Regeling vervallen per 01-01-2009

Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2008

Geldend van 13-03-2008 t/m 31-12-2008 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Onderwerp: Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2008

Ons kenmerk: 07RB000218

Nr. 13A

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 8 januari 2008;

gelezen het advies van de commissie Ruimte van 30 januari 2008;

gelet op het bepaalde in de Monumentenwet 1988 en hoofdstuk 4, titel 2 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2008

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    onderhoudsactiviteiten: de werkzaamheden noodzakelijk om een cultuurhistorische waarde in goede staat te houden dan wel in de bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties aan een cultuurhistorische waarde te voorkomen en/of te verminderen dan wel de werkzaamheden in het kader van een haalbaarheidsonderzoek, archeologische onderzoek en/of een archeologische noodopgraving;

  • b.

    cultuurhistorische waarde: object of structuur van historisch-bouwkundige, archeologische en/of historisch-geografische waarde, zoals deze in ieder geval is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst, als bedoeld in de Monumentenverordening;

  • c.

    monumentenwacht: de Stichting Monumentenwacht Gelderland;

  • d.

    monumentencommissie: de gemeentelijke monumentencommissie;

  • e.

    monumentenverordening: de Monumentenverordening gemeente Overbetuwe 2006;

  • f.

    raad: de gemeenteraad;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • h.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieverordening

Deze verordening is van toepassing op de door het gemeentebestuur te verstrekken subsidies voor onderhoudsactiviteiten ten behoeve van duurzame instandhouding van cultuurhistorische waarden in de gemeente Overbetuwe.

Artikel 3 Beschikbare bedrag en subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt het bedrag vast dat voor subsidiëring, als bedoeld in deze verordening, beschikbaar is.

  • 2.

    Het college kan een subsidieplafond vaststellen. Indien het college van deze bevoegdheid gebruik maakt, wordt bij de bekendmaking van het subsidieplafond de wijze van verdeling van het alsdan beschikbare bedrag aangegeven.

  • 3.

    Het college kan een subsidieplafond niet vaststellen op een hoger bedrag dan het op de begroting beschikbaar gestelde bedrag.

Artikel 4 Bevoegdheid en nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd tot het verstrekken van subsidies, als bedoeld in deze verordening.

  • 2.

    Het college kan hierbij nadere regels vaststellen.

Artikel 5 Uitvoeringsovereenkomst

Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening is het college bevoegd een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 Awb te sluiten.

Artikel 6 (Rechts)persoonlijkheid van de aanvrager

  • 1

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

    • a

      de natuurlijke of rechtspersoon, al dan niet op winst gericht, die krachtens eigendom of beperkt recht het genot heeft van een object met cultuurhistorische waarde;

    • b

      de natuurlijke of rechtspersoon, al dan niet op winst gericht, die krachtens eigendom of beperkt recht het genot heeft van een archeologisch object, onder wiens opdracht een archeologisch vooronderzoek, archeologische noodopgraving en fysieke bescherming van een archeologische vindplaats en/of terrein plaatsvindt.

  • 2

    Het college kan van het bepaalde in het eerste lid afwijken. De bepalingen van deze verordening zijn alsdan zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Gronden om subsidie te weigeren

De subsidie kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 Awb vermelde gevallen, worden geweigerd, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

de kosten van de onderhoudsactiviteiten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn c.q. worden vergoed;

  • a.

    de kosten van de onderhoudsactiviteiten op grond van belastingwetgeving op de verschuldigde belasting in mindering kunnen worden gebracht;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente Overbetuwe.

Hoofdstuk 2 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8 Verrichten onderhoudsactiviteiten

  • 1.

    De subsidieontvanger is gehouden de onderhoudsactiviteiten te verrichten, zoals deze in de subsidiebeschikking zijn opgenomen.

  • 2.

