Verordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2019 (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Oudewater 2019)

Geldend van 22-05-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2019 (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Oudewater 2019)

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel d.d. 15 januari 2019 van:

- Presidium

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

Artikel 33

b e s l u i t:

De 'Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2019' vast te stellen.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ambtelijke bijstand: bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ambtelijke bijstand niet zijnde een verzoek om informatie;

  • ambtenaar: ambtenaar van de gemeente, niet zijnde een medewerker van de griffie;

  • document: document als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • fractie: fractie als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Oudewater 2018;

  • griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • presidium: het presidium van de raad van de gemeente Oudewater;

  • wet: Gemeentewet.

Paragraaf 2. Verzoeken om informatie of ambtelijke bijstand

Artikel 2. Verzoek om informatie

  • 1.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om feitelijke informatie van geringe omvang of om inzage in, of afschrift van, documenten waaromtrent geen geheimhouding krachtens de artikelen 25, 55 of 86 van de wet is opgelegd.

  • 2.

    De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

Artikel 3. Verzoek om ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om ambtelijke bijstand.

  • 2.

    De griffier verleent zo spoedig mogelijk de ambtelijke bijstand, voor zover dit in redelijkheid kan worden gevergd. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is kan de griffier de secretaris verzoeken om één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk het verzoek zo spoedig mogelijk verder inwilligen.

  • 3.

    De secretaris wijst geen ambtenaar aan als:

    • a.

      naar oordeel van de secretaris niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden, of

    • b.

      dit naar het oordeel van de secretaris het belang van de gemeente kan schaden.

  • 4.

    Als de ambtelijke bijstand op grond van het derde lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid door wie het verzoek is ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken de ambtelijke bijstand alsnog te laten verlenen. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Artikel 4. Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een raadslid dat niet tevreden is over de door een ambtenaar aan hem verleende ambtelijke bijstand kan hierover in overleg treden met de secretaris.

  • 2.

    Als overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing kan het raadslid de zaak aan de burgemeester voorleggen. De burgemeester voorziet zo spoedig mogelijk in de kwestie.

Artikel 5. Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

  • 1.

    De secretaris verstrekt aan het lid van het college op wiens werkzaamheden een verzoek om ambtelijke bijstand betrekking heeft, desgevraagd een afschrift van het verzoek.

  • 2.

    Als het college of één of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 3. Fractieondersteuning

Artikel 6. Recht op financiële bijdrage

  • 1.

    De raad verstrekt een fractie jaarlijks een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie.

  • 2.

    De financiële bijdrage bestaat uit een bedrag van € 2.000,00 per fractie.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt de raad in een jaar waarin raadsleden aftreden op grond van artikel C 4, tweede lid, van de Kieswet aan een fractie een financiële bijdrage tot en met de maand maart en een financiële bijdrage voor de periode omvattende de resterende maanden. Deze financiële bijdragen bestaan uit 1/12e deel van de bedragen, bedoeld in het tweede lid, vermenigvuldigd met het aantal maanden dat de periode omvat.

Artikel 7. Besteding financiële bijdrage

  • 1.

    Een fractie besteedt de financiële bijdrage uitsluitend om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol van de fractie te versterken.

  • 2.

    De financiële bijdrage mag in ieder geval niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met enige wettelijke bepaling;

    • b.

      betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de versterking van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie of arbeidsovereenkomst;

    • c.

      giften, leningen, beleggingen en voorschotten;

    • d.

      uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege, inclusief uitgaven in verband met verkiezingsactiviteiten, of

    • e.

      de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, voor zover deze door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd.

  • 3.

    De financiële bijdrage mag in ieder geval gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      Kosten van achterbanraadplegingen voor zover dit direct te maken heeft met een actueel onderwerp op de agenda van de raad (kosten van het huren van een zaaltje, consumpties tijdens de achterbanraadpleging, uitvoeren van enquêtes, organisatie van een politiek café);

    • b.

      Inhuren van deskundigen waardoor de fractie zich voorbereidt op de behandeling van een voorstel in de raad (accountant, inhoudelijk deskundige);

    • c.

      Versterking van de fractie (extern begeleidde strategie- of trainingsdagen inclusief kosten van trainers, accommodatie en verbruikskosten);

    • d.

      Kosten van congressen en seminars van individuele raadsleden en opleidingskosten voor individuele raadsleden;

    • e.

      Hotelovernachtingen van raadsleden en fractieassistenten e.d. voor fractieactiviteiten;

    • f.

      Kosten van ontwikkelen en onderhoud website, voor zover deze site overwegend voor fractiedoeleinden wordt gebruikt;

    • g.

      Kosten van publicaties in week- en dagbladen, voor zover die overwegend zijn gericht op het functioneren van de fractie (en dus niet op de partij of met het oog op verkiezingen);

    • h.

      Kopieer- en drukkosten voor zover deze direct te maken hebben met het functioneren van de fractie;

    • i.

      Representatiekosten.

Artikel 8. Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

  • 1.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden heeft deze nieuw gevormde fractie recht op de financiële bijdrage conform artikel 6.

  • 2.

    De financiële bijdrage aan een nieuw gevormde fractie geldt voor de periode omvattende de resterende maanden van een kalenderjaar. Deze financiële bijdragen bestaan uit 1/12e deel van de bedragen, bedoeld in het tweede lid van artikel 6, vermenigvuldigd met het aantal maanden dat de periode omvat.

  • 3.

    Als een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de maand volgend op de maand waarin de fractie hiervan kennisgeving heeft gedaan.

  • 4.

    Als een fractie als gevolg van verkiezingen ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de datum dat de raad in de nieuwe samenstelling aantreedt.

Artikel 9. Overschot

Indien aan het einde van een kalenderjaar sprake is van een overschot bij een of meerdere fracties, dan komt dit bedrag ten goede aan de algemene reserve van de gemeente.

Artikel 10. Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage

  • 1.

    Een fractie dient uiterlijk drie maanden nadat onder artikel 7 vallende kosten zijn gemaakt een declaratie in bij de griffier. Een declaratie bestaat uit tenminste een factuur en doelonderbouwing van gemaakte kosten.

  • 2.

    De griffier toetst de declaraties aan de verordening. Bij twijfel kan de griffier de declaratie ter toetsing voorleggen aan het presidium.

  • 3.

    Jaarlijks stelt de griffier een kostenoverzicht op dat wordt vastgesteld door het presidium. Het kostenoverzicht wordt actief openbaar gemaakt, ten minste op de website van de gemeente.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 11. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

De Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt na publicatie met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Oudewater 2019”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering,

gehouden op 7 februari 2019.

De griffier, De burgemeester

mr. A. van der Lugt mr. drs. P. Verhoeve