Regeling vervallen per 22-05-2012

Verordening op de Rekenkamercommissie Ouder-Amstel 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 21-05-2012

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie Ouder-Amstel 2010

De raad van de gemeente Ouder-Amstel, gelezen het voorstel d.d. 3 mei 2010, nummer 2010/27, gelet op de Gemeentewet artikelen 81o, 84, 182, 184 a, 185 Besluit: - in te stemmen met het voorstel werkwijze rekenkamer Diemen en Ouder-Amstel 2010, waarbij voor beide gemeenten in 2010 één afzonderlijk onderzoek zal worden verricht en de keuze voor het onderzoeksonderwerp en de onderzoeksvraag zal worden gebaseerd op de uitkomsten van een gemeenschappelijke brainstormavond van de gemeenteraden van Diemen en Ouder-Amstel; - kennis te nemen van de door de Rekenkamer Diemen en Ouder-Amstel opgestelde begroting op basis van de toegekende budgetten 2010 die reeds door zowel de gemeente Diemen als de gemeente Ouder Amstel in de respectievelijke begrotingen 2010 zijn vastgelegd; - het college te verzoeken de samenwerkingovereenkomst Diemen en Ouder-Amstel te verlengen met een jaar; - vast te stellen de:

Verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Ouder-Amstel 2010

Paragraaf 1, Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • b.

    Doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • d.

    Lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3, eerste lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen;

paragraaf 2, de taak, samenstelling en het lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2 Taak van de commissie

1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

2.De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd en bestuurd.

Artikel 3 Samenstelling rekenkamercommissie

Artikel 3 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit tenminste twee leden, die door de raad van buiten de kring van zijn leden worden benoemd.

  • 2.

    De leden leggen, voordat zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”

  • 3.

    De raad benoemt één van de leden genoemd in lid 1 als voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de leden en met het secretariaat.

Artikel 4 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

Artikel 4 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1.

    In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Besluiten kunnen worden genomen indien minstens twee leden van de rekenkamercommissie aan de vergadering deelnemen.

  • 3.

    Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt: a. op eigen verzoek; b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie; c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Verboden handelingen

Artikel 6 Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, van zijn functie ontslaan.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie zijn niet werkzaam bij een bedrijf dat opdrachten uitvoert in opdracht van de gemeente of bij een door de gemeente gesubsidieerde instelling. Ook hebben ze geen andere (hoofd- of neven)betrekkingen die hun onafhankelijke positie ten aanzien van de gemeenten zouden kunnen schaden.

  • 3.

    Leden overleggen aan de Raad jaarlijks een lijst met daarin opgenomen de andere functies die zij op dat moment vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de Rekenkamercommissie

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de Rekenkamercommissie

1. De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en hun onkosten.

2.De hoogte van deze vergoeding wordt gebaseerd op wat binnen gemeenten gebruikelijk is.

Paragraaf 3, De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 8 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De onderwerpen van onderzoek worden jaarlijks als onderzoeksprogramma ter kennisname aan de raad voorgelegd.

  • 3.

    De in lid 1 bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 9 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

Artikel 9 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. Dit geldt ook ten aanzien van bestuurders en medewerkers van instellingen als bedoeld in art.2, lid2. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de ambtelijk secretaris en andere medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. Haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan, als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest of personen die informatie hebben verschaft. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    Na het ambtelijk wederhoor ten aanzien van de feiten, zoals bedoeld in lid 6, formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen en legt deze met het feitenonderzoek vast in een conceptrapport.

  • 8.

    De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het conceptrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Indien het college niet tijdig reageert, kan de rekenkamercommissie van het bestuurlijk wederhoor af zien.

  • 9.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij wordt de bestuurlijke reactie van de zijde van het college gevoegd voorzien van een nawoord van de zijde van de rekenkamercommissie. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport. De raad spreekt zich uit over de aanbevelingen.

Paragraaf 4, De kosten van de Rekenkamercommissie

Artikel 10 Budget

1. De raad stelt jaarlijks bij de begroting een bedrag vast ten behoeve van de rekenkamercommissie.

Paragraaf 5, Samenwerking

Artikel 11 Aanvullende bepalingen en samenwerkingsafspraken

1. De gemeente sluit een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Diemen. Hierin wordt de hoogte van de vergoeding aan de Rekenkamercommissieleden vastgelegd alsmede afspraken over de ondersteunende werkzaamheden en het beheer van de financiën van de rekenkamercommissie.

2.De Raad kan nadere voorschriften en afspraken vaststellen ten aanzien van: a. de ambtelijke en externe ondersteuning b. het budget en de kostenverdeling c. de verantwoording aan de Raad.

Paragraaf 6, Slotbepalingen

Artikel 12 Citeertitel; inwerkingtreding

1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie gemeente Ouder-Amstel 2010

2.Deze verordening treedt in met terugwerkende kracht op 1 januari 2010.

Ondertekening

Ouder-Amstel, 20 mei 2010
De raad voornoemd,
de raadsgriffier,
W.van Zanen
de voorzitter,
M.T.J. Blankers-Kasbergen