Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013

Geldend van 11-04-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013

Onderwerp: Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013

Ons kenmerk: 13RB000009

Nr. 7b

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013;

gelezen het advies van de voorbereidende vergadering van 5 maart 2013;

gelet op artikel(en) 216 e.v. en 225, eerste lid, onder b. van de Geentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening parkeerbelasting

gemeente Overbetuwe 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat on¬der:

  • a.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen, met inbegrip van een bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie (brommobiel);

  • d.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • e.

    RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • f.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, met inbegrip van een kraskaart, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen (parkeervergunning).

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelasting’ wordt de volgende belasting geheven: een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De parkeerbelasting wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf, belastingtarief en belastingtijdvak

De heffingsmaatstaf, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Voor de parkeerbelasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De parkeerbelasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De parkeerbelasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de parkeerbelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de parkeerbelasting aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid van dit artikel is niet van toepassing op de uitgifte van een kraskaart en een duplicaatvergunning.

Artikel 8 Betalingstermijn

De parkeerbelasting moet overeenkomstig de aangifte worden betaald uiterlijk op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 9 Geen kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Ingangsdatum heffing

De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2013.

Artikel 11 Nadere regels

Het college kan met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting, waaronder begrepen eventuele uitbesteding en digitalisering, nadere regels vaststellen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 26 maart 2013.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
drs. A.J. van den Brink
de voorzitter,
R.T. Metz

Algemene toelichting

Met het vaststellen van deze belastingverordening wordt de toepassing van betaald parkeren, zoals omschreven in artikel 225, eerste lid, onder b. van de Gemeentewet, in de gemeente Overbetuwe geregeld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze verordening gebruikte begrippen omschreven. De begrippen spreken voor zich. Over het bepaalde onder c. parkeren wordt ter toelichting opgemerkt dat parkeerbelastingen uitsluitend betrekking hebben op wegen die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet. Dit zijn wegen die niet zijn afgesloten voor het verkeer door fysieke maatregelen of het bord ‘Verboden toegang, artikel 461 Wetboek van strafrecht’. Op wegen met het predicaat ‘eigen weg’is het toepassen van parkeerbelasting uitsluitend mogelijk als daarover afspraken zijn gemaakt tussen gemeente en eigenaar van de betreffende weg.

Zoals uit de omschrijving onder e. vergunning valt op te maken, wordt een zogeheten kraskaart ook onder het begrip vergunning geschaard.

Artikel 2 Belastbaar feit

In dit artikel is omschreven welke parkeerbelasting er geheven kan worden.

Artikel 3 Belastingplicht

Dit artikel bepaalt van wie de parkeerbelasting wordt geheven.

Artikel 4 Heffingsmaatstaf, belastingtarief en belastingtijdvak

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 Belastingjaar

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6 Wijze van heffing

Dit artikel regelt de wijze van heffing voor de parkeerbelasting voor het parkeren krachtens een parkeervergunning. Deze belasting wordt geheven door voldoening op aangifte.

Op grond van artikel 234, derde lid van de Gemeentewet is geen bezwaar mogelijk tegen voldoening van parkeerbelasting op aangifte. Zie ook Hoge Raad 27 juni 2008, nr. 07/10058, LJN: BD5466. Alleen als de wettekst niet duidelijk is kunnen doel en strekking, zoals deze uit de wetsgeschiedenis blijkt, bij de beoordeling worden betrokken. Een bezwaar tegen een voldane parkeerbelasting is daarmee niet-ontvankelijk.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8 Betalingstermijn

Voor de parkeerbelasting is bepaald dat deze overeenkomstig de aangifte moet worden betaald op het moment dat de vergunning wordt verleend. Dit tijdstip zal meestal zijn gelegen vóór aanvang van het belastingtijdvak waarvoor de vergunning geldt. Voor vervolgaangiften wordt doorgaans gebruik gemaakt van een optisch leesbare acceptgiro. Door ondertekening van de betalingsopdracht doet men aangifte voor het volgende tijdvak. Voor dat tijdvak wordt ook een nieuwe vergunning verleend.

Artikel 9 Geen kwijtschelding

Het zal in weinig gevallen gewenst zijn om van parkeerbelastingen kwijtschelding te verlenen. Ook de heffing door voldoening op aangifte maakt het verlenen van kwijtschelding uitvoeringstechnisch moeilijk, zodat om deze redenen deze bepaling in de verordening is opgenomen.

Artikel 10 Ingangsdatum heffing

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11 Nadere regels

Op grond van dit artikel kan het college nadere regels (algemeen verbindende voorschriften) vaststellen met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting. Dat geldt ook voor het eventueel uitbesteden en digitaliseren van het gehele systeem van parkeren voor vergunninghouders.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Tarieventabel 2013 behorende bij de Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013

Hoofdstuk 1 Parkeervergunningen

1.

Het tarief bedraagt per jaar:

a.

voor een parkeervergunning, bewoner:

€ 0,00

b.

voor een parkeervergunning, bedrijf:

€ 0,00

c.

voor een parkeervergunning, bezoeker (inclusief mantelzorger):

€ 0,00

d.

voor een parkeervergunning, beroepsmatige hulpverlener zonder herkenbaar voertuig:

€ 0,00

e.

voor een parkeervergunning, overig:

€ 0,00

2.

Het tarief bedraagt voor een duplicaat van een parkeervergunning, als bedoeld onder 1, per exemplaar:

€ 0,00

Hoofdstuk 2 Kraskaarten

Het tarief bedraagt per setje kraskaarten, bezoeker:

€ 0,00

Behoort bij besluit van de gemeenteraad d.d. 26 maart 2013, nr.

Mij bekend,

de griffier,

drs. A.J. van den Brink

Verordening parkeerbelasting 2013 13 03 26.pdf