Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling ambtseed provincie Overijssel 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling ambtseed provincie Overijssel 2018

(krachtens artikel 125quinquis Ambtenarenwet jo. Artikel 2.5.3 jo. Artikel 2.5.4 CAP)

  • Besluit van Gedeputeerde Staten van 5 september 2006 (MI/2006/891).

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 28 augustus 2007 (2007/0507121) met instemming an het georganiseerd overleg op 24 september 2007.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 28 november 2017

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder ambtseed (belofte): de eed of belofte bedoeld in artikel 125quinquis Ambtenarenwet jo artikel 2.5.3 CAP.

  • 2.
    • a.

      Het afleggen van de ambtseed (belofte) is verplicht voor alle ambtenaren van de provincie Overijssel, ongeacht een aanstelling voor bepaalde of onbepaalde tijd.

    • b.

      De ambtseed (belofte) is van kracht gedurende het hele verdere verloop van het dienstverband bij de provincie Overijssel. Bij overgang van de ambtenaar naar een andere eenheid wordt de eed niet opnieuw afgelegd.

    • c.

      Uitzendkrachten en interim-medewerkers zijn geen ambtenaren en worden niet beëdigd. Zij tekenen wel een geheimhoudingsverklaring.

  • 3.

    Tenzij bijzondere omstandigheden dat verhinderen, legt de ambtenaar de ambtseed (belofte) af binnen vier maanden na datum van ingang van de aanstelling. De ambtenaar ontvangt daartoe een oproep.

  • 4.

    De ambtenaar bepaalt voorafgaande aan de ambtseed (belofte) aflegging of hij

    • -

      de eed (een verwijzing naar de beleden godsdienstige overtuiging) dan wel

    • -

      de belofte aflegt.

  • Indien de ambtenaar zich verplicht acht de eed op een ander wijze af te leggen ten opzichte van het hierbij gevoegde ‘Eed en –belofteformulier provincie Overijssel’, is afwijking van de voorgeschreven vorm toegestaan.

  • 5.

    Het afleggen van de ambtseed (belofte) wordt afgelegd:

    • -

      ten overstaan van de vertegenwoordiger van het tot aanstelling bevoegde bestuursorgaan;

    • -

      in aanwezigheid van een getuige aangewezen door het tot aanstelling bevoegde bestuursorgaan.

  • 6.

    Het afleggen van de ambtseed (belofte) gebeurt als volgt:

    • -

      Alvorens de ambtseed (belofte) wordt afgelegd, wordt het tekst van de ambtseed (belofte) duidelijk en overeenkomstig het ‘Eed en –belofteformulier provincie Overijssel’ voorgelezen;

    • -

      indien de medewerker de eed aflegt gaat hij, indien mogelijk, staan onder het opsteken van de twee voorste vingers van zijn rechterhand en spreekt uit de woorden:

      “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig";

    • -

      indien de medewerker de belofte aflegt, spreekt hij uit de woorden: “Dat verklaar en beloof ik”.

  • 7.

    Als bewijs van het afleggen van de ambtseed (belofte) wordt het ‘Eed en -belofteformulier provincie Overijssel’ in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Eén exemplaar wordt aan betrokkene uitgereikt, één exemplaar wordt gevoegd in het personeelsdossier.

  • 8.

    Deze regeling wordt aangehaald als Regeling ambtseed en -belofte provincie Overijssel 2018.

  • 9.

    Deze regeling treedt, na publicatie in het provinciaal blad per 1 januari 2018 in werking, onder gelijktijdige intrekking van alle voorgaande regelingen.

Ondertekening

‘Eed en -belofteformulier provincie Overijssel’

Ik [ zweer (eed) / verklaar en beloof (belofte) ] als ambtenaar het volgende:

Ik heb voor het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets geschonken of beloofd of valse informatie verstrekt.

Ik heb van niemand giften of beloften aangenomen om iets in mijn functie te doen of te laten en ik zal dat ook nooit doen.

Ik zal trouw zijn aan de Grondwet en alle wetten nakomen.

Ik zal mijn plichten als ambtenaar naar eer en geweten vervullen en mij als een goed ambtenaar gedragen.

Ik zal zorgvuldig omgaan met informatie.

Ik zal zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zijn en niets doen dat het aanzien van de provincie

zal schaden.

“Zo waarlijk helpe mij God almachtig” (eed) / “Dat verklaar en beloof ik” (belofte)

Op [ datum ] werd ten overstaan van [ functie | naam ] door [ naam medewerker ] bovenstaande [ eed / belofte ] afgelegd ten bewijze waarvan deze verklaring is opgemaakt en ondertekend.

[ Plaats ], [ datum ]

Handtekening van degene, die de eed (belofte) heeft afgelegd;

-----------------------

[ naam medewerker ]

Handtekening van degene, ten overstaan van wie de eed (belofte) is afgelegd.

-----------------------

[ functie | naam ]