Regeling vervallen per 10-07-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Overbetuwe houdende regels omtrent de rekenkamercommissie Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Overbetuwe 2018

Geldend van 11-04-2018 t/m 09-07-2023 met terugwerkende kracht vanaf 29-03-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Overbetuwe houdende regels omtrent de rekenkamercommissie Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Overbetuwe 2018

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van 15 februari 2018;

gelet op artikel(en) 81oa van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Overbetuwe 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    college : college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    commissie : rekenkamercommissie;

  • c.

    griffier : (plaatsvervangend) griffier van de raad

  • d.

    rekenkamercommissie : gemeentelijke rekenkamercommissie;

  • e.

    voorzitter : voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • f.

    wet : Gemeentewet.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De taken en bevoegdheden van de commissie zijn zoals beschreven in de artikelen 182 tot en met 185 van de Gemeentewet met in achtneming van het ter zake bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3. De rekenkamercommissie bestaat uit 5 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt 2 leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en/of uit de burgerleden van de raadsfracties en 3 externe leden.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden of burgerleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen. De leden die geen deel uitmaken van de raad worden voor een periode van zes jaar aangewezen.

  • 3. De raad benoemt de voorzitter uit de externe leden van de rekenkamer. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met het secretariaat. De rekenkamercommissie wijst één van de andere externe leden als plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden van de commissie zijn de artikelen 81g (afleggen eed of belofte) en 81 h (onverenigbare betrekkingen) Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-actiefstelling

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      als het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      als de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is om de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      als het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De raad kan de externe leden van de rekenkamercommissie ontslaan wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter respectievelijk de externe leden ontvangen een vergoeding van € 296 respectievelijk € 239 voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. De voorzitter en de externe leden ontvangen een vergoeding van € 280 per dagdeel (€ 70 per uur), dat wordt besteed aan werkzaamheden voor het doen of het begeleiden van onderzoek.

  • 3. Het in het tweede lid genoemde uurtarief wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het CBS indexcijfer voor financiële en zakelijke dienstverlening.

  • 4. Tevens worden de reiskosten en eventuele overige onkosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen bij de gemeente geldende maatstaf.

  • 5. De vergoedingen genoemd in het eerste, tweede en vierde lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De griffier wijst de ambtelijk secretaris aan in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken bij.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verspreiding van (vergader)stukken en de verslaglegging van de vergaderingen.

Artikel 8 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij stuurt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming aan de raad.

Artikel 9 Onderzoeksprogramma, verzoek raad om onderzoek

  • 1. De rekenkamercommissie stelt jaarlijks een onderzoeksprogramma vast en stuurt dit ter kennisneming aan de raad.

  • 2. De rekenkamercommissie informeert zo nodig de raad tussentijds over de voortgang van het onderzoeksprogramma.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Als de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, voert zij daarvoor goede gronden aan.

Artikel 10 Werkwijze bij de uitvoering van een onderzoek

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet. Bij de onderzoeksopzet wordt expliciet bepaald of de uitvoering van het onderzoek zal worden uitbesteed aan een externe partij dan wel dat de uitvoering van het onderzoek in eigen hand wordt gehouden. Onderdeel van de onderzoeksopzet is een planning van het aantal onderzoekuren en de te verwachten doorlooptijd van het onderzoek.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedu-rele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      onderzoekmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Hardheidsclausule

De raad kan één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het functioneren van de rekenkamercommissie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie, zoals vastgesteld bij besluit van 27 mei 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 29 maart 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Overbetuwe 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 29 maart 2018

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

drs. A.J. van den Brink MBA.

de voorzitter,

drs. A.S.F. van Asseldonk.

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1Begripsomschrijvingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Er is voor gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 Gemeentewet zijn genoemd) niet in dit artikel op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat in de verordening een eigen definitie wordt gehanteerd. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan.

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt.

Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.

Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2Rekenkamercommissie

Wanneer geen rekenkamer wordt ingesteld, worden op grond van artikel 81oa Gemeentewet regels vastgesteld voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en externe leden. De voorzitter wordt uit de externe leden gekozen. De raad bepaalt in de verordening dat de rekenkamercommissie 5 leden heeft.

Artikel 3Benoeming leden

Van de rekenkamercommissie kunnen naast externen ook raadsleden en burgerleden van de raadsfracties deel uitmaken. Uit oogpunt van onafhankelijkheid is er voor gekozen dat ook niet-raadsleden kunnen deelnemen in de rekenkamercommissie.

