Regeling vervallen per 26-02-2021

Besluit van burgemeester en wethouders van Oudewater houdende regels voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen)

Geldend van 01-01-2019 t/m 25-02-2021

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van Oudewater houdende regels voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen)

et college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater;

Gelet op het bepaalde in artikel 231 en 255 van de Gemeentewet, artikel 26, lid 1 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, artikel 26, artikel 73, artikel 75 van de Leidraad Invordering 2008 en de belastingverordeningen van de gemeente Oudewater;

B e s l u i t:

het volgende vast te stellen:

Uitvoeringsregeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Artikel 1 Aanvraag kwijtschelding

  • 1.

    Kwijtschelding is, op grond van de desbetreffende belastingverordeningen, mogelijk voor de navolgende belastingen:

    • onroerende zaakbelasting;

    • rioolheffing;

    • afvalstoffenheffing.

  • 2.

    Geen kwijtschelding is mogelijk voor privébelastingen voor personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen.

  • 3.

    Personen die een BBZ-uitkering ontvangen en geen onroerende goederen in bezit hebben komen wel voor kwijtschelding in aanmerking.

Artikel 2 Termijn voor indiening aanvraag

Voor het indienen van een aanvraag om kwijtschelding geldt een termijn van drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. Is de aanslag al betaald dan dient het verzoek om kwijtschelding binnen drie maanden nadat de (laatste) betaling op de belastingaanslag heeft plaatsgevonden te worden ingediend (Artikel 26.1.1 Leidraad Invordering 2008).

Artikel 3 Indienen van een verzoek om kwijtschelding

Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend bij de persoon die belast is met de kwijtschelding. Het verzoek om kwijtschelding dient te worden ingediend op een daartoe ingesteld formulier. Dit formulier is aan te vragen bij de gemeente c.q. te downloaden via de website. Tevens is het verkrijgbaar bij de receptie van het stadskantoor tijdens openingstijden of (op aanvraag) bij de persoon die belast is met de kwijtschelding.

Het aanvraagformulier kwijtschelding gemeentelijke belastingen hoeft niet te worden ingevuld door:

  • de belastingschuldigen die automatisch kwijtschelding hebben verkregen;

  • de belastingschuldige die een periodieke uitkering ontvangt ingevolge de Participatiewet ter bestrijding van de kosten van levensonderhoud, mits er tijdens de uitkeringsperiode een vermogenstoets is gedaan. De aanvraag kan ambtshalve in behandeling worden genomen.

Het aanvraagformulier hoeft tevens niet te worden ingevuld door de belastingschuldige van 18 jaar en ouder die in de voorafgaande drie kalenderjaren:

  • steeds volledige kwijtschelding van de daarvoor in aanmerking komende belastingen heeft gehad;

  • in een van deze drie jaren een correct ingevuld en ondertekend kwijtscheldingsformulier heeft ingeleverd, waarop kwijtschelding gemeentelijke belastingen is toegewezen;

  • en er sinds de toekenning van de kwijtschelding geen verandering in de inkomens- en/of vermogenssituatie is ontstaan.

Artikel 4 Stopzetten invordering

Wanneer een verzoek tot kwijtschelding wordt ingediend, wordt de invordering in beginsel opgeschort.

Artikel 5 Formulier niet ingevuld / op andere wijze ingediend verzoek

Een aanvraag om kwijtschelding dat niet is ingevuld op het daartoe bestemde formulier, wordt niet in behandeling genomen. Wel wordt, in het geval een dergelijke aanvraag wordt ontvangen, een aanvraagformulier met een begeleidende brief verzonden aan de aanvrager met het verzoek dit formulier binnen de gestelde redelijke termijn ingevuld te retourneren. Zolang het toegezonden formulier niet door belastingschuldige is geretourneerd, wordt de invordering alleen opgeschort als de belastingschuldige om uitstel van betaling heeft gevraagd.

Wordt het formulier niet ingediend binnen de gestelde redelijke termijn dan wordt een brief verstuurd dat wegens nalatigheid het verzoek niet wordt behandeld. Een eventueel opgeschort invorderings-proces wordt weer opgestart.

