Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas

Geldend van 30-03-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in artikel 2 lid 4 sub d en artikel 3, lid 2 en 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor schuldhulpverlening zoals opgenomen in de hiervoor genoemde wetgeving en de gemeentelijke kaderstelling;

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: 

    • a.

      Belanghebbende : degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken is;

    • b.

      College : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas;

    • c.

      Fraude : de situatie waarin iemand door zijn handelen of nalaten een

      bestuursorgaan financieel benadeelt en dat wist, of redelijkerwijs had kunnen weten, waarbij dit heeft geleid tot het opleggen van een

      bestuurlijke boete dan wel een strafrechtelijke veroordeling, waaronder het terugvorderen van ten onrechte verstrekte bijstand.

    • d.

      NVVK : Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet;

    • e.

      Recidive : de situatie waarin iemand die zich eerder bij een

      schuldhulpverleningsinstantie (gemeente, Sociale Dienst, gemeentelijke kredietbank) heeft aangemeld voor hulp bij problematische schulden, na dossiersluiting terugkeert omdat opnieuw of nog steeds sprake is van problematische schulden (dus zowel na een geslaagd traject als na een voortijdig beëindigde hulpverlening);

    • f.

      Wgs Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2. Voor het overige zijn de begripsbepalingen zoals bedoeld in artikel 1 Wgs en de gedragscodes van de NVVK zijn in deze regels van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Degene die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven in de gemeente Peel en Maas;

  • 2. De zelfstandige wiens onderneming niet levensvatbaar is onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de zelfstandige feitelijk stopt met de onderneming én;

    • b.

      waarvan de onderneming niet economisch meer actief is én;

    • c.

      de zelfstandige zich laat uitschrijven bij de Kamer van Koophandel.

  • 3. Uitzondering op artikel 2, eerste lid van dit artikel, is de situatie waarbij belanghebbenden naar een andere gemeente verhuisd nadat de aanvraag om schuldhulpverlening is ingediend. Hiervoor geldt dat indien een schuldenregeling tot stand is gekomen, het dossiers in behandeling blijft bij het college.

Artikel 3 Uitvoering

  • 1. De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes en termijnen van de NVVK en de Wgs.

  • 2. Onder uitvoering, zoals genoemd in artikel 3 lid 1 van deze beleidsregel wordt verstaan:

    • a.

      Aanmelding: tijdens de melding (telefonisch, per e-mail of in persoon aan de balie) wordt beoordeeld of belanghebbende inwoner van de gemeente Peel en Maas is, inkomen heeft, niet uitgesloten is van schuldhulpverlening op grond van artikel 5 en 7 van deze beleidsregel en of er sprake is van een bedreigende situatie;

    • b.

      Informatie en advies: Tot informatie en advies (waaronder begrepen doorverwijzing naar derden) kan worden besloten indien het mogelijk wordt geacht om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken voor belanghebbende zonder dat een beroep gedaan wordt op herfinanciering, schuldregeling of stabilisatie. Het betreft maximaal drie gesprekken in een korte periode. Ook kan informatie en advies verstrekt worden indien geen recht op schuldhulpverlening bestaat vanwege fraude, recidive of het niet voldoen aan de vereisten zoals vermeld in resp. artikel 4, 5, 7 van deze beleidsregel. Er wordt dan informatie en advies verstrekt over eventuele andere mogelijkheden tot oplossing van de problematische schuldensituatie;

    • c.

      Intake : tijdens de intake is het toetsen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende en het vaststellen van het probleem van de belanghebbende om een plan van aanpak te ontwikkelen. Daarnaast wordt tijdens deze fase het vermogen vastgesteld. Ten aanzien van voertuigen hanteert het college de richtprijs zoals deze is opgenomen in de koerslijst ‘ANWB Auto Dashboard’ onder situatie ‘Inruil bij autobedrijf’. Het plan van aanpak en de daaraan verbonden contracten zijn  leidend ten aanzien van de voortgang van het schuldhulpverleningstraject;

    • d.

      Crisisinterventie: tijdens de crisisinterventie is het afwenden van een crisis en daarmee de mogelijkheid creëren om de schuldenaar te helpen via de reguliere schuldhulpverlening. Deze interventie wordt uitgevoerd conform volgens de module ‘Crisisinterventie NVVK’ en het gemeentelijk crisisprotocol schuldhulpverlening;

    • e.

      Budgetcoaching: Hulpverlening door middel van advisering en begeleiding van aanvrager inzake beheer van zijn financiële huishouding;

    • f.