De externe leden worden voor een termijn van zes jaar aangewezen. Voor de overige leden van de rekenkamercommissie is de benoemingsduur gelijk aan de zitingsduur van de raad.

De raad benoemt uit de externe leden de voorzitter van de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie wijst zelf één van de andere externe leden als plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 4Eed

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit rechtstreeks voort uit artikel 81g Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5Ontslag en non-actiefstelling

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-actief te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 6Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de

rekenkamercommissie

In dit artikel is de vergoeding, die externe leden voor hun werkzaamheden voor de rekenkamercommissie ontvangen, vastgelegd. De werkzaamheden van de externe leden betreffen primair het initiëren, aansturen en verantwoorden van onderzoeken. Daarnaast kunnen in voorkomende gevallen de externe leden zelf de uitvoering van onderzoeken ter hand nemen. De afweging om de uitvoering van een onderzoek uit te besteden dan wel zelf ter hand te nemen wordt in de rekenkamercommissie zelf gemaakt.

Artikel 6.1 : De vergoeding voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie heeft voor de voorzitter ook betrekking op zijn formele adviseurschap van de gemeentelijke Auditcommissie en derhalve op het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van deze commissie. De hoogte van de vergadervergoeding houdt rekening met de gevraagde specifieke expertise van de externe leden en met de gemiddelde vergadervergoeding van externe leden in gemeenten met dezelfde inwonersklasse.

Artikel 6.2: Indien externe leden zelf de onderzoekuitvoering opnemen geldt een dagdeeltarief van € 280 (€ 70 per uur). De basis van de uitvoering in eigen beheer is de binnen de rekenkamercommissie vastgestelde onderzoeksopzet en de daarin opgenomen urenraming.

De externe leden declareren hun werkzaamheden maandelijks, waarbij het onderscheid tussen vergadervergoeding en werkzaamheden ingeval zelf bijgedragen wordt aan de uitvoering van concrete onderzoeken, aantoonbaar wordt weergegeven.

De vergoedingen voor de raads- en burgerleden van de rekenkamercommissie zien primair op het voorbereiden en bijwonen van de rekenkamercommissie en zijn rechtstreeks afgeleid van het rechtspositiebesluit Raads- en commissieleden (resp. een toelage van 5% danwel in 2018 € 79,91 per vergadering).

Artikel 7Ambtelijk secretaris

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren. In het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie. In het vierde lid is omschreven welke werkzaamheden de ambtelijk secretaris uitvoert; duidelijk is dat de ambtelijk secretaris geen onderzoek verricht.

Artikel 8Reglement van orde

Artikel 81i Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoorts geregeld.

Artikel 9Onderzoeksprogramma, verzoek om onderzoek

De rekenkamercommissie moet onafhankelijk zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderwerpen voor onderzoek kan kiezen. Jaarlijks stelt de rekenkamercommissie een onderzoeksprogramma vast, waarin de onderzoeksonderwerpen voor dat jaar zijn vastgelegd.

Zo nodig informeert de rekenkamercommissie de raad tussentijds over de voortgang van het onderzoeksprogramma.

De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen. Zij is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, Gemeentewet expliciet genoemd, waarmee aan een dergelijk verzoek van de raad een bepaald gewicht wordt toegekend. Als de rekenkamercommissie niet voldoet aan een gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.

Artikel 10Werkwijze bij de uitvoering van een onderzoek

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.

De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag er eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikel 11Budget

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid van dit artikel genoemde kosten gebracht. In formele zin is de raadsgriffier budgethouder van het budget van de rekenkamercommissie. Gelet op de onafhankelijke positie van de rekenkamercommissie ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de rechtmatige besteding van het budget bij de voorzitter van de rekenkamercommissie. De raadsgriffier toetst de ontvangen declaraties van de externe leden en van de burgerleden marginaal.

Artikel 12Hardheidsclausule

Deze bepaling maakt het mogelijk dat de raad een of meerdere artikelen van de verordening buiten toepassing kan laten of daarvan af kan wijken. In de regel wordt deze bepaling slechts toegepast in die gevallen die niet vooraf (precies) zijn voorzien bij de vaststelling van deze regeling. Voorts wordt de toepassing beperkt tot (eventuele) onbillijkheden van overwegende aard. Van dit artikel zal dan ook niet vaak en niet licht gebruik worden gemaakt.

Artikel 13Intrekking oude regeling

Dit artikel bepaalt dat de tot deze verordening bestaande Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie wordt ingetrokken.

Artikel 14Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 15Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.