De vergoeding voor leden van de commissies voor de bezwaarschriften wordt per collegebesluit bepaald.

Artikel 14 Overige onkosten

artikel 5 en 6 van deze verordening zijn ook van toepassing op commissieleden niet-raadslid zijnde.

Hoofdstuk 4. De procedure van declaratie

Artikel 15 Betaling van kosten

  • 1.

    Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door betaling uit eigen middelen.

  • 2.

    Voor de vergoeding van de kosten bedoeld in artikel 6 en 7 van deze verordening wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het presidium is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 3.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Hoofdstuk 5. Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 16 Intrekking oude regeling

De verordening Geldelijke Voorziening raads- en commissieleden, d.d. 12 januari 1996, gewijzigd op 22 augustus 1996 wordt ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 6 juli 2007 en werkt terug tot en met 16 maart 2006, met uitzondering van artikel 12, dat terugwerkt tot 11 oktober 2006.

Ondertekening

Ouder-Amstel, 5 juli 2007
De raad voornoemd,
de raadsgriffier, de voorzitter,
drs. L.J. Heijlman N. Meijer