      Budgetbeheer: Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de aanvrager en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen namens aanvrager en het beheren van alle inkomsten van de schuldenaar middels een rekening bij een financiële instelling. De schuldenaar is

       verplicht zijn gehele inkomen te storten op deze rekening;

    • g.

      Stabilisatie: stabilisatie vloeit voort uit het plan van aanpak zoals genoemd in artikel 3 lid 2 sub c van deze beleidsregel. Het doel van de stabilisatiefase is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van belanghebbende. Zodra dit het geval is, kan worden gestart met de schuldregeling. Het (breed) moratorium kan worden ingezet om stabilisatie mogelijk te maken doch niet door aanvrager afgedwongen worden bij het College.

    • h.

      Betalingsregeling: de betalingsregeling is gericht op het 100% terugbetalen van schulden waarbij een overeenkomst wordt opgesteld welke door alle partijen ondertekent moet worden;

    • i.

      Schuldsanering: de schuldsanering is gericht op het sanering van de schulden door het bewerkstelligen van een minnelijke regeling van de totale schuldenlast. Hierbij wordt een schuldbemiddelingsovereenkomst of schuldsaneringskredietovereenkomst welke door alle partijen ondertekend moet worden. Het tijdstip van aanvraag, zoals bedoeld in

      artikel 4 lid 1 sub a van deze beleidsregel is bepalend voor degoederen dat tot de regeling behoort. De vaststelling vindt plaats conform art 295 FW;

    • j.

      Voorbereiding WSNP-aanvraag: indien via schuldbemiddeling of schuldsanering geen akkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers of indien vanwege een andere reden het minnelijke traject niet kan starten dan wel mislukt, kan een beroep worden gedaan op de WSNP. Op grond van artikel 285 lid 1 sub e FW verklaart het college daartoe met redenen omkleed dat er geen reële mogelijkheden zijn tot

      buitengerechtelijke sanering en verklaart tevens over welke

      aflossingsmogelijkheden schuldenaar beschikt.

  • 3. Lid 2 sub g van dit artikel treedt in werking zodra de Algemene Maatregel van Bestuur ‘Besluit Breed Moratorium’ van kracht is.

Artikel 4 Algemene verplichtingen

  • 1. Vanaf het moment dat belanghebbende zich voor schuldhulpverlening heeft gewend tot het college gelden de volgende algemene verplichtingen:

    • a.

      Belanghebbende doet een schriftelijk aanvraag voor schuldhulpverlening en maakt hiervoor gebruik van het door het college vastgestelde aanvraagformulier;

    • b.

      Belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van de Wet en deze beleidsregel;

    • c.

      Belanghebbende verleent toestemming voor het inwinnen bij en het verstrekken van informatie aan derden voor zover relevant voor de schuldhulpverlening;

    • d.

      Belanghebbende is desgevraagd verplicht alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de Wet en deze beleidsregel;

    • e.

      Belanghebbende verplicht zich om maximale, aantoonbare inspanningen te verrichten om zijn inkomsten te vergroten ten behoeve van de schuldeisers;

  • 2. Vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend geldt daarnaast de verplichting dat:

    • a.

      er geen nieuwe schulden meer ontstaan door toedoen van aanvrager;

    • b.

      aanvrager, indien dit noodzakelijk wordt geacht, over een basisbankrekening dient te beschikken.

Artikel 5 Bijzondere verplichtingen

  • 1. Naast de algemene verplichtingen vermeld in artikel 4 van deze beleidsregel zijn, in ieder geval, de volgende bijzondere verplichtingen van toepassing bij betalingsregeling, zoals bedoeld in artikel 3 lid h, en schuldsanering, zoals bedoeld in artikel 3 lid j van deze beleidsregel:

    • a.

      de schuldbemiddeling wordt gedaan op basis van gelijkberechtiging van schuldeisers;

    • b.

      vorderingen waaraan zekerheden zijn verbonden worden als concurrente vorderingen erkend  ná uitwinning van de zekerheid;

    • c.

      betaling aan schuldeisers geschiedt naar evenredigheid van hun vordering, met dien verstande, dat de schuldeisers met een wettelijke preferentie een twee keer zo hoog percentage als de concurrente schuldeisers ontvangen tot maximaal het beloop van hun vordering;

    • d.

      schuldbemiddeling wordt aangemeld bij de Stichting Bureau Krediet Registratie te Tiel,

    • e.

      uitkeringen uit gemeentelijke en particuliere fondsen aan of ten behoeve van de schuldenaar in het kader van de schuldbemiddeling komen alle schuldeisers ten goede op basis van  gelijkberechtiging;

    • f.

      de aflossingsverplichtingen worden correct en stipt nagekomen door belanghebbende.

  • 2. Het college kan daarnaast overige, op individuele basis vast te stellen, voorwaarden en verplichtingen opleggen.

