Verordening Strandpark Slijk-Ewijk

Geldend van 10-03-1988 t/m heden

Intitulé

Verordening Strandpark Slijk-Ewijk

Gemeente Valburg

Onderwerp: gedeeltelijk buiten werking stellen APV voor het gebied strandpark Slijk-Ewijk.

Nr. 11

De raad van de gemeente Valburg;

Voorgenomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 februari 1988;

Gelet op artikel 167 e.v. van de Gemeentewet;

Gelet op artikel 30 lid 3 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;

b e s l u i t :

tot het buiten werking stellen van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het gebied zoals bedoeld in de verordening “Strandpark Slijk-Ewijk”, voor zover de Algemene Plaatselijke Verordening in hetzelfde onderwerp voorziet.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 1 maart 1988

De raad voornoemd,

De secretaris, De voorzitter.

VERORDENING VAN HET RECREATIESCHAP OVER-BETUWE

Van toepassing op

Het Strandpark “Slijk-Ewijk” te Valburg

Hoofdstuk 1

Algemeen

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

1. Strandpark Slijk-Ewijk:

Het gebied, gelegen binnen de door de bolletjeslijn op de bestemmingsplankaart aangegeven grenzen van het bestemmingsplan “Strandpark Slijk-Ewijk 1983”

2. Recreatieschap:

het recreatieschap Over-Betuwe, bureauhoudende aan de Dorpsstraat 32 te Kerk-Avezaath;

3. Algemeen Bestuur:

het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Over-Betuwe;

4. Dagelijks Bestuur:

het Dagelijks Bestuur van het Recreatieschap Over-Betuwe;

5. Verordening:

de door het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Over-Betuwe vastgestelde beheersverordening voor het “Strandpark Slijk-Ewijk”;

6. Openbaar terrein:

het al dan niet met enige beperkingen- voor het publiek toegankelijke terrein binnen “Strandpark Slijk-Ewijk”;

7. Openbare weg:

onverminderd het bepaalde in de Wegenweg wordt hieronder verstaan: de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, paden, alsmede de daarin liggende bruggen en duikers met tot de wegen behorende bermen en zijkanten;

8. Openbaar water:

het al dan niet met enige beperkingen- voor het publiek toegankelijk water binnen “Strandpark Slijk-Ewijk”.

9. Vaartuig:

elk drijvend voorwerp, tot de vaart gebruikt, geschikt of bestemd alsmede een zodanig voorwerp, dat in aanbouw is, blijvend of tijdelijk de mogelijkheid en/of geschiktheid om te varen heeft verloren of blijvend of tijdelijk zijn oorspronkelijke bedstemming heeft verloren.

10. Motorvaartuig:

elk vaartuig, dat uitsluitend of mede door een mechanische kracht op of aan dat vaartuig aanwezig wordt voortbewogen of bestemd is om op een zodanige wijze te worden voortbewogen;

11. Voertuig:

alle gelede en ongelede motorvoertuigen, fietsen en andere rij- of voertuigen, met uitzondering van die, welke bestemd zijn om langs spoorstaven te worden voortbewogen en van kruiwagens, kinderwagens en dergelijke kleine voertuigen.

12. Venten:

het zoeken van kopers voor ten verkoop meegevoerde goederen en/of waren, waarbij door roepen of op andere wijze de aandacht op het meegevoerde wordt gevestigd.

13. Vliegtuigje:

een voorwerp om zich in de lucht voort te bewegen, voorzien van een voortstuwingsinrichting en niet vallende onder de bepalingen van de Luchtvaartwet;

14. Kampeermiddel:

a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;

b. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 47 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is;

een en ander voor zover de onder a. en b. bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op de kampeerplaats, waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst.

Niet als kampeermiddelen worden beschouwd vaartuigen, woonwagens in de zin van de Woonwagenwet, tenten in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of voorstellingen en voertuigen in gebruik als directiekeet.

Artikel 2

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op het gebied, gelegen binnen de door de bolletjeslijn op de bestemmingsplankaart aangegeven grenzen van het bestemmingsplan “Strandpark Slijk-Ewijk 19983”, uitgezonderd de terreinen die niet in eigendom behoren aan het recreatieschap.

  • 2.

    In het belang van de openbare orde en veiligheid is het verboden zich op openbare terreinen en op of in openbaar water te bevinden welke nog in beheer zijn van de Zand Exploitatie Maatschappij De Havikerwaard B.V. te De Steeg en als zodanig zijn aangegeven op de kaartbijlage en door middel van bebording. Van dit verbod zijn uitgezonderd zij die worden aangegduid in artikel 22 en zij die door de Zand Exploitatie Maatschappij De Havikerwaard B.V. zijn aangewezen.

