Regeling vervallen per 25-05-2022

Verordening op de raadscommissies 2018

Geldend van 01-01-2021 t/m 24-05-2022

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2018

De raad van de gemeente Papendrecht;

Gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

Gehoord de beraadslagingen ter vergadering van 07 juni 2018;

besluit:

vast te stellen de navolgende :

Verordening op de raadscommissies 2018

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of duo-raadslid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • d.

    commissiegriffier: griffier van de raad of diens vervanger.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende commissies in:

    • a.

      een raadscommissie “ Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken”

    • b.

      een raadscommissie “ Ruimte”;

    • c.

      een raadscommissie “ Samenleving” ;

    • d.

      een raadscommissie "Omgevingswet".

  • 2.

    De raadscommissie “Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken” adviseert en overlegt over de volgende (programma)velden:

    • -

      Algemene bestuurlijke en regionale zaken (in het bijzonder waar het gaat om de ontwikkelingen in de Drechtsteden en de regio Zuid-Holland Zuid)

    • -

      Financiën (en grondexploitaties)

    • -

      Overleg en afstemming met en evaluatie van de accountant

    • -

      Openbare orde en veiligheid

    • -

      Communicatie.

  • 3.

    De raadscommissie “Ruimte” adviseert en overlegt over de volgende (programma)velden:

    • -

      Ruimtelijke ontwikkeling (waaronder dorpsvernieuwing, welstandsbeleid en monumentenzorg)

    • -

      Centrumontwikkelingen

    • -

      Volkshuisvesting

    • -

      Groot onderhoud (bestratingen, riool), afvalinzameling, openbaar groen, groenvoorzieningen en openbare werken

    • -

      Verkeer en vervoer

    • -

      Milieu, energie en klimaat.

  • 4.

    De raadscommissie “Samenleving” adviseert en overlegt over de volgende (programma)velden:

    • -

      Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk

    • -

      Economie en werkgelegenheid (waaronder economische structuur)

    • -

      Onderwijs (en kinderopvang)

    • -

      Volksgezondheid

    • -

      Jongeren- en ouderenbeleid (waaronder project Centrum voor Jeugd en Gezin)

    • -

      Cultuur, sport (waaronder het project Sportcentrum), toerisme en recreatie.

  • 5.

    De raadscommissie "Omgevingswet" adviseert en overlegt over onderwerpen in het ruimtelijk en sociaal domein en inzake financiële, organisatorische en bestuurlijke aspecten die van belang zijn voor de invoering van de Omgevingswet. Dit zijn in ieder geval de volgende onderwerpen:

    • -

      Omgevingsplan (inclusief plan van aanpak)

    • -

      Participatie

    • -

      Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit

    • -

      Legesverordening

    • -

      Verordening nadeelcompensatie

    • -

      Advies- en instemmingsrecht

  • 6.

    Een onderwerp dat op meerdere raadscommissies betrekking heeft wordt behandeld in de raadscommissie, die het onderwerp het meest aangaat

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • -

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde, vierde of vijfde lid, genoemde onderwerpen;

  • -

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • -

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde, vierde of vijfde lid, genoemde onderwerpen.

  • -

    De commissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken kan uit haar midden een ad hoc werkgroep instellen om haar te adviseren over algemene financiële zaken en over werkzaamheden van de accountant.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit twee raadsleden per fractie, tenzij een fractie heeft aangegeven één lid aan te wijzen. Fracties bestaande uit zeven of meer raadsleden kunnen een derde raadslid aanwijzen als lid in een raadscommissie.

  • 2.

    Op voordracht van de fracties is het daarnaast mogelijk dat er in totaal twee duo-raadsleden door de fracties worden voorgedragen om te worden benoemd in de raadscommissie;

  • 3.

    Alle leden van de raadscommissies (raadslid en duo-raadslid) worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 4.

    In de raadscommissie Algemene Bestuurlijke en Financiële Zaken (ABZ) hebben in ieder geval als eerstgenoemde raadsleden de fractievoorzitters zitting.

  • 5.

    Tijdens de commissievergaderingen nemen per fractie twee leden deel aan de vergadering en bij fracties bestaande uit zeven raadsleden of meer drie leden. Per agendapunt voert in principe een lid het woord.

  • 6.

    In uitzondering op lid 1, lid 2, lid 3 en lid 5 kent de commissie Omgevingswet geen vaste leden. De afvaardiging kan wisselen afhankelijk van het onderwerp van de vergadering. Per vergadering bestaat de afvaardiging uit twee raads- of duo-raadsleden per fractie en drie raads- of duo-raadsleden voor fracties met zeven raadsleden of meer. Alle afgevaardigden kunnen het woord voeren."

Artikel 5 Duo-raadsleden

  • 1.

    Op voordracht van een fractie kan de raad als lid in de raadscommissies ook benoemen een niet-raadslid, hierna te noemen een “duo-raadslid”.

  • 2.

    Tot duo-raadslid kan alleen worden benoemd degene, die voorkomt op de kandidatenlijst van de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen.

  • 3.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op duo-raadsleden.

  • 4.

    Het duo-raadslid treedt op als permanent lid in één of meerdere raadscommissies.

  • 5.

    Een duo-raadslid kan niet lid zijn van een groter aantal raadscommissies dan een raadslid uit zijn fractie.

  • 6.

    Het duo-raadslid heeft in de raadscommissies stemrecht.

