Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2018

1. Het marktgeld bedraagt voor het gebruiken van een standplaats als bedoeld in artikel 1, met een oppervlakte per gehele kraam van 10m² of minder:

• a.

  voor een dagplaats, per dag € 15,42

  voor elke m2 of gedeelte daarvan boven 10 m2 te vermeerderen met € 1,65

• b.

  voor een vaste standplaats, per kwartaal (exclusief afvalvoorziening en stormankers, inclusief stroomvoorziening) € 155,87

  voor elke m2 of gedeelte daarvan boven 10 m2 te vermeerderen met € 19,54

2. Een gedeelte van een m² wordt als een hele m² aangemerkt.

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:

• a.

  mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

• b.

  schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 21 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

1. De “Marktgeldverordening 2017” van 15 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktgeldverordening 2018”.