Artikel 6 Niet ingevuld of onjuist ingevuld verzoekformulier

Als een aan de belastingschuldige uitgereikt of toegezonden formulier onvolledig ingevuld wordt terugontvangen, wordt de belastingschuldige in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens alsnog binnen de daartoe gestelde redelijke termijn te verstrekken. In afwachting daarvan wordt de invordering opgeschort. Het opvragen van de gegevens geschiedt éénmalig. Onder onvolledig ingevuld wordt mede begrepen het niet goed leesbaar invullen. Wordt hier geen gehoor aan gegeven, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen en kan de invorderingsprocedure in gang worden gezet.

Artikel 7 Houding van de invorderingsambtenaar tijdens de behandeling van de aanvraag

Nadat de aanvraag om kwijtschelding bij de persoon die belast is met de kwijtschelding is ingediend, zal aan de belastingschuldige uitstel van betaling worden verleend. Gedurende de behandeling van de aanvraag zal ten aanzien van de aanslag geen dwanginvorderingsmaatregel worden genomen of voortgezet. Wanneer aannemelijk is dat er gegronde vrees bestaat dat opschorting van de invordering ertoe zal leiden dat goederen- waarop de belastingschuld waarvan kwijtschelding is verzocht kan worden verhaald- zullen worden verduisterd, kan hij/zij ondanks de aanvraag om kwijtschelding conservatoir en zo nodig executoriale maatregelen (laten) nemen.

Artikel 8 Inboeking en ontvangstbevestiging van de aanvraag

De persoon belast met de kwijtschelding registreert elke aanvraag om kwijtschelding en stuurt een ontvangstbevestiging.

Artikel 9 Nader onderzoek en het inwinnen van inlichtingen

Bij aanvragen om kwijtschelding gemeentelijke belastingen worden, indien aanvrager daarvoor toestemming geeft, inlichtingen opgevraagd bij het Inlichtingenbureau. Zij controleren op basis van gegevens van het UWV, RDW, Belastingdienst en GBA-V en hanteren de landelijke regels.

Indien hij/zij dit nodig acht, stelt de persoon die belast is met de kwijtschelding een nader onderzoek in of wint hij/zij inlichtingen in bij de belastingschuldige.

Indien de aanvrager geen toestemming geeft om bij het Inlichtingenbureau gegevens op te vragen zullen alle benodigde bewijsstukken worden opgevraagd bij de aanvrager zelf.

Artikel 10 Kwijtschelding van reeds betaalde belastingaanslagen

De mogelijkheid tot kwijtschelding kan ook betrekking hebben op aanslagen die reeds zijn voldaan. Voorwaarde daarbij is dat de aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend binnen drie maanden na de laatste betaling van het aanslagbiljet. Indien kwijtschelding wordt toegekend zal aan de belastingschuldige een teruggaaf worden gedaan tot het bedrag waarvoor kwijtschelding is verleend.

Artikel 11 De behandeling van een aanvraag om kwijtschelding

De invorderingsambtenaar neemt op een ingediende aanvraag om kwijtschelding een beslissing overeenkomstig het in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, alsmede in de in deze uitvoeringsregeling vastgestelde nadere regels voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verwoorde beleid. In de beoordeling betrekt hij:

  • de in c.q. bij het aanvraagformulier kwijtschelding gemeentelijke belastingen verstrekte gegevens;

  • de gegevens die hem/haar uit andere hoofde bekend zijn, waarbij ook over eerdere jaren ingediende aanvragen behoren.

Artikel 12 Voorwaarden voor kwijtschelding (inkomens- en vermogenstoets)

Inkomensvoorwaarde.

Voor kwijtschelding kunnen in aanmerking komen de belastingschuldige met een inkomen lager of ter hoogte van het sociaal minimum.

Is het inkomen hoger dan het sociaal minimum dan is kwijtschelding afhankelijk van de hoogte van het inkomen in verhouding tot de huur, rentelast eigen woning, heffingskortingen, ziektekosten, te ontvangen of te betalen alimentatie, belastingschuld en eventuele bijzondere kosten. De persoon belast met de kwijtschelding maakt een draagkrachtberekening en 80% van de aanwezige draagkracht per jaar wordt geacht aangewend te worden ter voldoening van de voor kwijtschelding in aanmerking komende belastingen. Op basis van het resultaat van deze berekening wordt de hoogte van de kwijtschelding bepaald.

