Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2019)

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2019)

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel d.d. 13 november 2018 van:

- burgemeester en wethouders

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats te Hekendorp;

  • b.

    eigen graf: een graf, waarvoor aan een natuur¬lijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieven¬tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten als die bedoeld in de tarieven¬ta¬bel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, en 4.3 van de tarie¬ventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over¬blijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieven¬tabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten Oudewater 2012’ van 15 december 2011, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening lijkbezorgingsrechten 2019”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering,

gehouden op 13 december 2018.

De griffier, De voorzitter,

mr. A. van der Lugt mr. drs. P. Verhoeve

Tarieventabel Lijkbezorgingsrechten behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 20 jaar

€ 274,90

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

€ 274,90

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 20 jaar

€ 138,20

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht.

1.5

Voor het verlengen van de rechten als bedoeld in 1.2 en 1.3 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven van die rechten.

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 795,30

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 465,55

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

€ 602,50

Hoofdstuk 3Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

In een urnennis

€ 138,20

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in de Beheersverordening begraafplaatsen

Oudewater 2011 wordt geheven:

4.1.1

voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis

€  55,85

4.1.2

voor het gebruik van de steen van een collumbarium

€ 157,55

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in 4.1.1 wordt geheven per jaar:

4.2.1

voor gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis

€ 55,85

4.3

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 kunnen worden afgekocht:

- voor 20 jaar tijd door voldoening van een som ineens van het 18-voud van de jaarlijkse rechten;

- bij verlenging met 10 jaar door voldoening van een som ineens voor de verlenging van het 8-voud van de jaarlijkse rechten

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 15,05

5.1.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 15,05

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 602,50

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

€ 795,30

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 795,30

6.4

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 602,50

Behoort bij raadsbesluit van 13 december 2018.

Griffier van Oudewater,

mr. A. van der Lugt