Mandaatbesluit 2020 Geo-basisregistraties BAG, BGT en BRO

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit 2020 Geo-basisregistraties BAG, BGT en BRO

Burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht;

Overwegende:

  • dat zij het raadzaam achten de functietitulatuur aan te passen aan die welke in de praktijk sindsdien is gegroeid en die in dit mandaatbesluit ook aan te passen;

  • dat het daarnaast wenselijk is om in dit mandaatbesluit vast te leggen, dat het voor de uitvoering van de in dit mandaatbesluit genoemde artikelen door het gemandateerde teamleider van het team Beheer, in verband met detaillering en omvang, het dagelijks toezicht op die uitvoering zal verlopen via de aan zijn team verbonden senior beleidsmedewerker beheer en geo-informatie;

Gelet op:

  • artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 10:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 10:9 en 10.12 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Verordening naamgeving en nummering Papendrecht;

  • het bepaalde in de Wet BAG (basisregistratie adressen en gebouwen), de Wet BGT (basisregistratie grootschalige topografie) en de Wet BRO (basisregistratie ondergrond).

Besluiten:

Artikel 1 – Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht;

  • Geo-basisregistraties: de basisregistraties BAG, BGT, BRO

  • Wet BAG: de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • Wet BGT: de Wet basisregistratie grootschalige topografie;

  • Wet BRO; de Wet basisregistratie ondergrond.

Artikel 2 – Reikwijdte Mandaatbesluit

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht en machtiging.

Artikel 3 - Ambtenaren belast met de regie en het beheer van de Geo basisregistraties

  • 1.

    Als regisseur (bronhouder) van de Geo-basisregistraties de teamleider van het team Beheer aan te wijzen.

  • 2.

    Als plaatsvervangend regisseur (bronhouder) van de Geo-basisregistraties aan te wijzen de senior beleidsmedewerker beheer en geo-informatie van het team Beheer.

  • 3.

    Als beheerders van de Geo-basisregistratie aan te wijzen de medewerkers gegevensbeheer van het team Beheer; en voorts te bepalen, dat de medewerkers gegevensbeheer elkaar over en weer zullen vervangen.

Artikel 4 – Bevoegdheden BAG

  • 1.

    De regisseur van de Geo-basisregistraties mandaat te verlenen en onder-mandaat te verlenen aan de beheerders om de navolgende taken en bevoegdheden in het kader van de wet BAG, namens burgemeester en wethouders uit te voeren:

  • a.

    het opstellen van ambtelijke verklaringen;

  • b.

    het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet BAG;

  • c.

    het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers;

  • d.

    het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet BAG, inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet BAG aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister;

  • e.

    het ingevolge artikel 9 van de Wet BAG verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

  • f.

    het, ingevolge artikel 14 van de Wet BAG, zorgdragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk gebouwenregistratie;

  • g.

    het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de artikelen 14 en 15 van de Wet BAG;

  • h.

    het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet BAG, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet BAG;

  • i.

    het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening BAG zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet BAG;

  • j.

    het op verzoek van een ieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet BAG;

  • k.

    het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet BAG, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen, alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Ambtenaren belast met vaststelling definitieve BAG geometrie

    • a.

      Als ambtenaar aangewezen voor de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet BAG aan te wijzen de teamleider van het team Beheer;

    • b.

      onder zijn verantwoordelijkheid (onder-mandaat) de senior beleidsmedewerker beheer en geo-informatie of diens vervanger, de medewerker gegevensbeheer van het team Beheer, met de feitelijke definitieve vaststelling van de geometrie te belasten.

  • 3.

    Ambtenaren bevoegd tot het maken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet BAG

    • a.

      Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistratie en adressen, aan te wijzen:

  • de directeur Gemeentebelastingen Drechtsteden;

  • de teamleiders van de teams Beheer en Ruimtelijke Ontwikkeling;

  • onder verantwoordelijkheid van deze teamleiders:

  • de ambtenaren belast met bouwtoezicht;

  • de ambtenaren belast met het inwinnen van de geometrie van BAG objecten;

    • b.

      Te bepalen, dat deze functionarissen elkaar zo nodig over en weer zullen vervangen.

  • 4.

    Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringstrekkende tot signalering van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die in een ander krachtens de wet BAG aangewezen brondocumenten zijn opgenomen

    • a.

      Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot signalering van wijzigingen enz., aan te wijzen:

  • de teamleider van het team Beheer;

  • de onder Artikel 1, lid 3 en 4 genoemde beheerders, die elkaar over en weer zullen vervangen;

  • de directeur Gemeentebelastingen Drechtsteden;

  • de ambtenaren belast met het bouwtoezicht.

  • 5.

    Nummergeving in de openbare ruimte

    • a.

      Mandaat te verlenen aan de teamleider van het team Beheer of diens vervanger en onder zijn verantwoordelijkheid de onder-mandaat voor de feitelijke uitvoering te verlenen aan de:

  • de senior beleidsmedewerker beheer en geo-informatie of diens vervanger, de medewerkers gegevensbeheer van het team Beheer, om de nummers toe te kennen aan de BAG-objecten in de openbare ruimte;

Te bepalen, dat daarbij de regels dienen te worden gevolgd als vastgelegd in de actuele Nederlandse Norm NEN 1773 (Huisnummers, Wijze van nummeren en plaats).

Artikel 5 – Bevoegdheden BGT

  • 1.