  • 3. Deze verplichtingen worden opgenomen in het besluit tot schuldbemiddeling of schuldenregeling en in het plan van aanpak.

  • 4. Indien gedurende de periode van schuldbemiddeling niet meer wordt voldaan aan deze voorwaarden en/of verplichtingen wordt de schuldhulpverlening beëindigd.

Artikel 6 Beëindiging schuldhulpverlening

  • 1. In navolgende situaties wordt de schuldhulpverlening met onmiddellijke ingang beëindigd:

    • a.

      Fraude;

    • b.

      Het schenden van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 6 Wgs en dat geen financiële benadeling van de uitkering of inkomensvoorziening van de gemeente Peel en Maas tot gevolg heeft maar wel voor de schuldeisers;

    • c.

      Het niet of onvoldoende nakomen van de medewerkingsplicht zoals bedoelt in artikel 7 Wgs en artikel 4 van deze beleidsregel, nadat belanghebbende in de gelegenheid is gesteld dit verzuim te herstellen binnen een redelijke termijn;

    • d.

      Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover personen en/of instanties die zijn belast met de uitvoering van de schuldhulpverlening.

  • 2. Het beëindigen van de schuldhulpverlening op grond van lid 1, sub a tot en met d van dit artikel heeft automatisch tot gevolg dat de bijzondere bijstand, die wordt betaald voor de kosten van inkomensbeheer, wordt stopgezet;

  • 3. Onverminderd overige bepalingen in deze beleidsregel wordt de schuldhulpverlening beëindigd nadat:

    • a.

      de schulden volledig zijn gekweten dan wel finale kwijting is verleend door de schuldeisers;

    • b.

      belanghebbende in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • c.

      beëindigen die voortvloeien uit het plan van aanpak en/of de daaronder liggende contracten;

    • d.

      schuldeisers geen medewerking verlenen aan het minnelijk voorstel, dan staat alleen nog de mogelijkheid open voor een WSNP- traject. Het college maakt een afweging om een verzoek tot dwangakkoord bij de rechtbank in te dienen en informeert belanghebbende hier schriftelijk over. Als belanghebbende niet binnen 3 maanden na bekendmaking van het voornemen van genoemd verzoek, gebruik maakt van het recht om een WSNP aan te vragen, eindigt de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 7 Fraude voorafgaande aan een aanvraag voor schuldhulpverlening

In geval van fraude door aanvrager in een periode voorafgaande aan de aanvraag schuldhulpverlening, wordt de aanvraag niet eerder dan 5 jaar na het plegen van deze fraude, toegekend.

Artikel 8 Mate van verwijtbaarheid

Bij toepassing van artikel 3 en 4 van deze beleidsregel wordt de mate van verwijtbaarheid beoordeeld, alvorens over te gaan tot beëindiging van de schuldhulpverlening, in situaties waarin minderjarige inwonende kinderen deel uitmaken van het gezin dat een beroep doet op schuldhulpverlening.

Artikel 9 Recidive

Ten aanzien van recidive en de gevolgen die daaraan vanuit oogpunt van schuldhulpverlening zijn verbonden, wordt in de volgende situaties geen schuldhulpverlening aangeboden.

  • 1.

    Binnen zes maanden voorafgaande aan het verzoek een schuldhulpverleningstraject voortijdig is afgebroken tijdens de intakefase;

  • 2.

    Binnen 5 jaar na afsluiting van de eerdere begeleiding nadat de eerder aangeboden schuldhulpverlening werd gestopt tijdens het minnelijke traject (na instemming door de schuldeisers) of na afloop van het minnelijk traject;

  • 3.

    Binnen 2 jaar nadat tijdens de eerder aangeboden schuldhulpverlening werd gestopt voorafgaande aan de start van het minnelijk traject. Uitzondering hierop is de situatie dat belanghebbende eerder heeft voldaan aan de voorwaarden die ten tijde van de eerdere begeleiding zijn opgelegd en daarbij uitdrukkelijk is aangegeven dat het voldoen aan deze voorwaarden leidt tot het verkorten van de wachttijd van 2 jaar;

  • 4.

    Binnen 5 jaar na beëindiging van eerder geboden schuldhulpverlening nadat deze werd gestopt als gevolg van fraude.

Artikel 10 hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas;

  • 2. De beleidsregel treedt in werking op1 januari 2018;

  • 3. De beleidsregel integrale schuldhulpverlening d.d. 24 oktober 2016 wordt met ingang van 1 januari 2018 ingetrokken.

Ondertekening

Panningen, 19 maart 2018
Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H. Breukers, W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting

toelichting