Subsidieregeling voorschoolse educatie- en peuteraanbod gemeente Papendrecht 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling voorschoolse educatie- en peuteraanbod gemeente Papendrecht 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht;

Gelet op de Wet Kinderopvang, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, de Wet op het primair onderwijs, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerken, de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang en de Algemene subsidieverordening gemeente Papendrecht 2013;

Overwegende dat het voor de subsidieverlening aan een aanbieder van peuteropvang en voorschoolse educatie (ve) binnen de peuteropvang noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen;

Besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    ASV: algemene subsidieverordening gemeente Papendrecht 2013

  • 2.

    Besluit: het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie

  • 3.

    College: het college van burgemeester en wethouders

  • 4.

    fiscaal uurtarief: maximaal uurtarief dat de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten voor kinderopvang (peuteropvang).

  • 5.

    houder/aanbieder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindcentrum exploiteert;

  • 6.

    inkomensverklaring: de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI), een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

  • 7.

    kindcentrum: kindcentrum, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet, dat gevestigd is in de gemeente Papendrecht en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • 8.

    kinderopvangtoeslag (KOT): de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang of peuteropvang;

  • 9.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • 10.

    locatie: voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met een geregistreerde voorziening in de gemeente Papendrecht;

  • 11.

    normtarief: het uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie;

  • 12.

    ouder/verzorger: de bloed- of aanverwanten in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder of verzorger van een kind dat opgevangen wordt op een ve- of reguliere subsidie peuterplaats;

  • 13.

    ouderbijdrage: inkomensafhankelijke financiële bijdrage die de ouder(s)/verzorger(s) moeten betalen voor de deelname van hun kind aan een peuterplaats;

  • 14.

    ve-peuter: een peuter in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar, woonachtig in de gemeente Papendrecht met een risico op (taal)achterstand, waarvoor het consultatiebureau een ve-indicatie heeft afgegeven en die in aanmerking komt voor een ve-peuterplaats;

  • 15.

    peuteropvang: kortdurende opvang voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

  • 16.

    peuterplaats: een plek voor een ve- of reguliere subsidiepeuter op een locatie;

  • 17.

    reguliere subsidie peuter: in Papendrecht woonachtige peuter van 2 jaar en drie maanden tot 4 jaar van niet werkende ouders, studerende ouders, personen die een re-integratietraject volgen of éénverdienende ouders en die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • 18.

    verzamelinkomen: door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box1, box2 en box3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;

  • 19.

    uurtarief: het door de aanbieder vastgestelde uurtarief voor reguliere peuteropvang;

  • 20.

    ve: voorschoolse educatie, zijnde kortdurende opvang met een aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal en motoriek en op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • 21.

    ve-locatie: een locatie van een kindcentrum die ve aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie en als ve-gecertificeerde locatie is opgenomen in het Landelijke Register Kinderopvang;

  • 22.

    wet: Wet Kinderopvang.

Artikel 2 Doel regeling

Het doel van deze regeling is het door subsidiëring bieden van een duurzaam, kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie in de gemeente Papendrecht zodat er gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar in de gemeente zijn.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt verleend aan een kindcentrum dat peuteropvang of ve aanbiedt in gemeente Papendrecht:

  • a.

    waar ve wordt geboden aan een ve-peuter, waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

  • b.

    waar ve wordt geboden aan een ve-peuter; waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor KOT;

  • c.

    waar peuteropvang wordt geboden aan een reguliere subsidiepeuter;

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van artikel 3 lid 1 sub a en b dient het kindcentrum vanaf 1 augustus 2020 tenminste en maximaal 640 uur ve per jaar per kind aan te bieden; per week moet het aanbod over ten minste 3 dagen zijn verdeeld.

  • 3.

    Voor subsidieverlening op grond van lid 1 sub c dient het kindcentrum peuteropvang aan te bieden, verdeeld over ten minste 2 dagen per week, tot een maximum van 320 uur op jaarbasis.

Artikel 4 Hoogte subsidiebedrag

  • 1.

    Het college subsidieert per uur per gecontracteerde peuterplaats. Voor de in artikel 3 lid 1 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:

  • a.

    voor de in artikel 3 lid 1 sub a en b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplaats per jaar: uren per week * aantal weken * normtarief minus de geldende, berekende inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform artikel 5 lid 3;

  • b.

    voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplaats per jaar: uren per week * aantal weken * het fiscaal uurtarief minus een inkomensafhankelijke ouderbijdrage volgens de tabel Kinderopvangtoeslag van het Rijk tot aan fiscaal maximum;

  • 2.

    Het normtarief voor ve dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen (inclusief de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker /coach ve), de uitvoering van ve-activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor overdracht, signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering en huisvesting.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks de normtarieven vast. Het college behoudt zich het recht om bij de vaststelling van de subsidiebedragen af te wijken van het door het Rijk opgegeven fiscaal uurtarief.

  • 4.

    Het normtarief voor ve is voor 2021 vastgesteld op € 11 per uur.

Artikel 5 Ouderbijdrage

  • 1.

    Ouders betalen voor een (ve-)peuterplaats een inkomensafhankelijke bijdrage:

  • a.

    voor de in artikel 3 lid 1 sub a genoemde doelgroep is de ouderbijdrage gelijk aan het fiscaal maximum. Via de Belastingdienst ontvangen zij een inkomensafhankelijke teruggaaf per uur;

  • b.

    voor de in artikel 3 lid 1 sub b genoemde doelgroep geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot aan fiscaal maximum volgens op basis van de tabel Kinderopvangtoeslag van het Rijk;

  • c.

    voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde doelgroep geldt dat zij een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder betalen tot aan fiscaal maximum volgens de tabel Kinderopvangtoeslag van het Rijk plus het eventuele verschil tussen fiscaal maximum en het uurtarief;

  • 2.

