Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe Nadere uitvoeringsregels leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2018

Geldend van 14-12-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe Nadere uitvoeringsregels leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

overwegende dat leerlingenvervoer ondersteunend is bij het beantwoorden van de specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van een kind en dat in enkele specifieke situaties de Verordening niet voorziet, is het van belang om enkele aanvullende uitvoeringsregels vast te stellen;

gelet op artikel 22 van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2014 ;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de

Nadere uitvoeringsregels Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Ronde tafel: een schoolnabij multidisciplinair overleg met verschillende deskundigen die betrokken zijn bij de begeleiding van de leerling.

  • 2. LeJo: Lokaal Expertiseteam Jeugd Overbetuwe. Hierin worden multi-problem casussen opgepakt.

  • 3. Interventieteam: multidisciplinair team dat zich richt op de acties rondom zorgelijke meldingen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling binnen het sociale domein.

  • 4. Verordening: Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2014.

Voor het overige zijn de begrippen zoals genoemd in de Verordening in deze regeling van toepassing.

Artikel 2. Leerlingenvervoer ter ondersteuning van een crisisplaatsing van een kind op een school waar het niet ingeschreven staat.

  • 1. Voor een crisisplaatsing op een andere school kan maximaal 12 weken een voorziening leerlingenvervoer worden verstrekt in de volgende situatie.

    Een school voor regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs binnen het samenwerkingsverband heeft te maken met een plotselinge snelle escalatie rond de opvang en begeleiding van een leerling waarbij de leefbaarheid en veiligheid voor de leerling en/of groep in het geding is. De continuering van de dagelijkse schoolgang staat onder druk (time out, schorsing of dreigende verwijdering). De ernst is van zodanige aard dat de school moet besluiten dat het noodzakelijk is om deze leerling tijdelijk uit de groep te halen en te kiezen voor een andere oplossing buiten de eigen school.

    Uitgangspunt is terugplaatsing naar de school van herkomst.

  • 2. De volgende voorwaarden zijn van toepassing.

    • a.

      De ouders zijn bij de besluitvorming tot een crisisplaatsing op een andere school via een multidisciplinair overleg betrokken en hebben ingestemd met deze tijdelijke crisisplaatsing op een andere school.

    • b.

      Hiervoor verstrekken school en ouders een in het MDO vastgesteld plan van aanpak/ onderwijszorgarrangement (1Kind 1Gezin 1Plan) met daarin opgenomen de overwegingen bij de aanvraag leerlingenvervoer.

      En/of er is een noodzakelijkheidsverklaring door het samenwerkingsverband afgegeven voor het leerlingenvervoer van de leerling waarin wordt aangegeven dat de ernst zodanig van aard is dat school en samenwerkingsverband moe(s)ten besluiten dat het noodzakelijk is om deze leerling tijdelijk uit de groep te halen en te kiezen voor een oplossing buiten de eigen school.

    • c.

      Indien hiervoor aanleiding is wordt het LeJo en/of interventieteam van deze crisisplaatsing op de hoogte gesteld.

Artikel 3. Leerlingenvervoer bij crisisopvang t.g.v. de gezinssituatie

  • 1. Ouders kunnen een aanvraag voor het leerlingenvervoer indienen als de leerling feitelijk in Overbetuwe verblijft. Bij een crisis ten gevolge van de gezinssituatie, waarbij de leerling tijdelijk buiten Overbetuwe verblijft, kunnen burgemeester en wethouders een uitzondering maken op deze hoofdregel voor een periode van maximaal zes weken als het kind gedurende deze periode de oude school blijft bezoeken.

  • 2. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

    • a.

      de leerling maakt al gebruik van leerlingenvervoer;

    • b.

      het Lejo of Interventieteam is betrokken bij de betreffende casus;

    • c.

      de leerling keert na de bovengenoemde periode terug naar Overbetuwe;

Artikel 4. Leerlingenvervoer ter ondersteuning van een observatie van een kind op een school waar het niet ingeschreven staat.

  • 1. In afwijking op artikel 3 van de Verordening kunnen burgemeester en wethouders een vergoeding verstrekken voor het aangepast vervoer van de leerling naar school gedurende een observatieperiode van maximaal 16 weken.

  • 2. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

    • a.

      De ouders/verzorgers zijn bij de totstandkoming van een observatieplaatsing via een multidisciplinair overleg betrokken en hebben ingestemd met deze plaatsing.

    • b.

      Hiervoor verstrekken school en ouders een door het MDO vastgesteld plan van aanpak/onderwijszorgarrangement (1Kind, 1Gezin, 1Plan) met daarin opgenomen de overwegingen bij de aanvraag leerlingenvervoer.

    • c.

      En/of er is een noodzakelijkheidsverklaring door het samenwerkingsverband afgegeven voor het leerlingenvervoer van de leerling waarin wordt aangegeven dat de observatie niet op de huidige school kan plaatsvinden.

Artikel 5. De dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school is niet de meest passende

  • 1. Wanneer de op basis van de verordening dichtstbijzijnde speciale school volgens die school en de betrokken (onderwijs)specialisten niet de meest passende is kunnen de ouders in samenspraak met de onderwijsspecialisten van het samenwerkingsverband een aanvraag voor leerlingenvervoer naar een beter passend alternatief indienen.

  • 2. Burgemeester en wethouders betrekken bij de beoordeling van een dergelijke aanvraag voor een aangepaste voorziening leerlingenvervoer:

    • a.

      De argumenten waarom (pedagogisch/didactisch/medisch of sociaal) en de verklaring van de dichtstbijzijnde toegankelijke school waarom deze niet de meest passende speciale school voor dit kind is.

    • b.

      De betrokkenheid en instemming van de ouders bij een dergelijke aanvraag met het onderwijszorgarrangement (1Kind, 1Gezin, 1Plan) en plaatsingsvoorstel via een multidisciplinair overleg.

    • c.

      Bij de aanvraag worden overlegd:

      • -

        het in het MDO vastgesteld plan van aanpak/onderwijszorgarrangement en

      • -

        een onderbouwde verklaring van de dichtstbijzijnde toegankelijke school dat deze niet de meest passende speciale school voor deze leerling is.

Artikel 6. Situatie waarin de dichtstbijzijnde toegankelijke school vol zit.

  • 1. Indien de dichtstbijzijnde school niet toegankelijk is voor een leerling omdat de school vol is wordt een vervoersvoorziening toegekend naar de eerstvolgende dichtstbijzijnde toegankelijke school. Wanneer de dichterbij gelegen school heeft aangegeven inmiddels toegankelijk te zijn houden de ouders aanspraak op het vervoer naar deze verder weg gelegen school voor de duur van de schoolgang van de leerling wanneer wisseling van school niet in het belang is van het kind gezien de aannemelijk gemaakte noodzakelijke continuïteit van de schoolsituatie.

  • 2. Burgemeester en wethouders behouden de mogelijkheid om de vergoeding te beëindigen als de dichterbij gelegen school inmiddels toegankelijk is en indien blijkt dat de kosten naar de verder weg gelegen school extreme vormen aannemen.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na de datum van bekendmaking van deze regeling.

Artikel 8. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere uitvoeringsregels Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 4 december 2018.

de gemeentesecretaris (a.i.),

mr. M.F.H. Knaapen

de burgemeester,

drs. A.S.F. van Asseldonk