Hoofdstuk 2

Openbare orde, veiligheid en andere onderwerpen de huishouding van het recreatieschap t.a.v. het strandpark Slijk-Ewijk betreffend

Artikel 3

Het is verboden om zich tussen 22.00 en zonsopgang op de openbare terreinen te bevinden behoudens op de openbare wegen.

Artikel 4

Het is verboden:

  • a.

    anders dan in daartoe geplaatste afvalbakken afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of ander verpakkingsmateriaal te werpen, neer te leggen of achter te laten;

  • b.

    vuil, dat anders dan in beperkte hoeveelheid van buiten Strandpark Slijk-Ewijk is aangevoerd, in de onder a. bedoelde afvalbakken te deponeren;

  • c.

    onverminderd het bepaalde in artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht, de Hinderwet en de Wet geluidshinder zonder ontheffing van het Dagelijks Bestuur, hinderlijk rumoer of een voor de omgeving in ernstige mate storend geluid te maken of te verwekken;

  • d.

    een vaartuig in verwaarloosde staat te laten liggen.

Artikel 5

Onverminderd het bepaalde in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet chemische afvalstoffen, de Afvalstoffenwet en de provinciale verordening inzake chemische afvalstoffen, afvalstoffen, bodembescherming, verontreiniging oppervlakte wateren hygiëne en veiligheid zweminrichtingen, is het zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur verboden, puin, mest, grond, zand, specie en soortgelijke stoffen, straat- en huisvuil, feacaliën, olie of andere vuile, verontreinigde of schadelijke stoffen te storten, te doen storten in het water of riool te laten lopen of op enige andere wijze het gebied te verontreinigen.

Artikel 6

  • 1.

    Het is zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur verboden in het openlucht vuur aan te leggen en/of te onderhouden.

  • 2.

    Het in het vorig lid aangegeven verbod geldt niet, indien dit plaatsvindt ten dienste van het barbecuen op de daarvoor ingerichte en vanwege het Dagelijks Bestuur aangewezen locaties.

Artikel 7

Het is verboden:

  • a.

    een vliegtuigje op te laten dan wel boven het gebied te laten vliegen anders dan op en boven de eventueel door het Dagelijks Bestuur daartoe aangewezen locaties;

  • b.

    een modelboot of stockcar te laten voortbewegen anders dan op eventueel door het Dagelijks Bestuur aangewezen locaties.

Artikel 8

  • 1.

    Het is zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur verboden op de openbare terreinen en het openbare water:

    • a.

      tegen betaling diensten aan te bieden of als bewaker van fietsen, bromfietsen of motorvoertuigen op te treden;

    • b.

      standplaats dan wel ligplaats in te nemen voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van voorwerpen, goederen of waren van welke aard ook;

    • c.

      met goederen of waren van welke aard ook te venten;

    • d.

      dieren of goederen te huur aan te bieden dan wel te verhuren;

    • e.

      op zichtbare dan wel hoorbare wijze met borden, doeken, voertuigen, geluidsversterkers of met andere middelen of voorwerpen reclame of propaganda te maken.

  • 2.

    De in het eerste lid, onder b, c en e aangegeven verboden gelden niet, indien het betreft opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, welke dienen tot het openbaren van gedachten of gevoelens als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet, voor zover hierbij geen gebruik worden gemaakt van geluidsversterkende apparatuur.

  • 3.

    Een vergunning voor het innemen van een standplaats of ligplaats als bedoeld in lid 1 onder b, dan wel een ventvergunning als bedoeld in lid 1, onder c kan ondermeer worden geweigerd: • in het belang van de openbare orde; • in het belang van de verkeersveiligheid; • in het belang van de zorg voor het uiterlijk aanzien van het Strandpark “Slijk-Ewijk”.

Artikel 9

  • 1.

    Het is verboden zich in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden op openbare terreinen en op of in openbaar water.

  • 2.

    Het is verboden op de openbare terreinen zwakalcoholische dranken te nuttigen en/of aangebroken flessen, blikjes of andere verpakkingen met alcoholhoudende dranken bij zich te hebben, nadat één van de in artikel 22 genoemde personen in het belang van de openbare orde en veiligheid de last heeft gegeven deze dranken van de terreinen te verwijderen.

  • 3.