    Voor de in artikel 3 lid 1 sub a en b genoemde doelgroepen geldt de ouderbijdragebepaling conform artikel 5 lid 1 enkel voor de eerste 50% van de ve-uren per maand. De tweede 50% van de ve-uren per maand zijn voor deze doelgroepen gratis.

  • 3.

    De hoogte van de in artikel 5 lid 1 genoemde inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot aan fiscaal maximum wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar en volgens de Kinderopvangtoeslagtabel van het Rijk. Ten behoeve van de vaststelling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vragen de ouders een inkomensverklaring aan bij de Belastingdienst en leveren deze in bij de houder zodat deze kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 4.

    Als het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het vermelde in de meest recente Inkomensverklaring(en), dien(t)(en) deze verklaring(en) aangevuld te worden met documenten waaruit het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten moet blijken dat de inkomenswijziging structureel is en in ieder geval geldt voor de eerste maand van plaatsing op een peuterplek.

Artikel 6 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Op deze regeling is de ASV van toepassing. Dit betekent dat de aanvraagprocedure van de ASV wordt gevolgd tenzij hieronder anders is bepaald.

  • 2.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd voor peuters die woonachtig zijn in de gemeente Papendrecht.

  • 3.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de houder van een kindcentrum dat is gevestigd in gemeente Papendrecht en dat is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 4.

    Subsidie voor ve kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kindcentrum dat is gevestigd in gemeente Papendrecht en dat gecertificeerd is voor ve en als zodanig is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 5.

    De subsidie wordt per kwartaal aangevraagd. Dit gebeurt aan de hand van 4 peildata (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober). De aanvraag gebeurt volgens een door de gemeente aangeleverd format. In kwantitatieve zin gebeurt dit op basis van daadwerkelijke aantallen peuters en daadwerkelijk contracteerde uren op basis van de genoemde peildatum. Hierbij is het aantal maximaal te subsidiëren uren vastgelegd in artikel 3 lid 2 en 3.

  • 6.

    De aanvraag wordt per kwartaal aangevraagd, z.s.m. na de peildatum.

  • 7.

    Het college neemt z.s.m. na de aanvraag per kwartaal (uiterlijk binnen 4 weken) een besluit over de subsidieaanvraag.

Artikel 7 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Op deze regeling is de ASV van toepassing. Dit betekent dat de vaststellingsprocedure van de ASV wordt gevolgd tenzij hieronder anders is bepaald.

  • 2.

    De verantwoording vindt na afloop van het kalenderjaar, voor 1 mei plaats. Hiertoe levert de aanbieder gegevens aan over het werkelijke aantal afgenomen peuterplaatsen (daaronder wordt verstaan het aantal gecontracteerde uren per werkelijk bezette peuterplaats (regulier en ve)), het werkelijk gehanteerde normtarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen. Dit gebeurt volgens een door de gemeente aangeleverd format.

  • 3.

    Indien de subsidie lager wordt vastgesteld dan het verleende subsidiebedrag, zal op basis van het verleende subsidiebedrag met de subsidieontvanger worden afgerekend en vindt indien van toepassing na vaststelling een terugvordering plaats of vooraf aan vaststelling een verrekening plaats.

  • 4.

    Indien bij de afrekening blijkt dat de te ontvangen subsidie hoger moet zijn dan het toegekende subsidiebedrag dient een verzoek tot wijziging van de beschikking tot verlening van de subsidie te worden ingediend.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9 van de ASV kan het college weigeren subsidie te verlenen indien door de toezichthouder één of meer overtredingen zijn geconstateerd van de belangrijkste voorwaarden voor de wettelijke basiskwaliteit van kindercentra en van voorschoolse educatie

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 10-14 van de ASV zijn aan de subsidie bedoeld in artikel 3 de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    De subsidieontvanger voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindcentra, gesteld bij of krachtens de wet, waaronder de aanvullingen in de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang.

  • b.

    De subsidieontvanger voldoet voor subsidie als bedoeld in artikel 3 lid a en b aan de eisen zoals gesteld in het Besluit.

  • 2.

    In aanvulling op de wettelijke verplichtingen als genoemd in het eerste lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van peuteropvang de volgende lokale verplichtingen verbonden:

  • a.

    De subsidieontvanger levert per kwartaal gegevens aan over de bezette peuterplaatsen in het kindcentrum.

  • 3.

    In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in het eerste lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van ve de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    Subsidieontvanger werkt voor ve-kinderen mee aan warme overdracht naar de basisschool;

  • b.

    Subsidieontvanger stimuleert maximale deelname aan ve;

  • c.

    De groepen op de ve-locaties zijn zo veel mogelijk samengesteld uit ve- en reguliere subsidiepeuters;

  • d.

    Subsidieontvanger is actief deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen, waaronder de werkgroep vve en de LEA;

  • e.

    Subsidieontvanger werkt mee aan de resultaatafspraken ve en levert gegevens aan voor de monitoring en evaluatie;

  • f.

    De subsidieontvanger levert per kwartaal gegevens aan over de bezette peuterplaatsen in het kindcentrum.

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college is bevoegd af te wijken van deze subsidieregeling.

  • 2.

    Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als 'Subsidieregeling voorschoolse educatie- en peuteraanbod gemeente Papendrecht 2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht van 8 december 2020.

de voorzitter de secretaris,

A.J. Moerkerke J.M. Ansems