    De regisseur van de Geo-basisregistraties mandaat te verlenen en onder-mandaat te verlenen aan de beheerders om de navolgende taken en bevoegdheden in het kader van de wet BGT, namens burgemeester en wethouders uit te voeren:

    • a.

      het ingevolge artikel 11 van de Wet BGT zorgdragen voor het bijhouden van de geografische gegevens in de BGT door het langs elektronische weg leveren van de gegevens, bedoeld in de artikelen 7, tweede en derde lid, en 8 van die wet, aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, in overeenstemming met de systeembeschrijving als bedoeld in de artikelen 15, tweede lid en 20 van die wet;

    • b.

      het ingevolge artikel 12 van de Wet BGT zorgdragen voor afstemming met andere in die wetgenoemde bronhouders over de begrenzing en de onderlinge aansluiting van de geografische objecten, voor zover dat nodig is om overlap van die objecten te voorkomen en om een landsdekkend topografisch bestand te waarborgen;

    • c.

      het ingevolge artikel 13 van de Wet BGT voldoen aan de kwaliteitseisen, gesteld in de catalogus als bedoeld in artikel 4 van die wet, bij het leveren van een geografisch gegeven als bedoeld in artikel 11 van die wet;

    • d.

      het ingevolge artikel 14 van de Wet BGT ervoor zorgdragen dat een in de BGT weergegeven geografisch object in overeenstemming is met de fysieke werkelijkheid, binnen de regels ten aanzien van actualiteit die daarover in de catalogus, bedoeld in artikel 4 van die wet worden gesteld;

    • e.

      het ingevolge de artikelen 27 en 28 van de Wet BGT na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van die wet, in onderzoek zetten van een geografisch object waarop de melding betrekking heeft, het betreffende authentiek gegeven onderzoeken en zo spoedig mogelijk beslissen over de wijziging dan wel opneming van dat gegeven en het na opneming van het authentiek gegeven onverwijld leveren hiervan en het bericht dat het geografisch object waarop het authentiek gegeven betrekking heeft niet langer in onderzoek is aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers;

    • f.

      het ingevolge artikel 30 van de Wet BGT jaarlijks verrichten van een onderzoek naar de uitvoering van de voor burgemeester en wethouders krachtens die wet geldende verplichtingen en het zenden van een afschrift van de resultaten van dit onderzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vanaf het moment dat artikel 30 van de Wet BGT in werking is getreden.

Artikel 6 – Bevoegdheden BRO

  • 1.

    De regisseur van de Geo-basisregistraties mandaat te verlenen en onder-mandaat te verlenen aan de beheerders om de navolgende taken en bevoegdheden in het kader van de wet BRO, namens burgemeester en wethouders uit te voeren:

  • a.

    het ingevolge artikel 9, eerste en derde lid, van de Wet BRO aanleveren van een brondocument met betrekking tot de ondergrond van Nederland of het continentaal plat aan de minister;

  • b.

    het ingevolge artikel 12, tweede lid, van de Wet BRO opnieuw aanleveren van een brondocument aan de minister als op grond van artikel 12, eerste lid, van de Wet BRO een brondocument is teruggezonden;

  • c.

    het ingevolge artikel 27, eerste lid, van de Wet BRO gebruiken van een authentiek gegeven die in de registratie ondergrond is opgenomen;

  • d.

    het ingevolge artikel 27, tweede lid, van de Wet BRO gebruiken van een andere gegeven dan een authentiek gegeven;

  • e.

    het ingevolge artikel 29 van de Wet BRO vragen om verstrekking van een authentiek gegeven die in de registratie ondergrond is opgenomen;

  • f.

    het ingevolgd artikel 30, eerste lid, van de Wet BRO onder opgave van redenen melden aan de minister van gerede twijfel over de juistheid van een in de registratie ondergrond opgenomen authentiek gegeven over een verkenning, gebruiksrecht of constructie of het ontbreken van een dergelijk gegeven in de registratie ondergrond;

  • g.

    het ingevolge artikel 30, tweede lid, van de Wet BRO onder opgave van redenen melden aan de minister van gerede twijfel over de schematische weergave van de ondergrond op een bepaalde plaats binnen en in de registratie ondergrond opgenomen authentiek model of over en authentiek gegeven over dat model;

  • h.

    het ingevolge artikel 30, tweede lid, van de Wet BRO aan de minister doen van een verzoek om het authentiek model tussentijds te actualiseren;

  • i.

    het, voor zover dat ingevolge artikel 33, tweede lid, van de Wet BRO noodzakelijk is, onderzoeken van het authentiek gegeven en het zo spoedig mogelijk verstrekken van de resultaten van het onderzoek aan de minister, zoals bedoeld in artikel 33, derde lid, van de Wet;

  • j.

    het aan de minister ter inschrijving aanbieden van een krachtens artikel 9, eerste lid, aangewezen brondocument dat dateert van vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de hoofdstukken 2 en 3 van de Wet BRO en de grondslag vormt voor een op dat tijdstip actueel gegeven over een verkenning, gebruiksrecht of constructie dat vóór dat tijdstip niet was opgenomen in de informatiesystemen, zoals bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Wet BRO, uiterlijk tot vijf jaar na genoemd tijdstip.

N.B. De beoordeling naar inhoud en voortgang van de uitvoering door de beheerders van bovengenoemde (sub)mandaten wordt belegd bij de senior beleidsmedewerker beheer en geo-informatie van het team B eheer. Deze laatste functionaris rapporteert hierover in ieder geval elk jaar aan college en gemeenteraad (ENSIA verantwoording) en zo nodig in bijzondere gevallen tussentijds aan de teamleider van het team Beheer.

Artikel 7 - Overige bepalingen

De Algemene mandaatbesluit is van toepassing.

Artikel 8 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1-1-2021.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit 2020 Geo-basisregistraties BAG, BGT en BRO Papendrecht.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit wordt Mandaatbesluit uitvoering Wet bag van 22 juni 2010 ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 december 2020.

Ondertekening

de secretaris, de burgemeester,

J.M. Ansems A.J. Moerkerke