Regeling vervallen per 29-12-2017

Beleidsregels Wet BIBOB

Geldend van 18-01-2007 t/m 28-12-2017

Intitulé

Beleidsregels Wet BIBOB

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

gelet op:

de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

het Besluit BIBOB;

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 3 van de Drank- en Horecawet;

de artikelen 2.3.1.2, 2.3.3.1, 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Overbetuwe 2006;

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Wet BIBOB

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    advies: het advies, als bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • b.

    beschikking: een beschikking terzake van een subsidie, alsmede een beschikking terzake van een vergunning of ontheffing, op grond van de in artikel 3 van deze beleidsregels genoemde wettelijke grondslagen:

  • c.

    besluit: het Besluit BIBOB;

  • d.

    bestuursorgaan: de burgemeester, respectievelijk het college;

  • e.

    betrokkene: de aanvrager, de vergunninghouder, de gegadigde, de partij aan wie een overheidsopdracht is gegund of de onderaannemer;

  • f.

    BIBOB-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij door het bestuursorgaan volgens deze beleidsregels wordt beoordeeld of er redenen, ontleend aan de wet, aanwezig zijn om aangevraagde beschikking te weigeren, dan wel de beschikking in te trekken, dan wel een advies aan te vragen;

  • g.

    bureau: het bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • h.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB).

Artikel 2. Doel

  • 1.

    Met toepassing van de wet wordt getracht te voorkomen dat criminele activiteiten gefaciliteerd worden waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht worden aangetast.

  • 2.

    Met vaststelling van deze beleidsregels wordt kenbaar gemaakt op welke wijze het bestuursorgaan de wet toepast.

Hoofdstuk 2. Toepassingsbereik

Artikel 3. Categorieën

  • 1.

    Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet toe met betrekking tot beschikkingen als bedoeld in:

    • a.

      Artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;

    • b.

      Artikel 7 van de wet juncto artikel 2.3.1.2, 2.3.3.1, 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm.

  • 2.

    Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, eveneens de wet toe met betrekking tot de intrekking van de in het eerste lid onder a en b genoemde beschikkingen.

Artikel 4. Bijzondere situaties

  • 1.

    Behalve op de in artikel 3 genoemde categorieën, past het bestuursorgaan de wet toe:

    • a.

      Ten aanzien van bijzondere gevallen waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de afgegeven beschikking mede gebruikt wordt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen.

    • b.

      In de gevallen dat het Openbaar Ministerie op basis van artikel 11 juncto artikel 26 van de wet, het bestuursorgaan wijst op de wenselijkheid om een advies aan te vragen bij het landelijk bureau BIBOB.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op subsidie, als bedoeld in artikel 4:21 Awb.

Hoofdstuk 3. Procedure

Artikel 5. Vragenlijst

  • 1.

    In alle in artikel 3 en 4 bedoelde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren en vragenlijsten, vragenlijsten op grond van de wet en deze beleidsregels invullen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vragenlijsten worden door het bestuursorgaan bij openbaar bekend te maken besluit vastgesteld.

  • 3.

    Weigering om de in het eerste lid bedoelde vragenlijsten volledig in te vullen kan een grond opleveren de aangevraagde beschikking te weigeren, dan wel de beschikking in te trekken.

Artikel 6. Regulier afhandelen

  • 1.

    Het bestuursorgaan gaat over tot het afgeven van de gevraagde beschikking indien noch de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde beschikkingen, noch de weigeringsgronden op grond van de wet van toepassing zijn.

  • 2.

    Het bestuursorgaan weigert de gevraagde beschikking of gaat over tot het intrekken van de beschikking, indien de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde beschikkingen van toepassing zijn.

Artikel 7. Ultimum remedium

  • 1.

    Uitsluitend indien geen toepassing gegeven kan worden aan artikel 6, beoordeelt het bestuursorgaan of weigering dan wel intrekking of ontbinding op grond van de wet mogelijk is.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan het bureau om een advies vragen in het kader van de in het eerste lid bedoelde beoordeling en indien het bestuursorgaan door het Openbaar Ministerie is gewezen op de wenselijkheid daarvan.

Artikel 8. Motivering

Het voornemen om een advies aan te vragen wordt gemotiveerd.

Artikel 9. Informatieplicht

  • 1.

    Het bestuursorgaan informeert betrokkene schriftelijk over het voornemen om een advies aan het bureau te vragen. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn, als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels.

  • 2.

    In het geval het bestuursorgaan overgaat tot het aanvragen van een advies aan het bureau, voegt het een afschrift van het schrijven, als bedoeld in het eerste lid, toe aan de adviesaanvraag.

Artikel 10. Opschorten beslistermijn

  • 1.

    Indien het bestuursorgaan een advies aan het bureau vraagt, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd. De termijn eindigt op de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan vier weken nadat het bestuursorgaan een advies heeft aangevraagd.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde beslistermijn wordt verlengd indien het bureau zijn adviestermijn op grond van artikel 15, derde lid van de wet , heeft verlengd. Deze verlenging bedraagt niet meer dan vier weken.

  • 3.

    Het bestuursorgaan informeert betrokkene onverwijld over een verlenging, als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 11. Weigering en aanvullende voorwaarden

  • 1.

    Het bestuursorgaan weigert in elk geval de aangevraagde beschikking af te geven of gaat over tot intrekking van de beschikking, indien sprake is van een ernstige mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan weigeren de aangevraagde beschikking te verlenen, of kan overgaan tot intrekking van de beschikking indien sprake is van een mindere mate van gevaar die niet kan worden geweerd door het stellen van aanvullende voorschriften en bovendien de gevolgen van deze weigering niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

  • 3.

    Indien het bestuursorgaan voornemens is de aangevraagde beschikking te weigeren, dan wel de beschikking in te trekken, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijzen in te brengen.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 12. Evaluatie

De wijze van toepassing van deze beleidsregels wordt uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking.

Artikel 14. Overgangsrecht

Deze beleidsregels zijn van toepassing op:

  • a.

    aanvragen die op of na datum van inwerkingtreding ontvangen zijn.

  • b.

    beschikkingen, als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregels, die op of na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels afgegeven zijn.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Wet BIBOB”.

Artikel 16. Bekendmaking en ter inzage leggen

  • 1.

    Het besluit tot vaststelling wordt bekendgemaakt in “Hét Gemeentenieuws”.

  • 2.

    Het besluit ligt tevens ter inzage in het gemeentehuis.

    Aldus vastgesteld door de burgemeester op 9 januari 2007

    De burgemeester,

    E. Tuijnman

    Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 9 januari 2007

De secretaris,

De burgemeester,

mr. J.P.J. van Muijen

E. Tuijnman

beleidsregels wet bibob 07 01 09.pdf