Regeling vervallen per 01-12-2023

Verordening participatieraad gemeente Overbetuwe 2015

Geldend van 21-07-2015 t/m 30-11-2023

Intitulé

Verordening participatieraad gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: verordening participatieraad gemeente Overbetuwe 2015

Ons kenmerk: 15RB000013

Nr. 12

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015;

gelezen het advies van de participatieraad van 20 mei 2015;

gelezen het advies van de voorbereidende vergadering van 30 juni 2015;

gelet op artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 84 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

verordening participatieraad

gemeente Overbetuwe 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit besluit verstaat on¬der:

  • a.

    gemeente: gemeente Overbetuwe;

  • b.

    raad: de gemeenteraad van Overbetuwe;

  • c.

    sociaal domein: Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en Jeugdwet.

Artikel 2 Doelstelling en taak van de participatieraad

  • 1.

    De participatieraad is ingesteld om de opdracht van de gemeente met betrekking tot burgerparticipatie binnen het sociale domein uit te voeren.

  • 2.

    De participatieraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan burgemeester en wethouders en/of de raad over beleidsvoornemens en de vaststelling of wijziging van verordeningen op het gebied van het sociaal domein en de overige aangelegenheden die deelname van ingezetenen van de gemeente aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en voorzieningen en de arbeidsmarkt betreffen.

  • 3.

    De leden van de participatieraad verrichten hun werkzaamheden zonder last.

Artikel 3 Samenstelling, lidmaatschap en vergoeding

  • 1.

    De participatieraad bestaat uit minimaal 10 en maximaal 13 leden, waaronder een onafhankelijk voorzitter.

  • 2.

    Zowel de voorzitter als de leden van de participatieraad zijn ingezetene van de gemeente. Daarnaast zijn de leden personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet, dan wel cliënt op grond van de wet Maatschappelijke ondersteuning of de Jeugdwet of vertegenwoordigers van deze personen, cliënten of cliëntgroepen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders benoemen de voorzitter en de leden van de participatieraad voor een periode van vier jaar.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders benoemen de voorzitter op voordracht van de participatieraad.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders benoemen de leden op voordracht van de participatieraad met inachtneming van een evenwichtige spreiding van de leden over de aandachtsgebieden van het sociaal domein en overige aandachtsgebieden die de deelname van ingezetenen van de gemeente aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en voorzieningen en de arbeidsmarkt betreffen.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders besluiten tot ontslag van een lid, waar onder begrepen de voorzitter, op voordracht van de participatieraad.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders wijken slechts af van de voordracht over benoeming of ontslag wanneer dit naar hun oordeel leidt tot strijdigheid met deze verordening. Burgemeester en wethouders geven hier schriftelijk en gemotiveerd kennis van aan de voorzitter van de participatieraad.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen een lid, waar onder begrepen de voorzitter, herbenoemen voor een periode van telkens vier jaar.

  • 9.

    Een lid, waar onder begrepen de voorzitter, kan tussentijds ontslag nemen. Een lid dat ontslag neemt, doet daarvan schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders. Hij blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 10.

    De leden van de participatieraad, waaronder de voorzitter, treden af:

    • a.

      na afloop van de benoemingstermijn;

    • b.

      na een daartoe strekkend ontslagbesluit van burgemeester en wethouders als bedoeld in het achtste lid.

  • 11.

    Burgemeester en wethouders stellen een vergoeding voor de voorzitter en de leden van de participatieraad vast.

  • 12.

    De voorzitter en de leden van de participatieraad kunnen niet tevens:

    • a.

      lid zijn van de raad, het college van burgemeester en wethouders en/of een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

    • b.

      werknemer zijn bij gemeente Overbetuwe;

    • c.

      beroepsmatige functies vervullen bij instellingen of organisaties die zich bezig houden met of betrokken zijn bij de uitvoering van taken in het sociaal domein in de gemeente.

Artikel 4 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen de ambtelijk secre¬taris van de participatieraad aan. Burgemeester en wethouders kunnen een plaatsvervangend ambtelijk secretaris aanwijzen.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de participatieraad.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris dient de participatieraad van advies.

Artikel 5 Werkgroepen

  • 1.

    De participatieraad kan werkgroepen instellen.

  • 2.

