Beleidsregels voor monumentale en of waardevolle houtopstand

1.

Houtopstand moet om als monumentaal aangemerkt te worden ten minste voldoen aan de onderstaande criteria:

a.de houtopstand moet minimaal 80 jaar oud zijn;

b.de houtopstand is in een redelijke tot goede conditie – geen verval te verwachten binnen 10 jaar.

2.

Houtopstand moet om als monumentaal aangemerkt te worden, naast de criteria genoemd in het eerste lid, ten minste aan één van de volgende criteria voldoen:

a.de houtopstand is beeldbepalend – de houtopstand is door zijn leeftijd en verschijning onvervangbaar voor het karakter van de omgeving en is van gemeentelijk, provinciaal of landelijk belang;

b.de houtopstand heeft een cultuurhistorische waarde – de houtopstand of zijn standplaats is belangrijk door zijn geschiedenis;

c.de houtopstand heeft dendrologische waarde – de houtopstand is van een zeldzame soort of variëteit;

d.de houtopstand heeft natuurwaarde – de houtopstand heeft betekenis doordat er zeldzame planten of dieren in leven;

e.de houtopstand is een zeldzaamheid – de houtopstand is de dikste, oudste of hoogste in de gemeente, regio of provincie;

f.de houtopstand is opgenomen is het Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting te Utrecht.

3.

Een houtopstand die als herdenkingsboom is aangewezen, wordt meteen geacht een monumentale boom te zijn in verband met de cultuurhistorische waarde hiervan.

1.

Houtopstand moet om als waardevol aangemerkt te worden ten minste voldoen aan de onderstaande criteria:

a.de houtopstand moet minimaal 60 jaar oud zijn;

b.de houtopstand is in een redelijke tot goede conditie – geen verval te verwachten binnen 10 jaar.

2.

Houtopstand moet om als waardevol aangemerkt te worden, naast de criteria genoemd in het eerste lid, ten minste aan één van de volgende criteria voldoen:

a.de houtopstand is beeldbepalend – de houtopstand is door zijn leeftijd en verschijning onvervangbaar voor het karakter van de omgeving en is van gemeentelijk, provinciaal of landelijk belang;

b.de houtopstand heeft een cultuurhistorische waarde – de houtopstand of zijn standplaats is belangrijk door zijn geschiedenis;

c.de houtopstand heeft dendrologische waarde – de houtopstand is van een zeldzame soort of variëteit;

d.de houtopstand heeft natuurwaarde – de houtopstand heeft betekenis doordat er zeldzame planten of dieren in leven;

e.de houtopstand is een zeldzaamheid – de houtopstand is de dikste, oudste of hoogste in de gemeente, regio of provincie.

1.

De lijst van waardevolle en monumentale houtopstand moet het volgende vermelden:

a.de locatie van de houtopstand;

b.de eigenaar van de houtopstand;

c.het aantal houtopstand;

d.de Nederlandse naam van de houtopstand;

e.de wetenschappelijke naam van de houtopstand;

f.categorie: Monumentaal of Waardevol;

g.kenmerk: Algemeen, Cultuurhistorisch, Dendrologisch, Natuurwaarde, Zeldzaam;

h.het plantjaar;

i.de diameter.

2.

De houtopstand die in het eerste lid genoemde lijst wordt vermeld wordt aangevuld met een foto van desbetreffende houtopstand en een kaart (1:500) met de exacte situering van desbetreffende houtopstand.

1.

De gemeente is verantwoordelijk voor de inventarisatie van de waardevolle en monumentale houtopstand.

2.

De inventarisatie vindt plaats op basis van de in deze beleidsregels en Bomenverordening gestelde criteria.

3.

De gemeente stelt op basis van de inventarisatie de lijst van waardevolle en monumentale houtopstand op.

4.

Op grond van het derde lid van dit artikel opgestelde conceptlijst wordt conform de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4) van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd.

5.

In aanvulling op het gestelde in het vierde lid van dit artikel zullen tegelijkertijd particuliere eigenaren van waardevolle en monumentale houtopstand per afzonderlijke brief in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen in te dienen.

6.

Na het afronden van de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4) van de Algemene wet bestuursrecht zal het college van burgemeester en wethouders de lijst van waardevolle en monumentale houtopstand definitief vaststellen en hiervan de particuliere eigenaren schriftelijk op de hoogte brengen.

7.

Belanghebbenden (incl. de particuliere eigenaren) kunnen tegen de vaststelling van de lijst van waardevolle en monumentale houtopstand beroep bij de rechtbank aantekenen.

8.

De lijst van waardevolle en monumentale houtopstand zal éénmaal in de vier jaar geactualiseerd en vastgesteld worden.

9.

De eigenaren (gemeente of particulieren) kunnen hun waardevolle en/of monumentale boom aanmelden bij het “Landelijk Register Monumentale bomen”, welke wordt beheerd door de Bomenstichting te Utrecht.

1.

Aan particuliere eigenaren, van houtopstanden die op de lijst van waardevolle en monumentale houtopstand staan, wordt het volgende gratis aangeboden:

·jaarlijkse inspectie van de houtopstand;

·éénmaal per twee jaar klein onderhoud.

2.

Aan particuliere eigenaren, van houtopstanden die op de lijst van waardevolle en monumentale houtopstand staan, wordt het volgende tegen betaling aangeboden:

·éénmaal in de vier jaar groot onderhoud, gelijktijdig met de gemeentelijke houtopstand.

3.

De in het eerste en tweede lid van dit artikel genoemde mogelijkheden zijn alleen mogelijk nadat de betreffende eigenaar schriftelijk toestemming heeft gegeven.

4.

Particuliere eigenaren die houtopstand bezitten die geregistreerd is in het “Landelijk Register Monumentale bomen” van de Bomenstichting te Utrecht kunnen een beroep doen op het door deze Bomenstichting beheerde Bomenfonds.

1.

De eigenaar van de op de lijst genoemde waardevolle en/of monumentale houtopstand wordt geen vergunning voor het vellen hiervan verleend, tenzij er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, een noodtoestand of andere bijzondere situatie waarbij sprake is van zwaarwegende (algemene) belangen;

2.

Een vergunning tot vellen kan pas verleend worden wanneer er wordt voldaan aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorwaarden en de belangenafweging, die op grond van de “Beleidsregels voor kapvergunningaanvragen”dient te worden gemaakt, hiertoe leidt.

De secretaris,

R.G. Beek

De burgemeester,

C.J.M. de Bruin