Vermogensvoorwaarde.

In afwijking van artikel 12, tweede lid onder d en f van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 mag het totale bedrag aan financiële middelen van de belastingschuldige niet meer bedragen dan het vermogen als bedoeld in artikel 34, derde lid onder a, b en c van de Participatiewet.

Kostendelersnorm:

Op verzoeken om kwijtschelding die op of na 1 januari 2018 bij de ontvanger worden ingediend is de kostendelersnorm van toepassing (koppeling met art. 22a van de Participatiewet).

Artikel 13 Kosten van bestaan

  • 1.

    Bij de kwijtschelding van de in artikel 1 onder 1 van dit besluit genoemde heffingen wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100%.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke belastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100% van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

  • 3.

    De kosten van bestaan, bedoeld in artikel 13, lid 1 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden verhoogd met de onder artikel 16, lid 3 onder a en b van diezelfde Uitvoeringsregeling genoemde bedragen (beleidskeuze PensioenGerechtigdeLeeftijd).

Artikel 14 Gegevens en normen ten tijde van indiening verzoek om kwijtschelding

Bij de beoordeling van het verzoek om kwijtschelding zijn de gegevens en normen van belang die gelden op het moment van indiening van het verzoek.

Artikel 15 Beslistermijn op een aanvraag om kwijtschelding

Op een aanvraag om kwijtschelding wordt zoveel mogelijk binnen 14 weken na ontvangst daarvan, bij beschikking beslist. Blijkt dat niet mogelijk, dan verzendt de persoon die belast is met de kwijtschelding een kennisgeving aan de belastingschuldige, waarin hij een andere redelijke termijn noemt, waarbinnen op de aanvraag zal zijn beslist.

Artikel 16 Opschorting beslistermijn

De termijn voor het afgeven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de persoon die belast is met de kwijtschelding de belastingschuldige heeft uitgenodigd de aanvraag aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde redelijke termijn ongebruikt is verstreken.

Artikel 17 De beschikking

De beschikking op een aanvraag om kwijtschelding wordt bekend gemaakt door middel van een gedagtekende kennisgeving en moet berusten op een deugdelijke motivering. Bij de bekendmaking van de beschikking waarin een aanvraag om kwijtschelding is afgewezen of gedeeltelijk is toegewezen, moet worden vermeld dat binnen 10 dagen na dagtekening van de kennisgeving administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders kan worden ingesteld. De bekendmaking van de beschikking geschiedt door toezending of uitreiking aan de (gemachtigde van) belastingschuldige.

Artikel 18 Beroep

Wanneer de belastingschuldige zich niet kan verenigen met de beschikking van de invorderingsambtenaar kan daartegen binnen 10 dagen na dagtekening van de beschikking administratief beroep worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Het beroepschrift moet gericht zijn aan het college van burgemeester en wethouders, gemotiveerd zijn en door de belastingschuldige of diens gemachtigde zijn ondertekend.

Artikel 19 Tijdige indiening beroepschrift

Een beroepschrift is tijdig ingediend wanneer het voor het einde van de beroepstermijn is ontvangen. Bij verzending per post is het beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van die termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Blijkt echter uit de dagtekening van het beroepschrift, dat verzending heeft plaatsgevonden na afloop van de beroepstermijn, dan dient de belastingschuldige in zijn bezwaar niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Artikel 20 Toelaatbare termijnoverschrijding

Als de belastingschuldige het beroepschrift te laat indient, moet hij niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit is echter anders als hem die late indiening niet kan worden verweten.

Artikel 21 Ontvangstbevestiging beroepschrift

In alle gevallen dat een beroepschrift wordt ontvangen, zal een ontvangstbevestiging worden verzonden door de persoon die belast is met de kwijtschelding. Hierin dient de belastingschuldige te worden gewezen op de mogelijkheid dat hij op zijn verzoek kan worden gehoord.

