Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Overbetuwe houdende regels omtrent benoemen burgemeester Verordening vertrouwenscommissie benoemingsprocedure burgemeester gemeente Overbetuwe 2018

1. De commissie bestaat uit de volgende leden:

• a.

  mevrouw J.J. van Brakel-Huijgen;

• b.

  de heer R. Eefting;

• c.

  de heer E. Elbers;

• d.

  de heer D.J.T. Janssen;

• e.

  de heer H. Krijgsman;

• f.

  de heer H.W.G.M. Vreman;

• g.

  de heer P.W. de Waard;

• h.

  de heer G.J.M. op de Weegh.

2. De heer Elbers is voorzitter van de commissie. De heer Janssen is plaatsvervangend voorzitter.

3. Het lidmaatschap van de commissie is niet overdraagbaar. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

4. Mevrouw A. Raijmakers, wnd. griffier, is secretaris van de commissie. Zij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

5. Mevrouw D. van der Kamp, beoogd griffier per 1 januari 2019, is plaatsvervangend secretaris van de commissie. Zij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

6. De heer W.H. Hol, wethouder, is adviseur van de commissie. Hij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

7. De heer M. Knaapen, gemeentesecretaris, is plaatsvervangend secretaris van de commissie. Hij is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden, onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de enveloppe en boven de ingesloten stukken, gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden, onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de enveloppe en boven de ingesloten stukken, door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

1. De commissie heeft tot taak de in overleg met de commissaris geselecteerde kandidaten voor het ambt van burgemeester te beoordelen.

2. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk een geheim verslag uit aan de raad en de commissaris. Het verslag bevat:

• a.

  een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

• b.

  een concept aanbeveling van twee personen met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

3. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire in acht.

1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten en het behandelde tijdens een vergadering is geheim.

2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of minimaal twee leden dit noodzakelijk achten.

3. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste 24 uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, behoudens de situaties waarin sprake is of dient te zijn van spoedberaad.

4. De commissie vergadert niet als geen meerderheid van het aantal leden aanwezig is, zijnde vijf van de acht stemgerechtigde leden.

5. Van de vergaderingen wordt een besluitenlijst opgesteld, die niet openbaar wordt gemaakt.

6. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure.

7. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten door een assessment ten aanzien van persoonskenmerken en bestuurstijlkenmerken.

1. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten. Een uitzondering hierop kan zijn het verkrijgen van informatie via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuurstijlkenmerken.

2. De commissie kan de in artikel 4 bedoelde kandidaten uitnodigen voor een gesprek.

3. Als de commissie ook andere kandidaten die op de voorgeschreven wijze hebben gesolliciteerd en die niet behoren tot de selectie van de commissaris, wil beoordelen, stelt zij de commissaris hiervan in kennis.

4. De commissie brengt haar in artikel 4 tweede lid genoemde bevindingen uit op basis van de gegevens die de commissaris haar verstrekt, op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, op basis van de bevindingen van de met kandidaten gevoerde gesprekken en op basis van de informatie die zij eventueel heeft verkregen via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuurstijlkenmerken, zulks na weging van een en ander.

5. De commissie kan desgewenst aan de commissaris om nadere informatie over de kandidaten verzoeken, maar wint noch mondeling, noch schriftelijk inlichtingen over de kandidaten in bij derden. Een uitzondering hierop kan zijn het verkrijgen van informatie via externe deskundige ondersteuning voor het beoordelen van kandidaten ten aanzien van persoonskenmerken en bestuurstijlkenmerken.

1. De secretaris nodigt namens de voorzitter de kandidaten schriftelijk uit voor een gesprek met de commissie. De secretaris doet dit in overleg met de commissie.

2. De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

1. De leden van de commissie, alsook de secretaris en de adviseurs van de commissie, hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect mondeling of schriftelijk ter kennis is gebracht.

2. De commissie legt in elke vergadering overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 van de Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van stukken en omtrent het verhandelde tijdens de vergadering.

3. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het eerste en tweede lid wordt voldaan. De geheimhouding geldt ook tegenover de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

4. De leden van de commissie, alsook de secretaris, en de adviseurs van de commissie verstrekken noch inzage in stukken, noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering, aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 4, tweede lid.

5. Noch de leden van de commissie, noch de secretaris en de adviseurs van de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding, waartoe het tweede lid oproept, opheffen.

6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

7. Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

1. Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 4, wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

2. In dit verslag kan een lid van de commissie van een minderheidsstandpunt blijk geven.

3. Bij het staken van de stemmen over dit uit te brengen verslag, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

4. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie opgenomen. Dit verslag wordt ter kennis van de gemeenteraad en de commissaris gebracht.

1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip als bedoeld in artikel 12, alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a. en c., van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 6 november 2018.

2. Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 9 van kracht blijft.