    Het in het vorig lid gestelde geldt niet voor plaatsen waar de verkoop van alcoholhoudende drank is toegestaan krachtens een ontheffing verleend op grond van artikel 38, tweede lid van de Drank-en Horecaweg, of krachtens een verleende vergunning voor het venten en het drijven van handel als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

Artikel 10

  • 1.

    1.Het is verboden op de openbare terreinen:

    • a.

      als eigenaar of houder van een hond deze anders dan op de door het Dagelijks Bestuur aangewezen locaties bij zich te hebben;

    • b.

      als eigenaar verzorger of berijder van een rij- of trekdier zich daarmee op andere dan op de daartoe door het Dagelijks Bestuur aangewezen paden of terreinen te bevinden.

  • 2.

    Het in het eerste lid, onder b. aangegeven verbod geldt niet:

    • a.

      voor zover de hond als een tot jagen geoorloofd middel als bedoeld in artikel 22 van de Jachtwet moet worden beschouwd en als zodanig wordt gebruikt;

    • b.

      voor blinden en slechtzienden met een geleidehond.

Artikel 11

  • 1.

    Het is verboden op de openbare terreinen:

    • a.

      een voertuig tussen zonsondergang en zonsopgang onbeheerd achter te laten;

    • b.

      een voertuig te onderhouden, te doen of laten onderhouden, waaronder begrepen het verversen van olie, te doen of laten wassen, dan wel buiten directe noodzaak te repareren of te doen laten repareren;

    • c.

      met een motorvoertuig, een bromfiets of fiets te rijden of een motorvoertuig, bromfiets of fiets aanwezig te hebben;

    • d.

      in de openlucht een kampeermiddel te plaatsen of geplaatst te hebben voor zover dit verboden is ingevolge een verordening van de gemeente Valburg.

  • 2.

    Het in het eerste lid, onder c. aangegeven verbod geldt niet:

    • a.

      voor het rijden c.q. het aanwezig hebben van een motorvoertuig, een bromfiets of een fiets op voor het openbaar verkeer openstaande wegen, parkeerterreinen en fietspaden, waarop de krachtens de Wegen verkeerswetgeving gegeven voorschriften van kracht zijn;

    • b.

      indien het betreft krachtens de Wegen verkeerswetgeving voor invaliden ingerichte voertuigen.

Artikel 12

  • 1.

    Het is verboden zich met een motorvaartuig op of in openbaar water te bevinden, te varen of te doen varen, alsmede ligplaats te kiezen en/of in te nemen.

  • 2.

    Het in het vorig lid aangegeven verbod is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 22.

  • 3.

    Van het verbod bedoeld in het eerste lid kan door het Dagelijks Bestuur een ontheffing worden verleend.

Artikel 13

  • 1.

    Het is verboden op de openbare terreinen vaartuigen neer te leggen, te laten liggen, te water te laten of tegen de wal te trekken anders dan op de daartoe door het Dagelijks Bestuur aangewezen locaties.

  • 2.

    Van het verbod bedoeld in het vorig lid kan door het Dagelijks Bestuur een ontheffing worden verleend.

Artikel 14

Het Dagelijks Bestuur kan, onverminderd het bepaalde in de Visserijwet locaties aanwijzen waar het gedurende het gehele jaar of een gedeelte daarvan verboden is:

  • a.

    te vissen, zowel de amateur visserij als de beroeps visserij betreffende;

  • b.

    te verblijven met een vaartuig.

Artikel 15

Het is verboden in het openbaar water:

  • a.

    een vaartuig al dan niet voor het gebruik gerede toestand tussen zonsondergang en zonsopgang onbeheerd achter te laten;

  • b.

    een vaartuig te onderhouden, te doen of laten onderhouden, dan wel buiten directe noodzaak te repareren of te doen repareren;

  • c.

    ijsvlakken zonder noodzaak te beschadigen, te versperren of op andere wijze onbruikbaar of minder bruikbaar te maken.

Artikel 16

Het is zonder een vergunning van het Dagelijks Bestuur verboden in, boven of onder het openbaar water:

  • a.

    havens, aanleggelegenheden, hellingen, steigers, golfbrekers, beschoeiingen of daarmee gelijk te stellen werken te maken, te doen maken of te hebben, of masten, hijskranen of soortgelijke voorwerpen op te richten of te hebben;

  • b.

    palen (geen deel uitmakend van beschoeiingen), vlotten, skischansen, metalen draden of kabels (voorzover deze niet gebruikt worden tot het meren of slepen van vaartuigen), bruggen, getimmerten (of daarmee gelijk te stellen voorwerpen) te plaatsen of te doen plaatsen, te spannen of te hebben;

  • c.

    als rechthebbende op water de onder a. en b. vermelde en bedoelde werken of voorwerpen toe te laten.

