Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen gemeente Overbetuwe 2008

Geldend van 01-04-2008 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen gemeente Overbetuwe 2008

Onderwerp: Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen

gemeente Overbetuwe 2008

Ons kenmerk: 08bwb00369

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel(en) 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 231, 242 en 244 van de Gemeentewet;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de

Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen

gemeente Overbetuwe 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen als bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet;

  • b.

    belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede-aansprakelijke heeft betaald;

  • c.

    driejaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld op de voet van artikel 11, derde lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt;

  • d.

    bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, als een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag;

  • e.

    belastingaanslag: de aanslag als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel e., van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregel mede wordt verstaan onder:

    • 1.

      de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag;

    • 2.

      het aanslagbiljet: de kennisgeving van het onder 1. bedoelde bedrag;

  • f.

    belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en door ons vastgestelde beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen.

    Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze beleidsregel geldt bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven.

  • 2.

    Van deze beleidsregel zijn uitgezonderd de belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, lid 1, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.

    Artikel 3 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

    De heffingsambtenaar verleent op schriftelijk verzoek van belanghebbende een ambtshalve vermindering als:

  • a.

    het bedrag van de belasting zoals die had moeten zijn, ten minste € 10,-- per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, en

  • b.

    een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet ontvankelijk wordt verklaard, omdat het te laat is ingediend dan wel om een andere reden van formele aard, of

  • c.

    uit enig feit blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet gehandhaafd kan blijven.

    Artikel 4 Uitzonderingen

    Het bepaalde in artikel 3 van deze beleidsregel wordt niet toegepast als:

  • a.

    ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop het in artikel 3, onderdeel b. van deze beleidsregel, bedoelde feit ter kennis van de heffingsambtenaar komt, de driejaarstermijn is verstreken;

  • b.

    aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken.

    Artikel 5 Jurisprudentie

  • 1.

    Behoudens het geval waarin op grond van afspraken met belanghebbenden een proefprocedure wordt gevoerd waarvan de uitkomst kan leiden tot ambtshalve vermindering van de aanslagen van meer dan één belanghebbende, wordt ambtshalve vermindering in verband met jurisprudentie uitsluitend verleend in verband met een uitspraak van de Hoge Raad.

  • 2.

    Een uitspraak van de Hoge Raad, een gerechtshof of van een rechtbank waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting als de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad is gewezen.

  • 3.

    Dat wat in het eerste en het tweede lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad of van een gerechtshof, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen en rechterlijke uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en andere supranationale colleges.

    Artikel 6 Mededeling van afwijzing

    Als er geen termen aanwezig zijn om ambtshalve vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel 3, onderdeel a. van deze beleidsregel.

    Artikel 7 Inwerkingtreding

    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 april 2008.

    Artikel 8 Citeertitel

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen gemeente Overbetuwe 2008.

    Aldus besloten in de vergadering van 11 maart 2008.

    Het college van burgemeester en wethouders,

beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen 2008 08 03 11.pdf