Regeling vervallen per 31-12-2020

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN EENMALIGE RIOOLAANSLUITRECHT 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 30-12-2020

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN EENMALIGE RIOOLAANSLUITRECHT 2020

De raad van de gemeente Papendrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EENMALIGE RIOOLAANLSLUITRECHT 2020"

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder gemeentelijk riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

  • b.

    onder eigendom wordt verstaan een roerende of onroerende zaak;

  • c.

    onder aansluiting van een eigendom verstaan het leggen door de gemeente van een buisleiding van het in de openbare weg aanwezige afvoerstelsel tot maximaal 0,50 meter in het eigendom waarvoor de aansluiting plaatsvindt, om voor dat eigendom een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken;

  • d.

    onder tijdelijke aansluiting verstaan een aansluiting zoals bedoeld onder c. van dit artikel die wordt aangelegd voor een periode van maximaal 3 jaar.

  • e.

    onder dienstverlening verstaan het uitvoeren van de werkzaamheden als bedoeld onder c.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam eenmalig rioolaansluitrecht wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het tot stand brengen van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt bij een aansluiting op de gemeentelijke riolering zonder bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 669,00 per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 47,00 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.

  • 2.

    Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt bij een aansluiting op de gemeentelijke riolering met bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 878,00 per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 89,00 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.

  • 3.

    Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt bij een tijdelijke aansluiting op de gemeentelijke riolering zonder bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 855,00 per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 64,00 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.

  • 4.

    Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt bij een tijdelijke aansluiting op de gemeentelijke riolering met bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 1.302,00 per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 152,00 per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.

  • 5.

    Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt bij een (tijdelijke) aansluiting op de gemeentelijke riolering met een leidingdiameter boven 160 mm het voorafgaand aan de dienstverlening aan de belastingplichtige meegedeelde bedrag, dat blijkt uit een begroting die der zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 6.

    Als de begroting bedoeld in het vijfde lid is uitgebracht, vangt de dienstverlening aan op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de belastingplichtige ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2019” van 13 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking;

  • 3.

    De ingangsdatum van de heffing is 1 januari 2020;

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2020'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2019,

de griffier, de voorzitter

C.G.M. Bus A.J. Moerkerke