Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

Geldend van 27-09-2007 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet of een van de volgende door de raad, het college of door de burgemeester ingestelde commissies of raden:

    • 1.

      Rekenkamercommissie

    • 2.

      Vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften

    • 3.

      Bezwaarschriftencommissie inzake personele aangelegenheden

    • 4.

      Adviesraden (bijv. seniorenadviesraad, adviesraad voor sociaal beleid, sportadviesraad)

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Reisbesluit binnenland: Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt 212;

  • f.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • g.

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • h.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • i.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • j.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 6 (24.001 - 40.000 inwoners) vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6 (24.001 – 40.000 inwoners), vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6 (24.001 – 40.000 inwoners) vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

  • a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

  • b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • c. Bij gebruik van een eigen (brom)fiets: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 3 en 4 van de Reisregeling Binnenland.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed conform het Reisbesluit Binnenland respectievelijk Reisbesluit Buitenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het presidium. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

Vervallen

Artikel 9 Kinderopvang

Vervallen.

Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10a Fietsregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 3. Het raadslid dat voor toepassing van dit artikel in aanmerking wil komen, dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij het presidium van de raad.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13a Ziektekostenvoorziening

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van de premie voor een verzekering op grond van de zorgverzekeringswet als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175,00 per jaar.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt hij een tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1. De artikelen 2 tot en met 4, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 7,en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd te vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6 (24.0001 – 40.000 inwoners), vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de onkostenvergoeding verminderd indien de wethouder op grond van artikel 23 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld.

  • 3. Deze vermindering bedraagt, bij een fulltime betrekkingsomvang 9% en bij een parttime betrekkingsomvang 12% van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag.

  • 4. Bij gebruik van de privé-telefoon voor zakelijke doeleinden wordt de korting tot een bedrag van € 25,00 niet berekend. Bij een parttime dienstverband geldt dit bedrag naar evenredigheid.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

Vervallen

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

  • 1. Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.

    De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfskosten en de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bedrag, genoemd in artikel 4, onderdeel b, van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

    • 2.

      Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989

Artikel 17 Dienstauto

Vervallen

Artikel 18 Verblijfkosten

Vervallen

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed op grond van het Reisbesluit Binnenland

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer en een PDA, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer en PDA, bijbehorende apparatuur en software als bedoelt in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer en PDA, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3.

    Indien geen computer en PDA, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:

  • a.

    aanschaf van een computer of PDA, bijbehorende apparatuur en software, of

  • b.

    gebruik van een eigen computer of PDA, bijbehorende apparatuur en softwareDaarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer en PDA, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt. .

  • 4.

    Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed.

  • 5.

    De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 22 Mobiele telefoon

Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 1.

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente

  • 2.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast

  • 3.

    Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten plaats.

Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 23a Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 25 Kinderopvang

Vervallen

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. De voorzitter van een commissie, zoals genoemd in artikel 1, lid a, onder 1, 2 en 3, ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van deze commissie van € 180,00 (prijspeil 1 januari 2005).

  • 2. Een lid van een commissie, zoals genoemd in artikel 1, lid a, onder 4, niet zijnde een raadslid, ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van deze commissie van € 130,00 (prijspeil 1 januari 2005).

  • 3. De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid worden per januari van elk jaar herzien aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar vastgestelde indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen.

  • 4. Aan de voorzitter en leden van een adviesraad, zoals genoemd in artikel 1, lid a, onder 4, zal een onkostenvergoeding van € 120,00 per jaar (prijspeil 1 januari 2005) worden verstrekt voor reis-, porto- en telefoonkosten. Deze vergoeding zal in twee termijnen worden verstrekt. Voorwaarde voor het ontvangen van deze onkostenvergoeding is het bijwonen van minimaal 75% van de vergaderingen in het afgelopen half jaar, zoals vastgesteld door de voorzitter via de presentielijsten.

  • 5. In bijzondere gevallen kan het college van deze regel afwijken en toch een vergoeding toekennen van een lid dat minder dan 75% van de vergaderingen heeft bijgewoond. Een verzoek hiertoe wordt door het betreffend lid schriftelijk aan het college voorgelegd.

  • 6. Het college kan desgewenst bij de voorzitter van een adviesraad advies inwinnen over het toekennen van een vergoeding aan de leden van een adviesraad.

  • 7. Een adviesraad krijgt jaarlijks een budget van € 350,00 (prijspeil 1 januari 2005) ter bestrijding van algemene kosten zoals deskundigheidsbevordering of het ondernemen van een gezamenlijke activiteit. De vergoeding vindt plaats op declaratiebasis: niet bestede budgetten kunnen derhalve niet worden uitgekeerd aan leden.

  • 8. De vergoeding genoemd in het eerste lid worden per januari van elk jaar herzien aan de hand van het consumentenprijsindex, geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar en bekend gemaakt in de Staatscourant.

Artikel 27 Reis- en verblijfkosten

De voorzitter en leden van een commissie ontvangen een vergoeding voor gemaakte reiskosten tot ten hoogste de fiscaal onbelast uit te betalen bedragen.

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Artikel 30 Computer en internetverbinding

Vervallen

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of

Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 19, 24 en 27 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

  • 3. De wethouder dient het declaratieformulier binnen 2 maanden in bij de gemeentesecretaris of zijn vervanger, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 20 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het accorderen van de factuur op het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld.

Artikel 34 Gebruik creditcard

Vervallen

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Intrekking oude regeling

De Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 1995 en de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 2005 worden per 1 juli 2007 ingetrokken.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2007 en werkt voor wat betreft de artikel 13 a terug tot 16 maart 2006 en voor wat betreft artikel 21 terug tot 10 april 2006.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007.