    De subsidieontvanger moet, indien blijkt dat de te verrichten onderhoudsactiviteiten dreigen niet plaats te zullen vinden, het college hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen, onder vermelding van oorzaak en genomen dan wel te nemen maatregelen om alsnog te voldoen aan het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 9 Onderzoek

De subsidieontvanger moet medewerking verlenen aan elk onderzoek, dat door of namens het college nodig wordt geacht. Deze medewerking strekt zover als redelijkerwijs en naar omstandigheden mogelijk is.

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening

Artikel 10 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidieverlening moet vóór 1 februari van enig jaar door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier bij het college worden ingediend.

  • 2.

    Als een aanvraag niet tijdig is ingediend, kan het college besluiten de aanvraag toch in behandeling te nemen.

Artikel 11 Beslistermijn en horen monumentencommissie

  • 1.

    Het college beslist inzake een aanvraag om subsidieverlening binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 12 weken verlengen.

  • 2.

    Het college kan, voordat het een beslissing op een aanvraag neemt, de monumentencommissie terzake horen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, beslist het college op een aanvraag – waarover de monumentencommissie wordt gehoord – niet eerder, dan nadat deze commissie gedurende 8 weken in de gelegenheid is geweest haar zienswijze terzake aan het college kenbaar te maken.

Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling

Artikel 12 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidievaststelling moet binnen 4 weken, nadat de onderhoudsactiviteiten zijn voltooid, doch uiterlijk vóór 30 november, door middel van een daartoe vastgesteld gereedmeldingsformulier bij het college worden ingediend.

  • 2.

    Als een aanvraag niet tijdig is ingediend, kan het college besluiten de aanvraag toch in behandeling te nemen.

Artikel 13 Beslistermijn en goedkeuring onderhoudsactiviteiten

  • 1.

    Het college beslist inzake een aanvraag om subsidievaststelling binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 12 weken verlengen.

  • 2.

    Het college neemt niet eerder een beslissing, dan nadat de wijze waarop de onderhoudsactiviteiten zijn uitgevoerd, door of namens het college is goedgekeurd.

Artikel 14 Subsidievaststelling, -intrekking en -wijziging

  • 1

    Het college kan naast de gevallen, vermeld in artikel 4:46, tweede en derde lid Awb, de subsidie lager vaststellen, als:

    • a

      is gebleken, dat de subsidie aan andere activiteiten is besteed dan waarvoor zij is aangevraagd, dan wel verleend;

    • b

      de subsidieontvanger een financieel wanbeleid voert;

    • c

      de subsidieontvanger zichzelf bij besluit heeft, dan wel bij rechterlijk vonnis is geliquideerd of ontbonden;

    • d

      bij de subsidieontvanger conservatoir of executoriaal beslag is gelegd op het vermogen of een deel ervan;

    • e

      aan de subsidieontvanger surséance van betaling is verleend;

    • f

      de subsidieontvanger in staat van faillissement is verklaard.

  • 2

    Het college kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen als zich een geval als vermeld in artikel 4:48, eerste lid Awb, of een geval als vermeld in het vierde lid van dit artikel voordoet.

  • 3

    Het college kan een vastgestelde subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen in de gevallen, vermeld in artikel 4:49, eerste lid Awb.

Artikel 15 Uitbetaling

  • 1.

    De subsidie wordt niet eerder uitbetaald, dan nadat de subsidie is vastgesteld.

  • 2.

    De beschikking tot subsidievaststelling vermeld op welke wijze de subsidie zal worden uitbetaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het instandhouden van cultuurhistorische waarden, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006, zoals vastgesteld bij besluit van 31 januari 2006, wordt ingetrokken.

Artikel 18 Overgangsrecht

  • 1.

    Op een aanvraag om subsidie die voor 1 januari 2008 is ingediend, blijft de Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2006 van toepassing.

  • 2.

    Op een aanvraag om subsidie die op en na 1 januari 2008 is ingediend, is deze verordening van toepassing.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening duurzame instandhouding cultuurhistorische waarden gemeente Overbetuwe 2008.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 26 februari 2008.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

de voorzitter,

drs. A.J. van den Brink

E. Tuijnman.