    De kosten die de werkgroepen met zich brengen, zijn onderdeel van de kosten van de participatieraad.

Artikel 6 Werkwijze, huishoudelijk reglement

  • 1.

    Onverminderd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om ter zake voorschriften te geven, regelt de participatieraad zelf zijn wijze van werken, evenwel met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    De participatieraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat ter kennisname aan burgemeester en wethouders wordt voorgelegd. In het huishoudelijk reglement wordt ten minste bepaald:

    • a.

      de instelling van een dagelijks bestuur, dat naast de voorzitter bestaat uit een plaatsvervangend voorzitter, secretaris en penningmeester;

    • b.

      de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur;

    • c.

      de vergaderorde;

    • d.

      het werken met werkgroepen.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1.

    De participatieraad vergadert zo dikwijls hij dit nodig acht en komt voorts bijeen:

    • a.

      wanneer de voorzitter dit nodig acht;

    • b.

      op verzoek van de meerderheid van de leden van de participatieraad, of

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders en/of de raad.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van de onderwerpen die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden tijdig aan de leden toegezonden.

  • 3.

    Elk lid, waaronder begrepen de voorzitter, heeft één stem en stemt vrij van last. Een lid neemt niet deel aan de stemming als het gaat om een aangelegenheid die hem rechtstreeks of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

  • 4.

    De participatieraad vergadert en besluit in het openbaar, tenzij de participatieraad anders beslist.

  • 5.

    De participatieraad kan in een vergadering spreekrecht aan (een) belanghebbende(n) geven.

Artikel 8 Recht op informatie

Burgemeester en wethouders geven de participatieraad tijdig en volledige informatie over:

  • a.

    de adviesvragen, die burgemeester en wethouders en/of de raad aan de participatieraad stellen;

  • b.

    de aandachtsgebieden die de participatieraad bestrijkt als beschreven in artikel 3, tweede lid.

Artikel 9 Advies

  • 1.

    Over een uit te brengen advies beslist de participatieraad bij meerderheid van stemmen. Als bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de participatieraad ondertekend.

  • 4.

    Als burgemeester en wethouder een besluit nemen dat afwijkt van het advies van de participatieraad, vermelden zij de redenen voor de afwijking in de motivering van het besluit.

Artikel 10 Geheimhouding

De participatieraad en de werkgroep(en) nemen kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht.

Artikel 11 Deskundigen

De voorzitter is bevoegd deskundigen en ambtenaren uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de participatieraad.

Artikel 12 Budget

  • 1.

    Ten behoeve van de participatieraad wordt jaarlijks een bedrag beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Ten laste hiervan worden de vergoedingen voor de leden bekostigd en kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.

  • 3.

    Jaarlijks voor 1 april brengt de participatieraad aan burgemeester en wethouders verslag uit van de activiteiten en bevindingen van het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens de verantwoording afgelegd over de besteding van het ter beschikking gestelde budget.

Artikel 13 Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit besluit nadere regels stellen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking. Gelijktijdig hiermee wordt het Instellingsbesluit participatieraad, zoals vastgesteld op 27 november 2012, ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Verordening participatieraad gemeente Overbetuwe 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 14 juli 2015.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
drs. A.J. van den Brink
de voorzitter,
drs. A.S.F. van Asseldonk

Algemene toelichting

De opdracht voor zowel burgemeester en wethouders, de raad als participatieraad bestaat eruit de inwoners te laten meedoen. Beperkingen moeten zo goed als mogelijk worden weggenomen; iedereen moet kunnen meedoen. Waaraan? Een huishouden voeren, kinderen opvoeden, sociale contacten onderhouden, werk.

Meedoen gaat in onze gemeente op een ‘gekantelde’ wijze. Inwoners leveren zo goed als mogelijk de eigen inbreng/ inzet om de beperking te overwinnen. Als een dienst of hulpmiddel beschikbaar wordt gesteld, dan verwacht de gemeente een geldelijke eigen bijdrage (binnen de mogelijkheden die de wet stelt).

De participatieraad staat burgemeester en wethouders en de raad bij tijdens de voorbereiding van beleid. Op een reeks onderwerpen hecht het college aan goed overleg met inwoners, opdat gemeentelijk beleid getoetst wordt op inhoud, draagvlak en uitvoerbaarheid (klopt het, kan het, werkt het). De participatieraad vertegenwoordigt de inwoners en/ of helpt het gesprek snel en adequaat voeren.