  • 7.

    De in de raadscommissies benoemde raadsleden of duo-raadsleden kunnen elkaar over en weer bij verhindering of ontstentenis vervangen.

  • 8.

    De raad kan een duo-raadslid op eigen verzoek of op verzoek van zijn fractie ontslag verlenen als lid of plaatsvervangend lid van één of meerdere raadscommissies.

  • 9.

    Duo-raadsleden kunnen tevens worden ontslagen als lid of plaatsvervangend lid van één of meerdere raadscommissies, indien de raad het vertrouwen in hen heeft opgezegd.

  • 10.

    Een duo-raadslid verliest het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap van één of meerdere raadscommissies indien de fractie zijn kandidatuur intrekt.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd;

  • 2.

    De (plaatsvervangend) voorzitter is geen lid van de raadscommissie;

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 7 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van de leden, de voorzitters en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien hij/zij niet meer voldoet aan de daarvoor gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitters kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4, 5 en 6.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 8 Commissiegriffier

  • 1.

    De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een commissiegriffier.

  • 2.

    De commissiegriffier is in iedere vergadering van elke raadscommissie aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de voorzitter van de raad aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 3: Aanwezigheid collegeleden, burgemeester en gemeentesecretaris

Artikel 9 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4.

    De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 10 Gemeentesecretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 4: Vergaderingen

Artikel 11 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies plaats in de week, die 12 kalenderdagen vooraf gaat aan een raadsvergadering.

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissies vangen in de regel aan om 20.00 uur en vinden plaats in het raadhuis.

  • 3.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

Artikel 12 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien kalenderdagen voor een vergadering de leden een digitale of schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 13 De agenda

  • 1.

    Voordat de oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 6.

    De burgemeester heeft de bevoegdheid om zelfstandig onderwerpen te agenderen voor de agenda van een raadscommissie, die verband houden met de uitoefening van zijn wettelijke taken.

Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproepvoor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 15. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het raadhuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de commissiegriffier en verleent de commissiegriffier een lid inzage.

Artikel 15 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de oproep door aankondiging op de pagina “gemeentenieuws” van een huis-aan-huis blad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal in de raadscommissie zitting hebbende fracties aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal zitting hebbende fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na de oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere onderwerpen alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 10 minuten voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      een onderwerp dat niet is geagendeerd.

  • 3.

    Elke spreker krijgt bij het betreffende agendapunt voorafgaande aan de eerste spreektermijn van de commissieleden maximaal vijf minuten het woord. Voorafgaande aan de tweede spreektermijn van de commissieleden krijgt elke spreker maximaal drie minuten het woord.

  • 4.

    Alle aangemelde insprekers kunnen per vergadering gezamenlijk gedurende maximaal vijftig minuten het woord voeren.

  • 5.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6.

    De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zeven sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 7.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

Artikel 18 Notulen: besluitenlijst en geluidsopname

  • 1.

    De notulen worden opgesteld in de vorm van een besluitenlijst, een overzicht van de uitgesproken adviezen van de voorgaande vergadering en dit overzicht wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Dit ontwerp – overzicht van adviezen wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, het overzicht van adviezen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het overzicht van adviezen aan de raadscommissie te doen, indien het overzicht van adviezen onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van de overzichten van adviezen bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4.

    Het overzicht van adviezen moet inhouden:

    • a.

      de namen van de ter vergadering aanwezige voorzitter, leden, commissiegriffier, burgemeester, wethouders, en gemeentesecretaris, allen voor zover aanwezig en deel uitmakend van de verhandelingen, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben; afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren.

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden en de naam van de fractie die mededeling hebben gedaan van hun goed - of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden en de naam van de fractie die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    De vergaderingen worden vastgelegd op een cd-rom. De cd-rom wordt bewaard gedurende twee jaren na de vergaderdatum. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat een integrale geluidsopname wordt opgenomen en te beluisteren is op de gemeentelijke website.

  • 6.

    Het overzicht van adviezen wordt opgesteld onder de zorg van de commissiegriffier.

  • 7.

    Het vastgestelde overzicht van adviezen wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 19 Spreekregels

  • 1.

    Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris spreken vanaf hun plaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 20 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid, de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2.

    De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 21 Aantal spreektermijnen en woordvoering

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    De woordvoering in de raadscommissie namens een fractie zal per agendapunt c.q. onderwerp of voorstel beperkt zijn tot één lid en een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over het betreffende agendapunt c.q. onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aan de orde zijnde onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5: Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 29 Notulen

  • 1.

    De notulen van een besloten vergadering worden niet toegezonden, maar liggen uitsluitend voor de leden vertrouwelijk ter inzage bij de commissiegriffier.

  • 2.

    Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 30 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6: Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed - of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te (laten) verwijderen. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 33 Geluid - en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid - dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons

  • 1.

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor het gebruik (overeenkomstig het geldende gebruikersprotocol) ter vergadering van de aan de (duo)raadsleden door de gemeente in bruikleen verstrekte tablets/iPads, tenzij dit naar het oordeel van de voorzitter inbreuk maakt op de orde van de vergadering.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag nadat deze is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de “Verordening op de raadscommissies 2015 “, vastgesteld bij raadsbesluit van 09 juli 2015, nummer 023c/2015, alsook alle evt. nadien op deze verordening in werking getreden wijzigingen.

Ondertekening