Artikel 17

  • 1.

    Het is verboden op het openbaar water te ijszeilen.

  • 2.

    Van dit verbod kan een ontheffing worden verleend door het Dagelijks Bestuur.

Hoofdstuk 3

Straf-, en slotbepalingen

Artikel 18

  • a.

    Een krachtens deze verordening verleende vergunning en/of ontheffing is alleen geldig indien zij schriftelijk door het Dagelijks Bestuur is verleend. Aan de vergunning en/of ontheffing mogen uitsluitend voorschriften worden verbonden ter bescherming van het belang, dat de verordening beoogt te dienen.

  • b.

    Hij, die krachtens een vergunning en/of ontheffing handelt, is verplicht deze op eerste vordering van hen, die met het toezicht op en de zorg voor de naleving van de verordening zijn belast, aan hen behoorlijk ter inzage af te geven

  • c.

    Vergunningen en/of ontheffingen krachtens deze verordening verleend, worden voor een bepaalde tijd gegeven.

  • d.

    Het is de houder van een vergunning/ontheffing ingevolge deze verordening verboden te handelen in strijd met enig aan die vergunning/ontheffing verbonden voorschrift.

Artikel 19

De in deze verordening door het Dagelijks Bestuur aangewezen plaatsen en locaties zullen op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis worden gebracht.

Artikel 20

Overtredingen of niet-naleving van enige bepaling van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 21

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het op kosten van de overtreder(s) doen wegnemen, beletten, verrichten of in vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met de bepalingen van deze verordening is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen, nagelaten, beschadigd of weggenomen.

  • 2.

    Spoedeisende gevallen uitgezonderd, wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, dan nadat belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd.

  • 3.

    Indien en voorzover dit voor de uitvoering van werkzaamheden of ter handhaving van de openbare orde of veiligheid nodig is, kunnen door of vanwege het Dagelijkse Bestuur te allen tijde en desnoods zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing als bedoeld in lid 2, tenten, vaartuigen, voertuigen en andere voorwerpen worden verplaatst of versleept en loslopende dieren tijdelijk elders worden ondergebracht.

Artikel 22

  • 1.

    Met het toezicht op en de zorg voor de naleving van deze verordening zijn behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen ook belast de daartoe door het Dagelijks Bestuur aangewezen personen.

  • 2.

    De ter handhaving van deze verordening gegeven bevelen van de in het eerste lid bedoelde personen moeten worden opgevolgd.

  • 3.

    Zo dikwijls de zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten medewerken, de last verstrekt al dan niet afgesloten ruimten of plaatsen- woningen en schepen daaronder begrepen- te betreden of binnen te treden desnoods tegen de wil van de rechthebbende, zulks voorzover het woningen betreft met inachtneming van het bepaalde bij de Wet van 31 augustus 1853, stb.83.

Artikel 23

Op het tijdstip van inwerkingtreden van deze verordening bestaande vergunningen, afgegeven door het gemeentebestuur van de gemeente Valburg, blijven van kracht, totdat de tijd waarvoor zij verleend werden, verstreken is of totdat zij worden ingetrokken.

Artikel 24

Ten aanzien van water en gronden die op het tijdstip van het inwerkingtreden van deze verordening in een geldend bestemmingsplan zijn aangewezen of ten aanzien waarvan met toepassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling is verleend met het oog op het realiseren van een bestemming die in strijd is met het bepaalde in deze verordening, wordt geacht een vergunning te zijn verleend.

Artikel 25

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op een nader door het Dagelijks Bestuur te bepalen tijdstip.

  • 2.

    Voorzover deze verordening voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van de gemeente Valburg, blijft de gemeentelijke verordening buiten werking. (Besluit gemeenteraad Valburg d.d. 1 maart 1988).

Artikel 26

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Strandpark Slijk-Ewijk”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 9 december 1987

De secretaris,

De voorzitter,

A.J.N. den Hartog Jager.

C.W.H.M. Klaverdijk

verordening Strandpark Slijk-Ewijk 1988 88 03 01 besluit.pdf

verordening Strandpark Slijk-Ewijk 1988 88 03 01 tekst.pdf

verordening Strandpark Slijk-Ewijk 1988 88 03 01 kaart.pdf