De leden van de participatieraad hebben affiniteit met één of meerdere beleidsterreinen. In het oog springen aandachtsgebieden van het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) en overige aandachtsgebieden die de deelname van ingezetenen van de gemeente aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en voorzieningen en de arbeidsmarkt betreffen. De participatieraad draagt zorg voor goed overleg met de inwoners en de groeperingen daarbinnen (cliënten, deelnemers, patiënten, leden, huurders, uitkeringsgerechtigden).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in dit besluit gehanteerde begrippen omschreven.

Artikel 2 Doelstelling en taak van de participatieraad

Doelstelling van de participatieraad is om de opdracht van de gemeente met betrekking tot burgerparticipatie binnen het sociaal domein uit te voeren. De taak van de participatieraad is het gevraagd en ongevraagd adviseren over de vorming van beleid en de vaststelling van regelgeving die het sociaal domein betreft en in bredere zin de deelname van inwoners aan sociaal-maatschappelijke activiteiten en de arbeidsmarkt.

Dit betekent dat de participatieraad geen bevoegdheden heeft waar het gaat over de uitvoering van beleid en zaken met betrekking tot een individueel persoon, zoals klachten en bezwaarschriften.

De leden van de participatieraad verrichten hun werkzaamheden zonder last. Dit waarborgt de onafhankelijkheid van de leden ten opzichte van het gemeentebestuur en de cliëntgroepen die zij vertegenwoordigen. Natuurlijk dient het lid zich wel te realiseren dat hij vertegenwoordiger is van bepaalde cliëntgroepen (zie ook de algemene toelichting). Ruggenspraak met de groepen die hij vertegenwoordigd zal dan ook georganiseerd moeten worden.

Artikel 3 Samenstelling, lidmaatschap en vergoeding

Over het tweede lid wordt opgemerkt dat de aandachtsgebieden met name voortkomen uit de wettelijke regelingen in het sociaal domein. Daarnaast zijn er aandachtsgebieden die hier niet direct uit voortkomen maar er wel verband mee hebben.

De volgende onderverdeling toont de verscheidenheid aan aandachtspunten:

  • a.

    uitvoering van de Participatiewet (o.a. arbeid, re-integratie, ondersteuning minima);

  • b.

    uitvoering van de Jeugdwet: (o.a. opvoedingsondersteuning, voorzieningen en toegang jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg);

  • c.

    uitvoering van de Wmo: (o.a. mantelzorg en vrijwilligerswerk, individuele voorzieningen, toegang zorg en voorzieningen, voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld, maatschappelijke opvang);

  • d.

    schuldhulpverlening;

  • e.

    sociale cohesie van wijken en kernen: volkshuisvesting, kernenbeleid, wijkplatforms, dorpsraden, sociale netwerken en sociale veiligheid;

  • f.

    toegankelijkheid van voorzieningen en openbare ruimte.

Op grond van de participatiewet moeten de personen genoemd in artikel 7, eerste lid of hun vertegenwoordigers deelnemen in de participatieraad. Wmo en Jeugdwet geven aan dat in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers deelnemen. Vertegenwoordigers kunnen de belangen van meerdere cliëntgroepen of cliëntprofielen behartigen.

Leden en voorzitter worden benoemd of ontslagen op voordracht van de participatieraad (leden vier, vijf en zes). In het huishoudelijk reglement legt de participatieraad nader vast hoe zij de werving, selectie van leden, stemming over voordracht tot benoeming en ontslag en dergelijke regelen.

Bij voordracht voor benoeming waarborgt de participatieraad dat dit niet leidt tot strijdigheid met de verordening. Het beoogde lid mag bijvoorbeeld geen lid zijn van de raad en ook niet werkzaam zijn bij een organisatie die in Overbetuwe taken uitvoert voor de gemeente op het gebied van het sociaal domein. Ook wordt gezorgd voor een evenwichtige spreiding van de verschillende doelgroepen over de aandachtsgebieden waar de participatieraad over adviseert.

Het zevende lid geeft aan dat burgemeester en wethouders in principe de voordracht van de participatieraad volgen. Als zij vinden dat de beoogde benoeming of ontslag strijd op levert met deze verordening dan wijken zij hier gemotiveerd en schriftelijk van af.