Artikel 22 Het inwinnen van nadere gegevens

In verband met het uit te brengen advies aan het college van burgemeester en wethouders vraagt de invorderingsambtenaar zo nodig opnieuw nadere gegevens aan de belastingschuldige met het verzoek deze binnen redelijke termijn te verstrekken. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven stelt de invorderingsambtenaar het college van burgemeester en wethouders daarvan in kennis en adviseert hen om die reden niet aan het beroepschrift tegemoet te komen.

Artikel 23 Horen voor de beslissing op een beroepschrift

Voordat het college van burgemeester en wethouders op een beroepschrift beslist, dient belanghebbende in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

Hiervan kan worden afgezien als:

  • het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • de belastingschuldige te kennen heeft gegeven geen gebruik te maken van het recht te worden gehoord;

  • aan het beroep volledig wordt tegemoet gekomen.

Artikel 24 Hoorverslag

Het horen dient ten kantore plaats te vinden, tenzij de belastingschuldige instemt met telefonisch horen. Van het horen dient een verslag te worden opgemaakt. Het verslag moet een korte weergave bevatten van het besprokene. Het verslag moet worden gedagtekend en ondertekend door opsteller. De inhoud van het verslag moet aan de belastingschuldige bekend gemaakt worden. Dit kan door het verslag in de uitspraak op het beroepschrift te verwerken of door een kopie van het verslag aan de belastingschuldige toe te zenden. De belastingschuldige heeft geen recht het verslag te wijzigen.

Artikel 25 Beslistermijn op beroepschrift

Het college van burgemeester en wethouders dient op het beroepschrift binnen acht weken na ontvangst van het beroepschrift te beslissen. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Hiervan moet schriftelijk mededeling worden gedaan aan de belastingschuldige. Verder uitstel is mogelijk indien de belastingschuldige daarmee instemt. Van verder uitstel kan sprake zijn indien behandeling van het beroepschrift dit vereist en belastingschuldige daarvan tijdig in kennis wordt gesteld.

Artikel 26 Motivering beslissing op beroepschrift

De beslissing op een beroepschrift dient te berusten op een deugdelijke motivering die bij bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. Bij de bekendmaking van de beslissing dient tevens te worden aangegeven op welke grond dat is gebeurd.

Artikel 27 Intrekking beroepschrift

Indien belastingschuldige zijn beroepschrift wilt intrekken dient dit schriftelijk te gebeuren. Tijdens het horen kan de intrekking echter ook mondeling geschieden. De mondelinge intrekking van het beroepschrift moet in het verslag van het horen worden opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt te allen tijde de intrekking schriftelijk.

Artikel 28 Niet tijdig nemen van een besluit

Tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de invorderingsambtenaar kan ook beroep worden ingesteld. Het indienen van een beroepschrift is in deze situatie niet aan een termijn gebonden. Blijkt echter tijdens de beroepsprocedure dat kwijtschelding had moeten worden verleend, dan behoeft het college van burgemeester en wethouders niet te volstaan met de uitspraak dat de invorderingsambtenaar niet tijdig heeft beslist, maar kan het op het beroepschrift voor de belastingschuldige inhoudelijk beslissen.

Artikel 29 Voortzetting invordering na afwijzing

Wanneer de invorderingsambtenaar afwijzend heeft beslist op een ingediende aanvraag om kwijtschelding dan wel het college van burgemeester en wethouders afwijzend heeft beslist op een ingediend beroepschrift tegen de afwijzende (of gedeeltelijk afwijzende) beschikking van de invorderingsambtenaar moet het op de aanslag nog verschuldigde (resterende) bedrag binnen tien dagen na dagtekening van de afwijzende beschikking of binnen de betaaltermijnen die op het aanslagbiljet zijn aangegeven, zijn betaald. Na deze termijn kan de ontvanger de invordering aanvangen dan wel voortzetten.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsregeling treedt per 1 januari 2019 in werking.

De Uitvoeringsregeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2016 wordt per 1 januari 2019 ingetrokken.

Artikel 31 Citeertitel

Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen”.

Artikel 32 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belastingschuldige afwijken van de bepalingen van deze uitvoeringsregeling, indien toepassing van de uitvoeringsregeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Ondertekening

Oudewater, 20 november 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater,

mr. drs. P. Verhoeve, ir. W.J. Tempel,

burgemeester secretaris