De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen daarna weer benoemd worden voor eenzelfde periode. Iedere vier jaar krijgt het lid zodoende de gelegenheid om te overwegen of hij zijn lidmaatschap de komende vier jaar nog wil of kan vervullen. Daarnaast hebben burgemeester en wethouders dan de gelegenheid, wederom op voordracht van de participatieraad, om te overwegen of het niet strijdig is met de verordening dat het lid wederom voor een periode van vier jaar wordt benoemd.

Artikel 4 Ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning. Die strekt zich uit tot de administratieve hulp en tot de beleidsmatige advisering, in de participatieraad, bij de beraadslagingen in de werkgroepen en tijdens het horen van de achterbannen.

Artikel 5 Werkgroepen

Op grond van dit artikel kan de participatieraad werkgroepen instellen. De kosten die deze werkgroepen eventueel maken, maken onderdeel uit van de kosten van de participatieraad.

Artikel 6 Werkwijze, huishoudelijk reglement

De strekking van dit artikel is dat de participatieraad zelf zijn werkwijze bepaalt, uiteraard met inachtneming van het bepaalde in dit besluit en onverminderd de bevoegdheid van het college om terzake voorschriften te stellen. Op grond van het tweede lid stelt de participatieraad een huishoudelijk reglement vast, dat ter kennisname aan burgemeester en wethouders wordt gebracht. Het tweede lid bepaalt tevens over welke zaken ten minste iets wordt bepaald in het huishoudelijk reglement. Onverlet de aanwezigheid van een (plaatsvervangend) voorzitter en ambtelijk secretaris kent de participatieraad een dagelijks bestuur.

Artikel 7 Vergaderingen

Met de bepaling in het eerste lid dat de participatieraad vergadert zo dikwijls als zij dat nodig acht, wordt voldaan aan het vereiste van een periodiek overleg.

In lid 4 wordt aangegeven dat de participatieraad in principe openbaar vergadert. De agenda moet dan ook tijdig gepubliceerd worden, om belangstellenden in staat te stellen bij de vergadering te zijn. De participatieraad kan besluiten tot een besloten vergadering, bijvoorbeeld als er vertrouwelijke bestuursinformatie wordt behandeld. Zie daarvoor ook artikel 10.

Voor het overige behoeft dit artikel geen verdere toelichting.

Artikel 8 Recht op informatie

Burgemeester en wethouders, voorzitter en dagelijks bestuur van de participatieraad informeren elkaar frequent over de beleidsthema’s, vraagstukken en adviesvragen. In dit artikel is bepaald dat de participatieraad alle informatie ontvangt waarover het college de beschikking heeft met betrekking tot adviesvragen en de aandachtsgebieden die de participatieraad bestrijkt (zie ook artikel 4 van het besluit), zodat de participatieraad goed geïnformeerd kan adviseren.

Artikel 9 Advies

Dit artikel behoeft geen toelichting, met dien verstande dat als het burgemeester en wethouders een besluit nemen dat afwijkt van het advies van de participatieraad, zij de reden van afwijking in de motivering van het besluit moet vermelden.

Artikel 10 Geheimhouding

Het is de intentie om de participatieraad zo vroeg mogelijk in het proces bij de beleidsvorming te betrekken. Dit betekent dat er al kan worden overlegd voordat burgemeester en wethouders een formeel standpunt hebben ingenomen. Voor stukken die nog niet door burgemeester en wethouders behandeld zijn geldt in alle gevallen de geheimhouding uit dit artikel. Dit geldt ook voor de werkgroep(en).

Artikel 11 Deskundigen

Op grond van deze bepaling kan de voorzitter deskundigen en ambtenaren uitnodigen om aan de vergaderingen van de participatieraad deel te nemen, zodat de raad tot een afgewogen advies kan komen.

Artikel 12 Budget

Het budget is, behalve de kosten voor de vergoedingen voor de leden ter vrije besteding van de participatieraad. Ten laste hiervan kunnen kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten. De participatieraad legt achteraf verantwoording af over de besteding van deze middelen.

Artikel 13 Nadere regels

Op grond van dit artikel is het college bevoegd ter uitvoering van dit besluit nadere regels te stellen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Verordening participatieraad gemeente Overbetuwe 2015.pdf